Beeldspraak & stijlfiguren
1 / 22
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke vormen van
beeldspraak ken je?
beeldspraak ken je?
Slide 2 - Woordweb
Welke stijlfiguren
ken je?
ken je?
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen een gewone vergelijking en een asyndetische vergelijking?
Slide 5 - Open vraag
De maan glimlachte vriendelijk naar de slapende stad
A
Vergelijking
B
Asyndetische vergelijking
C
Personificatie
D
Metafoor
Slide 6 - Quizvraag
Haar ogen waren twee sterren in de donkere nacht.
A
Vergelijking
B
Asyndetische vergelijking
C
Personificatie
D
Metafoor
Slide 7 - Quizvraag
De tijd vliegt!
A
Vergelijking
B
Asyndetische vergelijking
C
Personificatie
D
Metafoor
Slide 8 - Quizvraag
Zijn handen waren zo ruw als schuurpapier.
A
Vergelijking
B
Asyndetische vergelijking
C
Personificatie
D
Metafoor
Slide 9 - Quizvraag
Hij maakt van een mug een olifant.
A
Vergelijking
B
Asyndetische vergelijking
C
Personificatie
D
Metafoor
Slide 10 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen een hyperbool en een understatement?
Slide 11 - Open vraag
Wat is het verschil tussen een opsomming in drieën en een drieslag?
Slide 12 - Open vraag
Wat is het verschil tussen een climax en anticlimax?
Slide 13 - Open vraag
Ze was eerst een beetje nerveus, toen licht angstig en vervolgens doodsbenauwd.
A
Hyperbool
B
Understatement
C
Climax
D
Anticlimax
Slide 14 - Quizvraag
Ik heb al duizend keer gezegd dat je je kamer moet opruimen!
A
Hyperbool
B
Understatement
C
Climax
D
Anticlimax
Slide 15 - Quizvraag
Tijdens de drukste dag van het jaar waren er wel een paar mensen in de Intratuin.
A
Hyperbool
B
Understatement
C
Climax
D
Anticlimax
Slide 16 - Quizvraag
Ik houd van pizza, friet en pannenkoeken.
A
Drieslag
B
Enumeratio
C
Opsomming in drieën
D
Repetitio
Slide 17 - Quizvraag
Het kostte me bloed, zweet en tranen!
A
Drieslag
B
Enumeratio
C
Opsomming in drieën
D
Repetitio
Slide 18 - Quizvraag
Ze stond daar sprakeloos, sprakeloos van verbazing.
A
Drieslag
B
Enumeratio
C
Opsomming in drieën
D
Repetitio
Slide 19 - Quizvraag
Ik heb nog huiswerk voor Frans, Engels, wiskunde, geschiedenis en Duits.
A
Drieslag
B
Enumeratio
C
Opsomming in drieën
D
Repetitio
Slide 20 - Quizvraag
Bedenk een zin met daarin een antithese.
