Bijwoord van tijd en plaats

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welcome!

How was your holiday?
what did you do?

Doel van de les

Aan het einde van de les weet je wat bijwoorden van plaats en tijd zijn, en in welke volgorde je ze in de zin moet plaatsen.

Wat denk je wat een voorbeeld kan zijn van een bijwoord van plaats of tijd??

Bijwoord van plaats

Een bijwoord van plaats geeft antwoord op de vraag: waar?

The nightstand is there. Het nachtkastje staat daar.

The desk is here. Het bureau staat hier.

Bijwoord van tijd

wanneer: today, yesterday, last year, later, now

  I am going to paint my room today. Ik ga vandaag mijn kamer verven.

  I will swap rooms later. Ik ga later wisselen van kamer.

voor hoe lang: since last year, all day, for a while

  I am going to help her all day. Ik ga haar de hele dag helpen.

hoe vaak: often, sometimes, never, yearly

  They will help me sometimes. Ze helpen me soms.

Je zet dit altijd vooraan of achteraan in de zin!

Bijwoord van beweging

De voorzetsels van beweging worden gebruikt om aan te geven waar iemand of iets naartoe gaat.

When I arrive in London at the station I get off the train and walk through the hall to the nearest bus stop. I often travel by bus. I could go on foot but this is faster.

at - op, on - op / in, off - uit, to - naar, through - door, from - van, by - met (gecombineerd met een vervoersmiddel: by boat, by plane, by bike)

Zinvolgorde

Als er meerdere bijwoorden in de zin staan dan is de volgorde:

Hoe (manier), waar (plaats) en wanneer (tijd)

The wind will be blowing gently southwards tomorrow

Yesterday we went to McDonald's
Welk woord is yesterday

1. Bijwoord van tijd
2. Bijwoord van plaats

Somewhere over the rainbow...
Wat voor woord is somewhere?

1. Bijwoord van tijd
2. Bijwoord van plaats

I will go tomorrow to school
Klopt deze zin?

1. Ja
2. Nee

I will go with the bus.
Klopt deze zin?

1. ja
2. Nee

Huiswerk

Maken opdracht 19, 21, 22, 24 en 25 van make it work Schooltrip