3LW6 Circulatiestelsel 3

6.4
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
AnatomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

6.4

Slide 1 - Tekstslide

6.4 vaatstelsel

Slide 2 - Tekstslide

6.4 vaatstelsel
slagader (arterie)
S
haarvat (capillair)
H
ader (vene)
A

Slide 3 - Tekstslide

6.4 vaatstelsel
Slagaders  brengen het bloed van het hart af en naar de organen toe
  • ze zijn meestal zuurstofrijk, behalve de longslagader
  • dichtbij het hart hebben ze een elastische wand
  • verder in het lichaam hebben ze een gespierde wand

Slide 4 - Tekstslide

6.4 vaatstelsel
Aders brengen het bloed naar het hart toe, van de organen af
  • ze zijn meestal zuurstofarm, behalve de longader
  • de doorgang is groot, maar de wand is slap
  • aders hebben kleppen om terugstroom te voorkomen

Slide 5 - Tekstslide

6.4 vaatstelsel
Haarvaten wisselen stoffen uit met hun omgeving
  • ze hebben alleen dekweefsel
  • de wand bevat poriën (gaatjes), zo kan het haarvat stoffen filteren of opnemen

Slide 6 - Tekstslide

6.4 vaatstelsel
bloeddruk is hoger dan de omgeving;
nuttige stoffen worden eruit gefilterd
F
bloeddruk is lager dan de omgeving;
afvalstoffen worden opgenomen
O

Slide 7 - Tekstslide

6.4 vaatstelsel
Bij is de bloeddruk groter dan die van de omgeving, hierdoor worden stoffen uit de haarvaatjes gedrukt (filtratie)

Bij is de bloeddruk lager dan die van de omgeving, hierdoor worden stoffen door de haarvaatjes opgenomen (absorptie)

Slide 8 - Tekstslide

6.4 vaatstelsel
Bij is de bloeddruk groter dan die van de omgeving, hierdoor worden stoffen uit de haarvaatjes gedrukt (filtratie)

Bij is de bloeddruk lager dan die van de omgeving, hierdoor worden stoffen door de haarvaatjes opgenomen (absorptie)
de bloeddruk is niet in elk bloedvat hetzelfde...

  • direct uit het hart (de aorta) schommelt de bloeddruk (systole en diastole), daarom is de wand hier elastisch

Slide 9 - Tekstslide

6.4 vaatstelsel
Bij is de bloeddruk groter dan die van de omgeving, hierdoor worden stoffen uit de haarvaatjes gedrukt (filtratie)

Bij is de bloeddruk lager dan die van de omgeving, hierdoor worden stoffen door de haarvaatjes opgenomen (absorptie)
  • slagaders moeten het bloed over grote afstanden transporteren; daarom is de wand gespierd
  • hoe verder van het hart, hoe lager de bloeddruk

Slide 10 - Tekstslide

6.4 vaatstelsel
Bij is de bloeddruk groter dan die van de omgeving, hierdoor worden stoffen uit de haarvaatjes gedrukt (filtratie)

Bij is de bloeddruk lager dan die van de omgeving, hierdoor worden stoffen door de haarvaatjes opgenomen (absorptie)
  • er worden stoffen gefilterd en opgenomen door een verschil in druk met de omgeving

Slide 11 - Tekstslide

6.4 vaatstelsel
Bij is de bloeddruk groter dan die van de omgeving, hierdoor worden stoffen uit de haarvaatjes gedrukt (filtratie)

Bij is de bloeddruk lager dan die van de omgeving, hierdoor worden stoffen door de haarvaatjes opgenomen (absorptie)
  • vanwege de afstand tot het hart blijft de bloeddruk zakken

Slide 12 - Tekstslide

6.4 vaatstelsel
  • de bloeddruk wordt lager als het verder van het hart komt
  • de stroomsnelheid wordt lager als de vertakkingen toenemen
  • de stroomsnelheid neemt toe als de vertakkingen afnemen

Slide 13 - Tekstslide

6.4 vaatstelsel
Bij is de bloeddruk groter dan die van de omgeving, hierdoor worden stoffen uit de haarvaatjes gedrukt (filtratie)

Bij is de bloeddruk lager dan die van de omgeving, hierdoor worden stoffen door de haarvaatjes opgenomen (absorptie)

Slide 14 - Tekstslide

6.4 vaatstelsel
Bij is de bloeddruk groter dan die van de omgeving, hierdoor worden stoffen uit de haarvaatjes gedrukt (filtratie)

Bij is de bloeddruk lager dan die van de omgeving, hierdoor worden stoffen door de haarvaatjes opgenomen (absorptie)
Slagaders kunnen de bloeddruk beïnvloeden door
  • uit te zetten (vasodilatatie)
  • samen te trekken (vasoconstrictie)
Dit komt door de spiertjes in de wand.

Slide 15 - Tekstslide

6.4 vaatstelsel
Terugstroom van bloed wordt voorkomen door...
  • aderkleppen (bloed kan maar één kant op)
  • spierpomp in armen en benen (de druk stuwt het bloed richting het hart)

Slide 16 - Tekstslide

6.4 vaatstelsel
Terugstroom van bloed wordt voorkomen door...
  • hartpomp (kamers trekken samen, bloed wordt naar de boezems gezogen)
  • adempomp (bij inademing wordt bloed naar de boezems gezogen)

Slide 17 - Tekstslide

6.4 vaatstelsel
namen van bloedvaten
Slagaders brengen bloed naar organen en krijgen de naam van het orgaan waar ze het bloed naartoe brengen.

Aders ontvangen bloed van organen en krijgen de naam van het orgaan waar ze het bloed van hebben ontvangen.

Slide 18 - Tekstslide

6.4 vaatstelsel
namen van bloedvaten
De aorta heeft drie takken naar boven
  • een tak naar de rechterarm en -hals
  • een tak naar de linker hals
  • een tak naar de linkerarm
aortaboog met drie takken

Slide 19 - Tekstslide

6.4 vaatstelsel
namen van bloedvaten
De halsslagader brengt zuurstof naar het hoofd en de hersenen. Er zijn twee slagaders die naar dit gebied toegaan.
halsslagader (carotis)

Slide 20 - Tekstslide

6.4 vaatstelsel
namen van bloedvaten
De ondersleutelbeenslagader brengt zuurstof naar de arm en hand.

In de arm gaat de slagader verder als armslagader en vertakt het in polsslagader en ellepijpslagader 
ondersleutelbeen-
slagader (subclavia)

Slide 21 - Tekstslide

6.4 vaatstelsel
namen van bloedvaten
De aorta brengt (als het is afgebogen naar beneden) zuurstof naar alle buikorganen.
grote
lichaamsslagader
(aorta)

Slide 22 - Tekstslide

6.4 vaatstelsel
namen van bloedvaten
De aorta splitst zich in het bekkengebied in een linker en rechter heupslagader 
heupslagader
(iliaca)

Slide 23 - Tekstslide

6.4 vaatstelsel
namen van bloedvaten
De heupslagader gaat in het been verder als bovenbeenslagader en brengt zuurstof naar bovenbeen, onderbeen en voet.
bovenbeenslagader
(femoralis)

Slide 24 - Tekstslide

6.4 vaatstelsel
namen van bloedvaten
Uiteindelijk verzamelt het aderlijke bloed zich in de holle ader.

Lager dan het hart heet deze ader de onderste holle ader
Boven het hart de bovenste holle ader
onderste holle ader
(vena cava inferior)
bovenste holle ader
(vena cava superior)

Slide 25 - Tekstslide

6.4 vaatstelsel
lymfestelsel
Overtollige of gevaarlijke stoffen worden via lymfe afgevoerd.
Het heeft de taak van een riolering

In het lymfestelsel liggen knopen die de inhoud van lymfe afbreken of onschadelijk maken.

Slide 26 - Tekstslide

6.4 vaatstelsel
lymfestelsel
  • de schone lymfe wordt weer in de bloedbaan gebracht
  • dit gebeurt bij de onder-sleutelbeenader

Slide 27 - Tekstslide