BS1 Voortplantingsstelsel van een man (3 gl/tl)

Welke vraag/vragen van de voorkennis (pagina 76) wil je bespreken?
A
1
B
3
C
5
D
6
1 / 24
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welke vraag/vragen van de voorkennis (pagina 76) wil je bespreken?
A
1
B
3
C
5
D
6

Slide 1 - Quizvraag

Vraag 1
1.               geslachtscellen of lichaamscellen
2. 3. 4.     23 of 46 chromosomen
5. 6.          enkelvoudig of in paren
7. 

Slide 2 - Tekstslide

Vraag 3
Slagader - haarvat - ader

Slide 3 - Tekstslide

Vraag 5
Erfelijke eigenschappen: via hun genen (DNA) geven ouders eigenschappen door aan hun kind(eren). 

Slide 4 - Tekstslide

Vraag 6
Secundaire geslachtskenmerken  
secundair = tweede
Eigenschappen die in de puberteit tot uiting komen. 

Slide 5 - Tekstslide

BS1 VOORTPLANTINGSSTELSEL VAN EEN MAN

leerdoel: 
  • Je kunt de onderdelen van het voorplantingsstelsel noemen met hun functies.
  • Je kunt in een afbeelding de plaats van de onderdelen aanwijzen 
  • kunt de werking van sommige onderdelen beschrijven 

Slide 6 - Tekstslide

Iedereen ziet er anders uit. 
Ook de geslachtsorganen van mensen 
zien er anders uit. Een penis kan groot, klein, 
dik of dun zijn.

Alle penissen zijn geschikt voor seks 
 

Slide 7 - Tekstslide

uitwendige geslachtorganen 
= wat je aan de buitenkant ziet 
  •  penis (bestaat uit schacht, eikel en voorhuid) 
  • balzak 

Slide 8 - Tekstslide

voortplantingsstelsel man - p79 
timer
1:00

Slide 9 - Tekstslide

voortplantingstelsel man 
waar worden zaadcellen geproduceerd? 

Slide 10 - Sleepvraag

voortplantingstelsel man 
Welk onderdeel vervoerd de zaadcellen richting prostaat?

Slide 11 - Sleepvraag

voortplantingstelsel man 
Welke 2 onderdelen voegen vocht toe aan de zaadcellen 

Slide 12 - Sleepvraag

INSTRUCTIE
zaadcel: kop +zweepstaart 

in de kop zit het erfelijke materiaal (DNA)


Slide 13 - Tekstslide

voorvocht en sperma:
Voorvocht: maakt de urineblaas schoon
voorvocht kan al een aantal zaadcellen bevatten 
sperma: Vocht met zaadcellen. Zaadcellen die geproduceerd zijn kunnen +- drie dagen leven 
Geen zaadlozing
het lichaam ruimt zaadcellen op om plaats te maken voor nieuwe zaadcellen. 



Slide 14 - Tekstslide

Hoe heet de celdeling waarbij zaadcellen ontstaan?

Slide 15 - Open vraag

INSTRUCTIE

Slide 16 - Tekstslide

Welk nummer geeft het onderdeel aan waardoor de penis 'stijf' wordt/ in erectie komt?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 17 - Quizvraag

Hoe heet het orgaan dat zorgt voor een erectie
A
Penis
B
Eikel
C
Voorhuid
D
Zwellichamen

Slide 18 - Quizvraag

sperma bestaat uit:
A
zaadcellen met vocht uit blaas en zaadblaasjes
B
zaadcellen met vocht uit zaadleiders en prostaat
C
zaadcellen met vocht uit zaadblaasjes en vocht uit prostaat
D
zaadcellen met vocht uit teelballen en zaadblaasjes

Slide 19 - Quizvraag

waarvoor dient besnijdenis bij een man?

Slide 20 - Woordweb

besnijdenis 
Een deel van de voorhuid wordt weggehaald bij besnijdenis. 
Reden: Godsdienst, medisch of om hygiëne.

Dagelijkse hygiëne: Onder voorhuid wordt vocht aangemaakt, daar kunnen bacteriën in leven en ontstekingen veroorzaken. Daarom is het belangrijk dat de man tijdens het douchen dit goed schoonhuid met water (niet met zeep)

Slide 21 - Tekstslide

opdrachten 
opdracht 1 t/m 5  p. 80-81

10 min in stilte werken 

Slide 22 - Tekstslide

INSTRUCTIE voor thuis 
Voortplantingsstelsel van een man 

Slide 23 - Tekstslide

1. Heb je iets nieuws geleerd vandaag?
2. Wat vind je (nog) moeilijk?
3. Wat wil je nog leren?

Slide 24 - Open vraag