CREATIEF SCHRIJVEN 2

Creatief schrijven
Les 2
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Future MediaMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Creatief schrijven
Les 2

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling regels:
- Vingers
- Mobieltjes
- Dikgedrukte woorden

Slide 2 - Tekstslide

Planning van vandaag:
  • Huiswerk.
  • Terugblik op de vorige les.
  • Theorie: als je een dik gedrukt woord ziet staan, neem je deze over in je schrift en schrijf je de betekenis erachter.
  • Schrijfoefening.
  • Verder met de Sway

Slide 3 - Tekstslide

Weten jullie nog?
-> Wat we ook alweer verstaan onder creatief schrijven?
-> Een voorbeeld te noemen van een creatief schrijfproduct?
-> Waarom creatief schrijven geen "officiële" regels heeft?


Slide 4 - Tekstslide

Creatief schrijven
> Geen expliciete boodschap
> Maar een gevoel

> Onbeperkt fantasie gebruiken
> Schrijven zonder regels
> Fouten bestaan niet

Slide 5 - Tekstslide

Vandaag:
Autobiografisch* schrijven. 

Wat betekent autobiografisch?



Dikgedrukt: schrijf in je schrift!

Slide 6 - Tekstslide

Autobiografisch schrijven
In een autobiografie beschrijf je je levensloop en reflecteer je op wat je hebt meegemaakt. Dat is anders bij een dagboek; daarin reageer je vaak enkel op wat je meemaakt.

Vloggers/bloggers werken autobiografisch! 

Slide 7 - Tekstslide

Autobiografisch schrijven
Je eigen ervaringen.

Ervaringen kan je voor de lezer tot leven laten komen:
- Omschrijf ze zo uitgebreid mogelijk / zo veel mogelijk details.
- Omschrijf vanuit je zintuigen. 

* Wat HOORDE je? * Wat ROOK je? * Wat ZAG je? *Wat VOELDE je?

Slide 8 - Tekstslide

Autobiografisch schrijven
Om je ervaringen te omschrijven, ga je associatief te werk:

--> Van de ene op de andere gedachte, verschillende ervaringen brengen je weer op andere ideeën. 

Bv.: Je schrijft over je eerste keer in een nieuwe klas en beschrijft dat je dat spannend vond. De zin die je daarover opschrijft, doet je denken aan het moment waardoor die spanning verdween. Dat moment schrijf je ook op. Etc. 
Dikgedrukt: schrijf in je schrift!

Slide 9 - Tekstslide

Eerste keren
  • Je eerste keer... op de middelbare school.
  • Je eerste keer... op vakantie.
  • Je eerste keer... zoenen. 
  • Je eerste keer... dat iets lukte. 
  • Je eerste keer... naar de dokter.

We gaan samen het lijstje wat langer maken....

Slide 10 - Tekstslide

Jouw eerste keer

Maak nu zelf in je schrift een lijst met minimaal vijf eerste keren die jíj hebt meegemaakt. 

Slide 11 - Tekstslide

Jouw eerste keer
Kies uit jouw lijstje de eerste keer waar jij over wilt gaan schrijven in deze les.

Let op:
- We gaan helemaal in dat onderwerp duiken
- Je mag zelf bepalen hoe openhartig je ergens over schrijft.
- Soms weet je details niet meer: dan mag je die er bij verzinnen: dichterlijke vrijheid
- Deze tekst komt in jouw SWAY
Dikgedrukt: schrijf in je schrift!

Slide 12 - Tekstslide

Begeleide associatie
  • Schrijf bovenaan de pagina:
    "Mijn eerste keer... [vul jouw keuze hier in]."
  • Concentreer je nu op het moment dat je hebt gekozen.
  • Ik ga een aantal vragen voorlezen. Terwijl je je concentreert op het moment, schrijf je de antwoorden op die vragen in je schrift. 
  • Als het te snel gaat, maakt dat niet uit. Dan luister je naar de eerstvolgende vraag die je hoort als je uitgeschreven bent.

Slide 13 - Tekstslide

Begeleide associatie
BELANGRIJK:

- Schrijf gedetailleerd - neem mensen in je tekst mee naar het moment!
- Schrijf in stilte! 

Iedereen in de klas moet zich kunnen concentreren en iedereen is met zijn/haar eigen verhaal bezig.

Slide 14 - Tekstslide

Begeleide associatie
  • Lees je antwoorden terug. (1min)
  • Kies vijf onderdelen uit deze antwoorden die je sowieso in je verhaal wilt laten terugkomen. Maak hier een lijstje van. (2min)
  • Bepaal vervolgens of die onderdelen in het begin, het midden of het einde van je verhaal komen. Schrijf dit bij de onderdelen in het lijstje. (2min)
  • Begin met het schrijven van je verhaal.

Slide 15 - Tekstslide

Schrijven van je verhaal!
  • Eisen: minimaal 1 a4 of 3 kantjes in je schrift. 
  • Buiten de vijf gekozen onderdelen mag alles wat je in de begeleide associatie hebt geschreven terugkomen in je verhaal. 

Dit verhaal type jij in WORD of meteen in SWAY. 

Slide 16 - Tekstslide

Terugblik
Staat de betekenis van deze woorden al in je schrift?
- Autobiografisch
- Associatief 
- Dichterlijke vrijheid

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk:

Volgende les FM: Lever de link van jouw Sway weer in via Teams

Jouw uiteindelijke Sway vormt jouw eerste FM beoordeling
HOUD JE SWAY ELKE WEEK BIJ (!!)

Volgende week:  controle huiswerk & plot leren schrijven

Slide 18 - Tekstslide