6/12 Chapitre 2 - Grammaire D

Chapitre 2 - Tu viens chez moi ?
Programme de la journée
             
Uitleg: het bijvoeglijk naamwoord (grammatica bron D)
Au travail

Let op: volgende les  --> Luistervaardigheidstoets

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Chapitre 2 - Tu viens chez moi ?
Programme de la journée
             
Uitleg: het bijvoeglijk naamwoord (grammatica bron D)
Au travail

Let op: volgende les  --> Luistervaardigheidstoets

Slide 1 - Tekstslide

Onderdeel D - Grammaire
het bijvoeglijk naamwoord

Slide 2 - Tekstslide

Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een...
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijwoord
D
voorzetsel

Slide 3 - Quizvraag

Welke van onderstaande woorden zijn bijvoeglijk naamwoorden? (Meerdere antwoorden mogelijk)
A
lief
B
auto
C
spelen
D
Duitse

Slide 4 - Quizvraag

1. De vorm van het bijv.nw
In het Frans past het bij nw zich aan, aan het zelfstandig naamwoord, er zijn dus 4 vormen; 
mnl enkv, vrl enkv, mnl mv, vrl mv

Slide 5 - Tekstslide

Het bijvoeglijk naamwoord
Vormt zich naar het zelfstandig naamwoord. 
De standaard regel: 

Mannelijk enkelvoud:                                     grand
Vrouwelijk enkelvoud:    + e                               grande
Mannelijk meervoud:      + s                               grands
Vrouwelijk meervoud:  + es                             grandes

Slide 6 - Tekstslide

Vul de juiste vorm in:
la _________________ maison
A
petit
B
petite
C
petits
D
petites

Slide 7 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in:
les amis _____________________
A
américain
B
américaine
C
américains
D
américaines

Slide 8 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in:
une personne __________________
A
élégant
B
élégante
C
élégants
D
élégantes

Slide 9 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in:
la mer ___________________ (bleu)

Slide 10 - Open vraag

Vul de juiste vorm in:
les filles _______________ (charmant)

Slide 11 - Open vraag

Onregelmatige vormen: uit je hoofd leren
man. enk.
vrouw. enk.
man. mv.
vrouw. mv.
vertaling
bon
bonne
bons
bonnes
goed
beau
belle
beaux
belles
mooi
nouveau
nouvelle
nouveaux
nouvelles
nieuw
vieux
vielle
vieux
vieilles
oud

Slide 12 - Tekstslide

Maak nu opdracht 16 a t/m e
(pagina 70 van je werkboek)

10 minuten
timer
1:00

Slide 13 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord - Plaats

Slide 14 - Tekstslide

Maak nu opdracht 17 + 18
(pagina 71 + 72 werkboek)
timer
1:00

Slide 15 - Tekstslide

Les devoirs - het huiswerk
Chapitre 2:

- Apprendre/leren: voca en zinnen A+B + grammatica D
- Faire/(af)maken: opdracht 16, 17 en 18

Slide 16 - Tekstslide