24 maart T1b Spelling: hoofdletters, leestekens

Welkom!
do 24 maart
  • Ga rustig zitten
  • Pak je spullen alvast
                     

                     STRAKS: 
                     Weer van die ongelooflijk foute zinnen!


                          

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
do 24 maart
  • Ga rustig zitten
  • Pak je spullen alvast
                     

                     STRAKS: 
                     Weer van die ongelooflijk foute zinnen!


                          

Slide 1 - Tekstslide

Foute zin: dat het niet alleen fout is, maar ook iets heel anders betekent
Afspraken en regels
  1.  Mobieltjes zijn in de kast.
  2.  Vraag? Steek je vinger op.
  3.  Als iemand spreekt, is de rest stil.
  4.  Niet lopen tijdens de les.
  5.  WC, eten en drinken: in de pauze.
  6.  We zijn aardig voor elkaar

Slide 2 - Tekstslide

Stilstaan bij waarom: 
Andere kinderen kunnen hier ook last van hebben
Hoe meer we in de les kunne doen, hoe minder huiswerk (je zit hier nu toch)
 Wat gaan we doen?

  • Lezen
  • Verwijswoorden: huiswerk nakijken + afronden
  • Je leert hoofdletters en leestekens goed te gebruiken
  • We gaan dit oefenen
  • Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen
  • Pak je boek
  • Boek uit? Vraag mij een ander boek
    of lees in Nieuw Nederlands vanaf p. 192
  • We lezen in stilte
  • Totaal 8 minuten

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen
timer
15:00

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk nakijken verwijswoorden
Vorige les: lastige verwijswoorden
  • Hen/hun, dat/wat, waarvan/van wie
  • Pak je schrift en boek: H 6, pag. 182–183
  • Klassikaal nakijken opdr. 1 en 2


Slide 6 - Tekstslide

Hier vragen: wie weet nog welke lastige verwijswoorden?
Huiswerk nakijken
Opdracht 1 
1. wat 
2. dat 
3. wat 
4. wat 
5. dat 
6. wat
 
 

Slide 7 - Tekstslide

Hier vragen: wie weet nog welke lastige verwijswoorden?
Huiswerk nakijken
Opdracht 2 
1.  hun 
2. hen 
3. hen 
4. hun 
5. hen 
6. hen 
 

Slide 8 - Tekstslide

Hier vragen: wie weet nog welke lastige verwijswoorden?
Afronden verwijswoorden
  • Pak je schrift en boek: H 6, pag. 183
  • Opdacht 4 maken ( 5 minuten)
  • Antwoorden klassikaal bespreken


timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Let op: hier de eerste zin voorlezen en duidelijk maken wat de bedoeling is!
Afronden verwijswoorden
Opdracht 4 
  1. zijn, het 
  2. die, het 
  3. ze, haar 
  4. dat, zijn 
  5. hem, hij 
  6. haar, ze, hun, hen 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spelling

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdletters
Wanneer gebruik je hoofdletters? En wanneer niet?
  • Begin van de zin
  • Namen
  • Aardrijkskundige namen
  • NIET: dagen, maanden, seizoenen, windstreken

Slide 12 - Tekstslide

Hier beurten geven
Hoofdletters
Welke is goed?
  • Dag, meneer de Groot / meneer De Groot
  • Ik heet Jan Van Der Sluis / Jan van der Sluis
  • Ik zwem in de Middellandse zee / Middellandse Zee
  • Canada ligt in noord-Amerika / Noord-Amerika
  • De wind komt uit het oosten / Oosten

Slide 13 - Tekstslide

Hier bijv. armen opsteken wie denkt 1 en wie denkt 2?
Hoofdletters
Ezelsbruggetje: ‘van’, ‘van der’ enz.
Eerste deel van de naam altijd hoofdletter:
  • De heer A. van der Sluis
  • Arie van der Sluis
  • Mijnheer Van der Sluis
  • Aan mevrouw E.M.C. de Boer.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leestekens
Leestekens 
  • eind van een zin 
  • in een zin 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leestekens
Eind van een zin 
  • Piet is ziek.
  • Is Piet erg ziek?
  • Piet is vreselijk ziek!

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leestekens
Komma 
  • Tussen twee persoonsvormen
  • Opsomming
  • Bij naam of uitroep
  • Voor: maar, omdat, terwijl, want, zodra ...

Slide 17 - Tekstslide

Vragen klas
Leestekens
Voorbeelden komma:
  • Als je fietst, word je snel moe
  • Kip, patat, mayonaise en cola
  • , kom terug! Wacht even, Sjaak!
  • Ik ben wel sterk, maar niet slim.
  • Hij is boos, omdat hij te laat is


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  Weer zo’n ongelooflijk foute zin!

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spelling oefenen
  • Hoofdst. 1, pag. 34-35, opdr. 2 en 3.
  • Maak de opdracht in je schrift
  • Je werkt alleen en in stilte
  • Schrijf steeds de hele zin netjes op
  • Je hebt 10 minuten
  • Klassikaal bespreken
timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spelling oefenen
Opdracht 2
  1.  Iedere zomer gaat Sofie van der Wulp op vakantie naar de Middellandse Zee.
  2. Even denkt Han na over de vraag, terwijl meneer Van Dalen op antwoord wacht. 
  3. Pas op de Amsterdamse Albert Cuypmarkt goed op voor zakkenrollers! 
  4. Mevrouw A. van der Straten-ter Heide verhuist donderdag naar Zuid-Holland. 
  5. Is de Kilimanjaro in het noordoosten van Tanzania de hoogste berg van Afrika? 

 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spelling oefenen
Opdracht 3
De driejarige hulphond Osiris en de vier maanden oude rat Riff zijn de beste vriendjes. Toen Riff slechts vier weken oud was, werd het knaagdier gered uit een val. Met vloeibare voeding kwam het beestje opnieuw op krachten. Het is misschien een beetje vreemd, maar Riff likt graag de tong van Osiris. Zal Osiris Riff niet opeten? Dat doet Osiris niet, want hij is een bijzonder zachtaardige hond. Hij heeft al voor een dozijn dieren gezorgd en ze opgevoed. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  Weer zo’n ongelooflijk foute zin!

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leestekens
Dubbele punt bij opsomming, toelichting of citaat
  • Ik houd van groente: sla, andijvie en rode kool.
  • Ik houd van groente: dat is lekker en gezond.
  • Hij zei: ‘Ik hou van groente’.

Slide 24 - Tekstslide

Vragen klas
Leestekens
Aanhalingstekens: bij een citaat
  • Citaat = wat iemand zegt
  • Directe rede

Slide 25 - Tekstslide

Vragen klas
Leestekens
Directe rede:
  • Piet zei: Ik ben vandaag ziek.

Indirecte rede:
  • Piet zei dat hij vandaag ziek was.


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spelling oefenen
  • Hoofdst. 6, pag. 184-185, opdr. 1 en 5
  • Maak de opdracht in je schrift
  • Je werkt alleen en in stilte
  • Schrijf de hele tekst netjes op
  • Je hebt 10 minuten
  • Eerder klaar? Maak opdr. 2 en 3.
  • Klassikaal bespreken
timer
10:00

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spelling oefenen
Opdracht 1 
  1. Dagmar, wil je een dagje met ons mee naar speeltuin Madrid, meid?
  2. In dit theater zijn allerlei voorstellingen: toneel, zang, cabaret en dans. 
  3. Zeg, schiet eens op, Mario, want anders kom je nooit op tijd, man! 
  4. In dit Zwolse museum, de Fundatie, is nu werk van Jeroen Krabbé te zien. 
  5. Als ik in Italië ben, drink ik altijd graag Campari, tenzij het slecht weer is. 
 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spelling oefenen
Opdracht 5* 
a.1. De meester zei: ‘Simon is een eigenwijs mannetje.’ 
a2. ‘De meester,’ zei Simon, ‘is een eigenwijs mannetje.’ 
b.1. De dame die de toespraak over bijzondere mode hield, droeg zelf helemaal niets, wat opvallend was. (De spreekster heeft geen kleren aan.) 
b.1. De dame die de toespraak over bijzondere mode hield, droeg zelf helemaal niets wat opvallend was. (De spreekster heeft geen opvallende kleren aan.) 
c.1. Eline zei tegen Farida: ‘Julian uit atheneum 2 is verliefd op jou.’ 
c.2. Eline zei tegen Farida: ‘Julian uit atheneum 2 is verliefd op mij.’ 

 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  Weer zo’n ongelooflijk foute zin!

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
  • Geleerd: hoofdletters en leestekens gebruiken
  • Waarom dat belangrijk is
  • Volgende week verder met spelling: meervouden

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Huiswerk maandag:
  • Spelling: H 3, pag. 94 lezen
    en Startopdracht maken
  • Spelling: H 4, pag. 124 lezen
    en Startopdracht maken

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afspraken en regels: is het gelukt?
  1.  Mobieltjes zijn in de kast.
  2.  Vraag? Steek je vinger op.
  3.  Als iemand spreekt, is de rest stil.
  4.  Niet lopen tijdens de les.
  5.  WC, eten en drinken: in de pauze.
  6.  We zijn aardig voor elkaar

Slide 33 - Tekstslide

Terugkomen op begin van de les, samen bespreken of het goed ging. Bevestigen van de regels.
Einde
  • Pak je spullen in
  • Ruim je tafel op
  • Pak je telefoon
  • Fijne dag!

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Extra
  • Pak je telefoon
  • Ga weer rustig zitten
  • Ga naar Lessonup.app
  • Vul code in

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke Nederlandstalige muziekartiesten vinden jullie leuk?

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies