chap2 quiz bv en ww op -er grl6 HA2 23-24

Bienvenue!
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bienvenue!

Slide 1 - Tekstslide

Présence
tout le monde est présent?

Slide 2 - Tekstslide

ça va?

Slide 3 - Tekstslide

les devoirs
30bcd, 31abcd, 33a p.84

leren ABCDEFH 88-91

Slide 4 - Tekstslide

répéter
chapitre 4 page 141
vocabulaire: 7ab, 8ab / grammaire: 10ab, 11ab

en 27c p.82

Slide 5 - Tekstslide

SO
je kent de werkwoorden avoir, être en faire (p.166) in de présent en in de passé composé
Je kent de regelmatige werkwoorden op -er in de présent en in de passé composé (zie p.53, D)
zinnen met deze + ww op -er uit je lijst
le cochon d'Inde ....... (kijken, passé composé)
Mes parents ........... (werken, présent)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

G, parler
lis les phrases-clés de page 82

(Grandes Lignes audio)

Slide 8 - Tekstslide

faire: 27b, 29b

bedenk wat je kunt vertellen over je huis en je kamer (29b)
(en français!)

Slide 9 - Tekstslide

les tables
la poule

les écrans
les parents
le centre

l'étage
mann ev
vr ev
mann mv
vr mv
mann ev met klinker
mann mv met klinker

Slide 10 - Sleepvraag

nouvelles
vieille

bons
beau

bel
mann ev
vr ev
mann mv
vr mv
mann ev met klinker

Slide 11 - Sleepvraag

nouvelles
vieille

bons
beau

bel
le ... centre
la ... poule
les .... parents
les .... tables
un .... étage

Slide 12 - Sleepvraag

VOOR het zelfstandig naamwoord
bon - grand - beau

vieux - petit - nouveau

Slide 13 - Tekstslide

A2
Marianne a un (portable + vert)
Elle a deux (cousins + beau)
J'habite dans une (ferme + vieux)
Dans le jardin, il y a une (poule + actif) 
J'ai deux (soeurs + pénible)


Slide 14 - Tekstslide

H2
(wit) Marianne a une ........ cuisine .......
 (mooi) Elle a deux ....... cousines ........
 (oud) J'ai un  ....... lapin ........
(groot) Dans le jardin, il y a une ...... tortue ........ 
(klein) J'ai deux ....... soeurs .......

Slide 15 - Tekstslide

bij je : een -e
bij tu : -es
bij il, elle on: een -e
bij nous: -ons
bij vous: -ez
bij ils en elles: -ent

Slide 16 - Tekstslide

A2
Le prof (werkt) ..... à l'école.
Madame, vous (geven) ........ des cours de français?
Oui, et j'/je (helpen) ......... les élèves.
Nous (luisteren) ......... toujours le prof.
Les élèves, ils (kijken naar) ......... le vidéo.

Slide 17 - Tekstslide

H2
Vous (chercher) .........   les toilettes? 
Je (passer) ....... mes vacances à la maison. 
Tu (adorer) ......... ta petite soeur? 
 Nous (aimer) .......... aller en ville avec nos copains.
On (rigoler) .......... beaucoup ensemble.

 

Slide 18 - Tekstslide

kahoot bijv nw

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

Bonjour!

Slide 21 - Tekstslide

Présence
tout le monde est présent?

Slide 22 - Tekstslide

le programme
1. les devoirs (chapitre 4)
2. ABEF
3. quiz grammaire

Slide 23 - Tekstslide

ça va?

Slide 24 - Tekstslide

les devoirs
ABEF
p. 141 7ab 8ab 10ab 11ab

Slide 25 - Tekstslide

Mes parents jouent à la console à coté du salon, et ils discutent toujours.
Malheureusement c'est près de ma chambre: elle se trouve aussi à côté du salon. 
Alors je regarde la télé dans la nouvelle cuisine, avec quelques cousins casse-pieds. Quelle horreur!

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Je
Ils/elles
Vous
Nous
Il/elle/on
Tu
Verbes                -er        (regarder, parler, écouter, danser, jouer)
Verbes réguliers -er
-e
-ent
-ons
-es
-ez
-e

Slide 28 - Sleepvraag

Verbes en er (exercice 1)
marchons
marches

marchent
marche
marche (ik)

marchez
je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles

Slide 29 - Sleepvraag

les verbes
Sleep blauw naar rood.
aider
trouver
chercher
regarder
aimer
houden van 
helpen
vinden
zoeken
bekijken

Slide 30 - Sleepvraag

Wat is het juiste woord ter vervanging van het onderwerp?
Sophie est sympa. ____ est sympa.
A
Il
B
Elle
C
Ils
D
Elles

Slide 31 - Quizvraag

Het onderwerp vervangen:

La maison est blanche
A
Il
B
Ils
C
Elle
D
Elles

Slide 32 - Quizvraag

Het onderwerp vervangen:

Le lapin est actif
A
Il
B
Ils
C
Elle
D
Elles

Slide 33 - Quizvraag

Het onderwerp vervangen:

Les parents de Marie cherchent le chat
A
Il
B
Ils
C
Elle
D
Elles

Slide 34 - Quizvraag

Het onderwerp vervangen:

Fatima et Maxime rigolent à l'école
A
Il
B
Ils
C
Elle
D
Elles

Slide 35 - Quizvraag

Het onderwerp vervangen:

Les chats sont actifs
A
Il
B
Ils
C
Elle
D
Elles

Slide 36 - Quizvraag

Vervang het onderwerp:
Le pull est vert.
...... est vert.
A
il
B
ils
C
elle
D
elles

Slide 37 - Quizvraag

Het onderwerp vervangen:

Mes soeurs regardent la télé
A
Il
B
Ils
C
Elle
D
Elles

Slide 38 - Quizvraag

les verbes
ik zoek
je cherche
je parle
je suis
je préfère
j'aime
ik houd van
ik praat
ik ben
ik heb liever

Slide 39 - Sleepvraag

Slide 40 - Tekstslide

blij = ik snap het
hoe goed snap jij het?
😒🙁😐🙂😃

Slide 41 - Poll