bezit 's / s' / ... of ...

Grammar: past simple & bezit


Maak aantekeningen!
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Grammar: past simple & bezit


Maak aantekeningen!

Slide 1 - Tekstslide

Past simple

Slide 2 - Tekstslide

Past simple
Wanneer? Actie in het verleden  is

Slide 3 - Tekstslide

Past simple regular

+ (positief)     Werkwoord + ed

- (negatief)      didn't + werkwoord

? (vraag)      Did + werkwoord

Slide 4 - Tekstslide

Past simple irregular
+ (positief) eigen vorm
- (negatief) didn't + werkwoord
? (vraag) Did + werkwoord

Slide 5 - Tekstslide

Het werkwoord 'to be'
Past simple: Gelijk denken aan was of were.
Bij I / she/ he/ it = was
De rest = were

Slide 6 - Tekstslide

Vul in:
Last month, we _______(not,run).
A
don't run
B
runned
C
didn't run
D
didn't ran

Slide 7 - Quizvraag

Vul in:
_____ you _____ (do) your homework?
A
Do you do
B
Do you did
C
Did you do
D
Have you done

Slide 8 - Quizvraag

Yesterday I ___________ (write) a letter.
A
writed
B
written
C
wrote
D
write

Slide 9 - Quizvraag

Yesterday morning, I _________ (make) a sandwich
A
make
B
makes
C
maked
D
made

Slide 10 - Quizvraag

I ______ (not - to be) at school yesterday
A
was
B
wasn't
C
were
D
weren't

Slide 11 - Quizvraag

Martin ______(not- drive) to work yesterday.
A
don't drive
B
don't drove
C
didn't drive
D
didn't drove

Slide 12 - Quizvraag


Possession
Bezit

Slide 13 - Tekstslide

 aantekening: possessive 's
Om bezit aan te geven gebruik je 's

Het boek van Jamie - Jamie's book (persoon)
De wol van de schapen - the sheep's wool (dier)
Het nieuws van gisteren - Yesterday's news (tijd)

Je gebruikt 's om bezit aan te geven van:
een persoon, dier, tijd, product, bedrijf of winkel.


Slide 14 - Tekstslide

Aantekening: possessive '
Als het woord al op een s eindigt zet je er  alleen ' achter
Dit is bijvoorbeeld als het woord in het meervoud eindigt op een s:

Het boek van mijn zussen - My sisters' book
Het boek van mijn broers - My brothers' book
Het boek van mijn ouders - My parents' book



Slide 15 - Tekstslide


aantekening: of the
We hebben net geleerd 's achter een woord te zetten om bezit aan te tonen. 
Hier is nog een manier voor namelijk ''of the''

Of the gebruik je alleen bij plaatsen, landen en dingen
De president van de VS - the president of the United States 
De hoofdstad van Duitsland - capitol of Germany
De dop van de fles - the cap of the bottle

Slide 16 - Tekstslide

Choose the correct one
A
This is my sisters' book
B
This is my sister book's
C
This is my sisters's book
D
This is my sisters book

Slide 17 - Quizvraag

Choose the correct option
A
That is Samis phone
B
That is Sami's phone
C
That is Samis' phone

Slide 18 - Quizvraag

Choose the correct option
A
That's my parents car
B
That's my my parents's car
C
That's my parents' car
D
That's the car of my parents

Slide 19 - Quizvraag

Choose the correct option
A
the roof of the house
B
The house's roof
C
the houses roof

Slide 20 - Quizvraag

Choose the correct option
A
the windows of the house
B
the house's windows
C
the house' windows

Slide 21 - Quizvraag

Choose the correct option
A
that is Tess's book
B
that is Tess' book
C
that is Tesss' book

Slide 22 - Quizvraag

Choose the correct option
A
These are Michaels' feet
B
These are Michael's feet
C
These are Michaels feet
D
These are the feet of Michael

Slide 23 - Quizvraag

Choose the correct option
A
the wall's colours
B
the colours of the wall
C
the walls' colours

Slide 24 - Quizvraag