Le lundi 3 avril (A2c-s14)

Salut!
- rustig op je plaats gaan zitten
-spullen pakken
-is je jas uit?
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Salut!
- rustig op je plaats gaan zitten
-spullen pakken
-is je jas uit?

Slide 1 - Tekstslide

Unité 6 "Emotions"
Na deze les kan/ken ik:
  • De werkwoorden op IR begrijpen.
  • Een forum begrijpen waarop jongeren praten over hun gevoelens.











Slide 2 - Tekstslide

Le programme 
  • Correction exercices LIRE: 3A-4-5-6 
  • Explication grammaire 1 et ex 8A, B, C et D
  • Apprendre mots 2

Slide 3 - Tekstslide

Lire (p.93)
" Ik kan een forum begrijpen waarop jongeren hun problemen bespreken."
  1. Correction exercices: 3A-4-5-6
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Grammaire 1 (p.)
"Ik kan de regelmatige werkwoorden op -ir vervoegen."
1. Explication sur la grammaire 1.
2. Faites les exercices 8A, B, C et D.
timer
15:00

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Regelmatige ww op -IR  présent
Je
Tu
Il
Nous
Vous
Ils
ISSONS
ISSEZ
ISSENT
IT
IS
IS

Slide 7 - Sleepvraag

Welke vorm is juist?
A
Nous finissont
B
Nous finissons pas
C
Nous finissons
D
Nous finissonsent

Slide 8 - Quizvraag

Quelle est la conjugaison correcte pour le pronom 'tu' avec le verbe 'choisir'?
A
Tu choisit
B
Tu choisis
C
Tu choisissent
D
Tu choisisez

Slide 9 - Quizvraag

Quelle est la conjugaison correcte pour le pronom 'elle' avec le verbe 'grossir'?
A
Elle grossissez
B
Elle grossissent
C
Elle grossit
D
Elle grossi

Slide 10 - Quizvraag

Quelle est la conjugaison correcte pour le pronom 'vous' avec le verbe 'grandir'?
A
Vous grandissentez
B
Vous grandissont
C
Vous grandissons
D
Vous grandissez

Slide 11 - Quizvraag

Quelle est la conjugaison correcte pour le pronom 'ils' avec le verbe 'choisir'?
A
Ils choisit
B
Ils choisissent pas
C
Ils choisisez
D
Ils choisissent

Slide 12 - Quizvraag

het voltooid deelwoord van de werkwoorden op -ir eindigt op een
A
i
B
é
C
u
D
a

Slide 13 - Quizvraag

Fin du cours - les objectifs
  • Ik begrijp de werkwoorden op -IR.
  • Ik kan een verhaal uit een serie begrijpen.

Les devoirs
Apprendre 2
Exercices 8A, B, C et D


  • Zet hw in je agenda.
     
  • Stoelen aanschuiven.

Slide 14 - Tekstslide