V5C

1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 49 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Plattegrond 
  •  Wie ben ik 
  • Wie zijn jullie? (leuk/niet leuk/werkvorm/PO/samenwerken/leren voor toetsen/huiswerk/belangrijke zaken) 
  • Wat gaan we dit jaar doen? (Jaarplanner)
  • Filmpje 
  • Boek uitzoeken & lezen in de les 
  • Kijkje nemen in Verhalenanalyse

Slide 2 - Tekstslide

Goedemorgen V5C
Pak alvast je leesboek!

Slide 3 - Tekstslide

Vandaag
  • Lezen
  • Herhaling leerjaar 4 - Cursus 1 §1


Slide 4 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Ga naar de online lesomgeving
  • Cursus 1 Meer dan Lezen → §1 Herhaling leerjaar 4
  • Opdracht 1 t/m 4
  • = huiswerk!


Klaar? → bestudeer blz. 48/49/50/51 en maak opdracht 1 en 2

Slide 5 - Tekstslide

Goedemorgen V5C
Pak alvast je leesboek!

Slide 6 - Tekstslide

Vandaag
  • Lezen
  • Uitleg drogredenen
  • Opdrachten maken


Slide 7 - Tekstslide

Onjuist gebruik argumentatieschema

Maakt het argument het standpunt aannemelijker?

Overtreding van een discussieregel

Manipulatieve formulering om de lezer te beïnvloeden

Slide 8 - Tekstslide

Onjuist gebruik argumentatieschema

  1. Onjuist beroep op oorzaak-gevolgschema
  2. Onjuist beroep op het kenmerk- of eigenschapsschema
  3. Overdrijven van voor- of nadelen (voor- nadelenschema)
  4. Vals dilemma (voor- en nadelenschema)
  5. Overhaaste generalisatie (voorbeeldenschema)
  6. Verkeerde vergelijking (vergelijkingsschema)
  7. Onjuist beroep op autoriteitsschema

Slide 9 - Tekstslide

VOORBEELDEN
  1. De inflatie in Nederland is langzaam aan het dalen (S). Zie je wel dat al dat staken heeft geholpen! (A)
  2. Haar ouders hebben 2 honden, 6 katten en 3 kanaries (A). Ze zullen dus wel op de Partij voor de Dieren stemmen (S).
  3. Je moet snel je bril vervangen door lenzen (S). Dan zal de hele klas vrienden met je willen zijn (A)!
  4. Je moet economie gaan studeren (S), anders zul je altijd in armoede leven (A). 

Slide 10 - Tekstslide

VOORBEELDEN
  • (5) Mijn opa heeft laatst de griepvaccinatie gehad en heeft nu griep (A). Die landelijke vaccins werken dus helemaal niet (S)!
  • (6) Het openbaar vervoer moet gratis worden (S), schoolboeken zijn immers ook gratis (A).
  • (7) Ik denk dat Feyenoord dit jaar kampioen wordt (S)! De burgemeester van Rotterdam heeft dat zelf voorspeld (A).

Slide 11 - Tekstslide

Overtreding van een discussieregel
  • Persoonlijke aanval - Vertel mij niks over een goede relatie (S), jouw ouders waren na jouw geboorte gelijk uit elkaar (A)!
  • Ontduiken van de bewijslast - De natuur redt zich prima (S). Laat ze in Den Haag maar eens aantonen dat het er slecht mee gaat (A).
  • Vertekenen van het standpunt - S: we moeten af van fossiele brandstof (S: dus jij wil terug naar het stenen tijdperk?)
  • Bespelen van het publiek - Het is algemeen bekend dat vrouwen beter kunnen multitasken dan mannen.
  • Cirkelredenering - Als de zon opkomt, kraait onze haan, dus als onze haan kraait, dan komt de zon op!

Slide 12 - Tekstslide

AAN DE SLAG!
  • Maak opdracht 1, 2, 3 & 4 = huiswerk!
  • Argumenteren §2: drogredenen
  • Blz. 51-53 

Slide 13 - Tekstslide

Welkom!
11.09.2024
Pak vast je leesboek!

Slide 14 - Tekstslide

Vandaag
  • Huiswerk nakijken
  • Verder met drogredenen

Slide 15 - Tekstslide

Nakijken
Opdracht 1.2.:
  • C
  • B
  • E
  • F
  • G
  • D
  • A
  • B
Opdracht 2.2.:
  • D
  • C
  • B
  • E
  • A
  • D

Slide 16 - Tekstslide

Nakijken
Opdracht 3:
  • D
  • I
  • H
  • K
  • E
  • L
Opdracht 4:
  • C
  • F
  • A
  • G
  • J
  • B

Slide 17 - Tekstslide

TUSSENTOETS

Slide 18 - Tekstslide

AAN DE SLAG!
  • Maak opdracht 5, 6, 7 & 8 = huiswerk!
  • Argumenteren §2: drogredenen
  • Blz. 52-54 

Slide 19 - Tekstslide

Welkom!
12.09.2024
Pak vast je leesboek!

Slide 20 - Tekstslide

Vandaag
  • Huiswerk nakijken
  • Uitleg aanvaardbaarheid argumentatie
  • Opdrachten maken

Slide 21 - Tekstslide

Nakijken
Opdracht 5:
  • Er zijn grenzen. De mens is ook een dier, maar niet beschermd. Als je zou optellen hoeveel mensen per jaar of per dag een oorlog in worden gestuurd als niet beschermde diersoort, dan staat dat niet in verhouding. 
  • Verkeerde vergelijking
Opdracht 6:
  • Overhaaste generalisatie



Opdracht 7: 
  • Verkeerde vergelijking

Slide 22 - Tekstslide

Aanvaardbaarheid van Argumentatie
  • Argumenten zijn er om te overtuigen 
  • Betoog beoordelen op aanvaardbaarheid: argumentatie in kaart brengen
  • Argumentatie is aanvaardbaar als: 
  1. De argumenten zijn op zichzelf aanvaardbaar 
  2. De argumenten zijn relevant
  3. De argumenten zijn onderling consistent
  4. De argumenten zijn samen toereikend voor het standpunt

Slide 23 - Tekstslide

1. De argumenten zijn op zichzelf aanvaardbaar
  • Waarderend argument is aanvaardbaar als het in overeenstemming is met het  de kennis en opvattingen van het publiek
  • Feitelijk argument is aanvaardbaar als: 
  1. Het in overeenstemming is met kennis van het publiek
  2. Het controleerbaar (en dus waar) is
  3. Het afkomstig is van een betrouwbare bron (deskundige die zelf geen belang heeft bij de kwestie en zichzelf niet tegenspreekt) 

Slide 24 - Tekstslide


2. De argumenten zijn relevant
  • Als het standpunt er aannemelijker van wordt

Slide 25 - Tekstslide

3. De argumenten zijn onderling consistent

  • De argumenten spreken elkaar niet tegen 

Slide 26 - Tekstslide

4. De argumenten zijn samen toereikend voor het standpunt

  • Als de argumenten samen het standpunt aanvaardbaarder maken

Slide 27 - Tekstslide

AAN DE SLAG!
  • Maak opdracht 1 = huiswerk!
  • Argumenteren §3: aanvaardbaarheid van argumentatie
  • Blz. 56-58 

Slide 28 - Tekstslide

Welkom!
18.09.2024
Pak vast je leesboek!

Slide 29 - Tekstslide

Vandaag
  • Huiswerk nakijken
  • Uitleg aanvaardbaarheid argumentatie
  • Opdrachten maken

Slide 30 - Tekstslide

Nakijken opdracht 1
  1. Ouders moeten hun kinderen minder snel naar een therapeut sturen.
  2. Nee: Hij noemt de reacties kritisch en vraagt zich af of hun protesten het belang van de jongeren wel dienen. 
  3. Omdat zij door de staatssecretaris die redenen in de mond te leggen geen oog hebben voor de belangrijkste reden van de toegenomen vraag naar zorg. 
  4. De hulpverlening zelf speelt uiterst dubieuze, maar cruciale rol die in de toename van de vraag naar therapie. 
  5. Ja: argument ondersteund met onderzoek (Handbook of Psychotherapy...) 
  6. A: 'de mythe' 

Slide 31 - Tekstslide

Nakijken opdracht 1 (1/3)
  • 8. Psychotherapie helpt wel een beetje. & De hoeveelheid hulp is toegenomen. 
  • 9. Een probleem krijgt alleen serieus aandacht als er een diagnose aan verbonden wordt. & Jongeren ‘leren’ nare gevoelens te benoemen in termen van ‘aandoeningen die hun overkomen’, in plaats van als ‘te overwinnen moeilijkheden die onvermijdelijk bij het leven of een levensfase horen’. 
  • 10. Een diagnose roept onvermijdelijk een gevoel van afhankelijkheid bij de patiënt op. 
  • 11. Bij de term ‘stoornis’ of ‘diagnose’ verwachten we behandeling. 
  • 12. Ja en nee: de argumenten lijken wel aannemelijk, maar ze zouden (beter) ondersteund moeten worden. 

Slide 32 - Tekstslide

Nakijken opdracht 1 (2/3)
  • 13. Als jongeren vragenlijsten krijgen voorgelegd, zullen ze sneller geneigd zijn negatieve gevoelens uit te drukken in ziektetermen als depressie en angst of deze toe te schrijven aan gebeurtenissen van buitenaf, zoals corona. 
  • 14. Ja en nee: het lijkt wel aannemelijk, maar moet (beter) ondersteund
  • 15: (1) de ‘hulp helpt’-mythevorming – aanvaardbaar, want dit verschijnsel wordt in alinea 4 en 5 ondersteund met internationale onderzoeksresultaten. (2) de pathologisering van kwetsbaarheid (3) het aanwakkeren van slachtofferidentiteit – 2/3  beide moeten beter beargumenteerd/ondersteund 
  • 16. (uiterst) dubieuze (al. 3), absurd (al. 4), explosief (al. 6), exorbitante (al. 7)
  • 17. Hij is betrouwbaar: hij is – als arts en gezinstherapeut – deskundig, heeft ogenschijnlijk geen belang bij dit standpunt en hij spreekt zichzelf niet tegen.

Slide 33 - Tekstslide

Nakijken opdracht 1 (3/3)
  • 18. Ja, want de argumenten zijn wel aannemelijk, maar ze zouden beter ondersteund moeten worden. 
  • 19. Nee
  • 20a. voldoende
  • b: nauwelijks
  • c. geen tegenargumenten
  • d. ontbreken
  • e. wel & geen
  • f. redelijk

Slide 34 - Tekstslide

AAN DE SLAG!
  • Maak opdracht 2
  • Argumenteren §3: aanvaardbaarheid van argumentatie
  • Blz. 59-61 
  •  = huiswerk!

Slide 35 - Tekstslide

Welkom!
19.09.2024
Pak vast je leesboek!

Slide 36 - Tekstslide

Vandaag
  • Huiswerk nakijken
  • Opdrachten maken bij aanvaardbaarheid argumentatie

Slide 37 - Tekstslide

Nakijken opdracht 2 (1/3)
  1. Kunstenaars zouden meer financieel gesteund/gewaardeerd moeten worden.
  2. Waarderend
  3. Door de rest van alinea 1: waar(in) de kunstenaars allemaal actief zijn. 
  4. Nee, niet zomaar: want er wordt niet aangetoond dat kunstenaars de samenleving verbeteren. 
  5. Criteria die de rijksfondsen hanteren om de waarde van kunst te beoordelen zijn verouderd (1) en duidelijk onjuist (2). 
  6. Dat kunstenaars makkelijker geld krijgen van particuliere fondsen. 
  7. Kunstenaars worden misschien niet de door de overheid gewaardeerd en financieel gesteund, maar dus wel door particuliere fondsen (en dus is overheidssteun misschien niet nodig).

Slide 38 - Tekstslide

Nakijken opdracht 2 (2/3)
  • 8. -
  • 9. fantastische (al. 1), geweldenaars (al. 1), grensverleggers (al. 2), topprestaties (al. 2), gepassioneerde burgers (al. 3)
  • 10. Het ministerie van OCW geeft elk jaar vele honderden miljoenen uit aan kunst en cultuur. 
  • 11. -
  • 12. Ze zijn alle drie waarderend 
  • 13. Nee, waarderende argumenten zouden beter ondersteund moeten worden.
  • 14. Niet zo betrouwbaar. Ze zijn onafhankelijke adviseurs in de cultuursector. Ze zijn dus waarschijnlijk wel deskundig, maar ze hebben vermoedelijk ook belang bij hun standpunt (meer geld naar de kunst(enaars)). 

Slide 39 - Tekstslide

Nakijken opdracht 2 (3/3)
  • 15: De argumenten maken het standpunt niet heel aannemelijk. Er worden veel waarderende argumenten gebruikt die niet (voldoende) ondersteund worden. 
  • 16. Nee. Zie de antwoorden op vraag 7 & 11. Er is daar sprake van het ondergraven (ofwel: tegenspreken) van de eigen argumenten. 
  • 17a. Weinig 
  • b. nauwelijks
  • c. geen tegenargumenten
  • d. ontbreken 
  • e. wel & wel 
  • f. niet

Slide 40 - Tekstslide

AAN DE SLAG!
  • Maak opdracht 3
  • Argumenteren §3: aanvaardbaarheid van argumentatie
  • Blz. 61
  • Maak de uitgedeelde examenopdracht
  •  = allebei huiswerk!

Slide 41 - Tekstslide

Welkom!
25.09.2024
Pak vast je leesboek!

Slide 42 - Tekstslide

Vandaag
  • Huiswerk nakijken
  • Examen opdrachten

Slide 43 - Tekstslide

Nakijken opdracht 3
  1. We verwachten van voetballers toch ook niet dat ze briljante ict-oplossingen bedenken. 
  2. Juist gebruik van het vergelijkingsschema. Mensen die deskundig zijn op een bepaald gebied, zijn meestal niet deskundig op allerlei andere gebieden.
  3. Onderwijspsychologisch onderzoek laat namelijk zien dat transfer tussen verschillende domeinen van competenties, zoals creativiteit en kritisch denken, minimaal is. 
  4. Ja, de auteur beroept zich op een onderzoek dat hierover gaat.
  5. Gemeenplaats (al. 1), bizarre neiging (al. 1), op niets gebaseerde aanname (al. 2), tenenkrommende platitudes (al. 2)

Slide 44 - Tekstslide

Bespreken examentekst

Slide 45 - Tekstslide

TOETS-TIPS
  1. Citeren / noteren / losse antwoorden (meerkeuze)
  2. Zin / zinsgedeelte / woordgroep 
  3. Spelfouten (-0.1 p/f, max. -0.5p) → ww-spelling, formuleren, zinsbouw, verwijswoorden
  4. Woordenboek!

Slide 46 - Tekstslide

AAN DE SLAG!

Slide 47 - Tekstslide

Nu: tijd om voor te bereiden
  • Samenvatting maken
  • Opdrachten maken
  • Vragen stellen
  • Oefentoets maken/nakijken

Slide 48 - Tekstslide

Succes met jullie toetsweek!
  • Slaap genoeg
  • Eet genoeg suiker
  • Samenvatting/flashcards 
  • Leer samen

Slide 49 - Tekstslide