2.4 les 1

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

        Today's program:

1. Vocab practice
2. Recap Past Simple
3. Possessives
4. (Home)work time

       LEERDOELEN Unit 2.4:

• Je kunt begrijpen waar een korte tekst over gaat
• Je kunt korte instructies begrijpen
  
• Grammar: Bezit: ’s / ’
• Words: Cooking and kitchen

Een eitje koken

1. Cook
2. Boil
3. Fry
4. Barbecue

Een eitje bakken

1. Fry
2. Boil
3. Roast
4. Cook

Een cake bakken

1. Fry
2. Poach
3. Cook
4. Bake

To bake

To boil

To fry

The Past Simple:

Bij regelmatige ww                     Bij onregelmatige ww:

altijd het hele WW + ed                Blz: 243 boek: 2e rijtje

Je gebruikt de Past Simple als je zeker 

weet dat iets in het verleden gebeurd is

en nu afgelopen is.

Vragen en ontkenningen:

Bij alle werkwoorden (regelmatig en onregelmatig) hetzelfde:

• Vragen:               Did + onderwerp + hele werkwoord
• Ontkenningen:  Onderwerp + didn't + hele werkwoord

Past Simple - Signaalwoorden

In de zin staan vaak een tijdsbepaling van verleden tijd.

• yesterday
• last week
• ten minutes ago
• in 2007
• this morning
  

Je gebruikt de Past Simple als...

1. iets gebeurd is in de toekomst
2. iets iedere dag gebeurt
3. iets gebeurd is in het verleden en afgerond is
4. iets nog niet gebeurd is

Wat is de Past Simple van go

1. gone
2. went
3. goed
4. goes

Wat is de Past Simple van tell

1. told
2. tolded
3. telled
4. tolt

My sister .......... (play) the guitar last year.

They ....... (go) home after school yesterday.

Hoe maak je de past simple ontkennend?

1. ww+ed
2. did not + hele ww
3. hele ww
4. did not + ww+ed

Maak een ontkennend antwoord!
She taught us the Past Simple today.

1. She teached us not the Past Simple today.
2. She taught us not the Past Simple today.
3. She didn't teached us the Past Simple today.
4. She didn't teach us the Past Simple today.

Maak ontkennend (-) in past simple (verleden tijd):
They (to be) in time this morning.

1. They wasn't in time this morning.
2. They didn't were in time this morning.
3. They weren't in time this morning.
4. They aren't in time this morning.

Maak ontkennend (-) in past simple (verleden tijd):
I (to be) in the market yesterday.

1. I am not in the market yesterday.
2. I was in the market yesterday.
3. I didn't was in the market yesterday.
4. I wasn't in the market yesterday.

Maak de zin ontkennend(Past Simple):
My mother ate all my cookies last night.

Maak de zin ontkennend(Past Simple):
You were very angry yesterday.

Hoe maak je de past simple vragend?

1. Do + hele ww
2. ww+ed
3. did + ww+ed
4. did + hele ww

Past Simple vragend
They bought a house.

1. Bought they a house?
2. Did they buy a house?
3. Do they bought a house?
4. Did they bought a house?

Past Simple vragend
She went to school.

1. Does she went to school?
2. Did she went to school?
3. Went she to school?
4. Did she go to school?

Maak vragend (?) in past simple (verleden tijd):
The cat (to be) in its basket.

1. Is the cat in its basket?
2. The cat was in its basket?
3. Was the cat in its basket?
4. Were the cat in its basket?

Past simple maak de volgende zin vragend:
I was late for school

Hoe maak je de volgende zin vragend (in de past simple)?
"He worked there when he was 15."

Ik begrijp de Past Simple

😒🙁😐🙂😃

Extra oefenen

Scan de QR code en zit meteen op de juiste pagina op Wikiwijs.

        Homework time:

2.4: 

• opdracht 1 t/m 11 maken en nakijken
  
• Woordtrainer maken
  
• Test Jezelf maken en voldoende behalen
  
• Quizlet test maken
• Klaar? Grammar blad "have got".

Possessive's

 aantekening: possessive 's

Om bezit aan te geven gebruik je 's

• Het boek van Jamie - Jamie's book (persoon)
• De wol van de schapen - the sheep's wool (dier)
• Het nieuws van gisteren - Yesterday's news (tijd)

Je gebruikt 's om bezit aan te geven van:

een persoon, dier, tijd, product, bedrijf of winkel.

Aantekening: possessive '

Als het woord al op een s eindigt zet je er  alleen ' achter

Dit is bijvoorbeeld als het woord in het meervoud eindigt op een s:

• Het boek van mijn zussen - My sisters' book
• Het boek van mijn broers - My brothers' book
• Het boek van mijn ouders - My parents' book

Choose the correct one

1. This is my sisters' book
2. This is my sister book's
3. This is my sisters's book
4. This is my sisters book

Choose the correct option

1. That is Samis phone
2. That is Sami's phone
3. That is Samis' phone

Choose the correct option

1. Those are my parents shoes
2. Those are my parents's shoes
3. Those are my parents' shoes
4. Those are the shoes of my parents

Choose the correct option

1. that is Tess's book
2. that is Tess book
3. that is Tesss book

Choose the correct option

1. These are Michaels' feet
2. These are Michael's feet
3. These are Michaels feet
4. These are the feet of Michael

https:

www.carmenlu.com

https:

https: