Les 2 communicatie vormen

Begeleiden 
Les 2, week 37
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 1.5 min

Onderdelen in deze les

Begeleiden 
Les 2, week 37

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik: 
- Kennis gemaakt
- LWP doorgenomen
- Hoe sluiten jullie die af?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag: 
- Leerdoel in ETO
- Les over communicatie aspecten hfst 10
- Start met je reflectie verslag

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Studiewijzer
Communicatie aspecten / Luisteren en feedback
Beroepshouding
Assertiviteit en intimiteit 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige week:
- communicatie zender- boodschap- ontvanger
- soorten van communicatie

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

oefening
Doorfluistertje..

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vormen van communicatie zijn er?
A
Verbaal
B
non- verbaal
C
twee-zijdig
D
eenzijdig

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef voorbeeld/foto van eenzijdige communicatie?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kan miscommunicatie ontstaan bij verbale communicatie?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Miscommunicatie- verbaal
  1. Vage woorden gebruiken
  2. woorden gebruiken met persoonlijke invulling
  3. woorden die emoties oproepen
  4. woorden die de ander niet kent
  5. vakjargon gebruiken
  6. woorden met meerdere betekenissen 
timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

Opdr. geef voorbeeld bij antwoord
5 min
kaartjes 1-6 groepsvorming 
Non verbale communicatie:
  1. Algemeen voorkomen (uiterlijk)
  2. Eerste indruk
  3. lichaamshouding
  4. gebaren
  5. gezichtsuitdrukkingen
  6. glimlachen 
  7. oog contact
  8. stemklank en toonhoogte
  9. aanraking 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke mis-communicatie kan er non- verbaal ontstaan?

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden.
1. Het gebaar, de mimiek word anders opgevat
2. Je glimlacht terwijl je wat anders bedoeld.
3. Je praat net iets te hard of op verkeerde toonhoogte..
4. De aanraking word verkeerd opgevat.


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

- Verbaal en non-verbaal vullen elkaar aan.
- het non- verbale vervangt het spreken
- het non-verbale spreekt het verbale tegen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel post It:
Wat zou je komende periode willen leren?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
20:00

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reflectieverslag:
Maak korte aantekening van deze les.
- welke oefeningen hebben we gedaan?
- welke theorie?
- wat was jouw aandeel?
timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Inhoudelijk aspect van communicatie

'Deur dicht!'




Wat is het belang van de inhoud?
  • Relationeel aspect van communicatie

'Wil je alsjeblieft de deur dicht doen?'



Wat is het belang van de relatie?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe dichtbij mag de ander komen?

  • Intieme zone, tot 45 cm
  • Persoonlijke zone, 45 tot 120 cm
  • Sociale zone, 120 tot 360 cm
  • Publieke zone, 360 cm of meer

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We bekijken zo samen het volgende filmpje van het programma 'Vier handen op een buik'. 

Wat vind je van de afstand die Fajah heeft tot de tienermoeder in deze aflevering? Wat valt je op?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijk: context van de communicatie

Thuis praat je over andere dingen dan op school of in de wachtkamer van de huisarts. In een wachtkamer kun je het gevoel hebben dat iedereen meeluistert en je daarom meer beperken tot een wat oppervlakkig gebabbel. 
De plek waar je bent beïnvloedt ook hoe je communiceert: praat je op fluistertoon of juist luidruchtig? 
Communiceer je ook non-verbaal of niet?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eigen communicatiestijl
Enthousiast en spontaan of gesloten en afwachtend?
Vastbesloten of onzeker?
Risicomijdend of risicozoekend?
Gevoelig of bot?
Vaag of concreet?

Veel mensen hebben ook veel stopwoordjes. Welke heb jij?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nadeel van stopwoordjes
Stopwoordjes verzwakken vaak de boodschap.



'Ik wil salarisverhoging hebben'.

'Ik wil, eigenlijk, eh, zeg maar, salarisverhoging hebben'.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communicatiepatronen
Twee principes:

  1. Gedrag roep tegengesteld gedrag op. 
    Praters worden nóg grotere praters, luisteraars worden nog betere luisteraars.
  2. Gedrag is gericht op samenwerking of op het bereiken van eigen doelen - en dat roept eenzelfde gedrag op. 
    Als iemand onaardig tegen je doet, ben je zelf ook geneigd onaardig terug te doen.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Verwerkingsopdrachten:
13 t/m 17 en 20

+ Test je kennis van communicatie

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies