In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
In elke zin staan werkwoorden.
Een werkwoord (ww) zegt wat iets of iemand doet of is/wordt.
Eén van de werkwoorden in de zin is de persoonsvorm (pv).
De persoonsvorm is dus altijd een werkwoord!
De persoonsvorm is een werkwoord die zich
vormt (aanpast) aan het onderwerp van de zin.
Verandert het onderwerp, dan verandert de persoonsvorm mee.
Ik loop
Jij loopt
Wij lopen
Door corona kon ik een tijd niet sporten.
Stap 1: zoek de pv
Stap 2: zet voor en achter de pv zinsdeelstrepen
TIP: Alle woorden die VOOR de persoonsvorm staan, zijn één zinsdeel!
Stap 3: kijk welke woorden je samen voor de pv kunt zetten.
Stap 4: zet de zinsdeelstrepen!