1. Maak een tekening/schema/Popplet/poster van de profetische stamboom. In deze stamboom verwerk je de volgende namen/profeten: Adam, Abraham, Salomo, Johannes, Ismaël, Jozef en de elf broers, Mozes, David, Noach, Zakharia, Jezus, Isaak, Jacob (Israël)
2. Geef in de stamboom duidelijk aan wanneer het gaat om een directe afstammeling (opa, vader, zoon) of indirecte afstammeling (bijv. neef of (verre) familielid). Maak een legenda waarop dit wordt uitgelegd.
3. Geef verder aan bij welke persoon het Jodendom begint en bij welke persoon het christendom begint.