Lundi le 8 avril (H2d-s15)

Salut!
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Salut!

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Les émotions
Welk gevoel komt in dit chanson van Slimane naar voren? Noteer in het Frans.

Slide 3 - Woordweb

Le programme 
  • Comment tu te sens?
  • Correction exercices LIRE: 3-4-5-6 (tot met vraag 12) 
  • Explication grammaire 1 et ex 8A, B, C 

Slide 4 - Tekstslide

Tu te sens comment?
Je suis...

Je me sens....

Slide 5 - Tekstslide

Correction Lire (p.91-94)
" Ik kan een forum begrijpen waarop jongeren hun problemen bespreken."
  1. Correction exercices: 3-4-5-6(tot met vraag 12) p.91-94
timer
10:00

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Grammaire 1 (apprendre 3 p.118)
"Ik kan de regelmatige werkwoorden op -ir vervoegen."
1. Explication de la grammaire 1.
2. Fais les exercices 8A, B, C p.96-97
timer
15:00

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Regelmatige ww op -IR  présent
Je
Tu
Il/elle/on
Nous
Vous
Ils/elles
ISSONS
ISSEZ
ISSENT
IT
IS
IS

Slide 11 - Sleepvraag

Welke vorm is juist?
A
Nous finissont
B
Nous finissons pas
C
Nous finissons
D
Nous finissonsent

Slide 12 - Quizvraag

Quelle est la conjugaison correcte pour le pronom 'tu' avec le verbe 'choisir'?
A
Tu choisit
B
Tu choisis
C
Tu choisissent
D
Tu choisisez

Slide 13 - Quizvraag

Quelle est la conjugaison correcte pour le pronom 'elle' avec le verbe 'grossir'?
A
Elle grossissez
B
Elle grossissent
C
Elle grossit
D
Elle grossi

Slide 14 - Quizvraag

Quelle est la conjugaison correcte pour le pronom 'vous' avec le verbe 'grandir'?
A
Vous grandissentez
B
Vous grandissont
C
Vous grandissons
D
Vous grandissez

Slide 15 - Quizvraag

Quelle est la conjugaison correcte pour le pronom 'ils' avec le verbe 'choisir'?
A
Ils choisit
B
Ils choisissent pas
C
Ils choisisez
D
Ils choisissent

Slide 16 - Quizvraag

Fin du cours - les objectifs
  • Ik begrijp de werkwoorden op -IR en kan het toepassen in de présent.

Les devoirs
Apprendre 3
Exercices 8A, B, C p.96-97


  • Zet hw in je agenda.
     
  • Stoelen aanschuiven.

Slide 17 - Tekstslide