In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Woensdag 19 mei
Rijtjes overhoren
Nakijken E 8, 9, 10
Klassikaal bespreken E 10 en grammatica 5.3-5.4
Instructies voor huiswerk
Slide 1 - Tekstslide
Nakijken E 8, 9, 10
Met behulp van het nakijkblad in Google Classroom
Slide 2 - Tekstslide
Hb p. 100, E 10 nr. 1: waarom is ἀγαθας niet goed?
Slide 3 - Open vraag
Hb p. 100, E. 10 nr. 4: waarom is καλά niet goed?
Slide 4 - Open vraag
Een bijv. nw. heeft altijd hetzelfde geslacht, hetzelfde getal en dezelfde naamval als het zelfst. nw. waar het bij hoort
A
Ja
B
Nee
Slide 5 - Quizvraag
Een bijv. nw. heeft altijd dezelfde verbuigingsgroep als het zelfst. nw. waar het bij hoort
A
Ja
B
Nee
Slide 6 - Quizvraag
Bij een zelfst. nw. uit verbuigingsgroep 3 hoort altijd een bijv. nw. uit verbuigingsgroep 3
A
Ja
B
Nee
Slide 7 - Quizvraag
Is deze combinatie goed: ἐσθητα καλην
A
Ja
B
Nee
Slide 8 - Quizvraag
Is deze combinatie goed: γυναικος σοφος
A
Ja
B
Nee
Slide 9 - Quizvraag
Je moet extra opletten bij uitgangen die in meerdere verbuigingsgroepen voorkomen. Welke uitgangen zijn dat? Je mag de Griekse uitgangen voor deze keer met Latijnse letters schrijven
Slide 10 - Open vraag
Hb p. 101, E 11 Kijk naar de rijtjes van πολύς en μέγας op p. 166 van je tekstboek. Noteer de stam van het bnw πολύς. (Je mag met Latijnse letters typen)
Slide 11 - Open vraag
Hb p. 101, E 11 Noteer de stam van het bnw μέγας. (Je mag met Latijnse letters typen)
Slide 12 - Open vraag
Hb p. 101, E 11 Welke vormen in de rijtjes van πολύς en μέγας zijn afwijkend? Noteer geslacht, getal en naamval.
Slide 13 - Open vraag
Huiswerk voor wo 26 mei
Leren: woorden les 21, grammatica 5.2 t/m 5.4 (dat is: bijv. nw., congruentie, πολύς en μέγας)
Oefenen in Drillster: les 21 5.3 --> je moet minimaal 70% beheersen
Maken: E 12 (Hb p. 101)
Slide 14 - Tekstslide
Ga in je digitale hulpboek naar blz. 1 en klik op het icoontje,
vul vervolgens de toegangscode in die je zo krijgt