In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
6.2 Sociale zekerheid
Basis - economie
Slide 1 - Tekstslide
Wat je leert in deze paragraaf:
Je leert wat een verzorgingsstaat is
Je leert welke uitkeringen er zoal zijn
Je leert hoe de sociale zekerheid wordt betaald
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Overheidslagen van groot naar klein
De rijksoverheid = Het Rijk = De Centrale Overheid
Provincies
Gemeenten
provicies en gemeenten noemen we "Lagere overheden"
Slide 4 - Tekstslide
Subsidie en accijns
Wil je iets stimuleren? -> subsidie
Wil je iets afleren? -> accijns
Slide 5 - Tekstslide
Sociale zekerheid
Iedereen is zelf verantwoordelijk voor het verdienen van zijn inkomen. Maar als dat niet mogelijk is, kun je een uitkering krijgen.
Alle regelingen waardoor iedereen in zijn levensbehoeften kan voorzien, horen bij de sociale zekerheid.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Voor wie is de sociale zekerheid bedoeld?
A
Voor mensen die in de collectieve sector werken.
B
Voor mensen die solliciteren naar een nieuwe baan.
C
Voor mensen die geen of weinig inkomen hebben.
D
Voor mensen die nog aan het studeren zijn.
Slide 8 - Quizvraag
Welke uitspraak past bij een werknemersverzekering? Een werknemersverzekering....
A
wordt betaald uit belastinggeld
B
is gelijk aan het sociaal minimum
C
is voor als je in loondienst werkt.
D
behoort tot de sociale voorzieningen.
Slide 9 - Quizvraag
De WW is een werknemersverzekering.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Wat is en volksverzekering?
A
Verzekering voor iedereen die werkt
B
Verzekering voor iedereen die gewerkt heeft
C
Verzekering voor iedere Nederlander
D
Verzekering voor iedereen die werkt of gewerkt heeft
Slide 11 - Quizvraag
Volksverzekeringen worden betaald door...
A
iedere burger in Nederland
B
de overheid
C
alle mensen die belasting betalen in Nederland
Slide 12 - Quizvraag
Sociale voorzieningen
Sociale voorzieningen zijn uitkeringen die de overheid betaalt met belastinggeld.
Bekende voorbeelden zijn de kinderbijslag en de bijstand.
Slide 13 - Tekstslide
Sociale voorzieningen
De overheid stelt een bedrag vast dat je minimaal nodig hebt om te leven. Dit is het sociaal minimum.
Iemand die dit bedrag niet (helemaal) zelf kan verdienen, krijgt een bijstandsuitkering en eventueel toeslagen, bijvoorbeeld zorgtoeslag of huurtoeslag.
Slide 14 - Tekstslide
Verzorgingsstaat
Een land als Nederland dat veel geld uitgeeft aan uitkeringen, gezondheidszorg, woningbouw en onderwijs heet een verzorgingsstaat.
Slide 15 - Tekstslide
Wat is een verzorgingsstaat?
A
Een land waar je verplicht bent voor elkaar te zorgen
B
Een land met veel verzorgingstehuizen
C
Een land met een sociaal minimum
D
Een land met een goede gezondheidszorg
Slide 16 - Quizvraag
Een sociale voorziening...
A
wordt betaald uit premies
B
is een verzamelnaam voor alle uitkeringen
C
is alleen voor ouderen
D
wordt betaald uit belastinggeld
Slide 17 - Quizvraag
Stelling
Ik vind hoe nu de verzorgingsstaat is ingericht goed.