GC OR 9 les 8

English lesson 8
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

English lesson 8

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Reading/listening practise test
Grammar 
Kahoot

Slide 2 - Tekstslide

Reading / listening
  1. Ga naar www.toets.nl
  2. Klik op inloggen
  3. Klik op TOA toetsplatform
  4. Inlognaam: je studentnummer zoals op je schoolpasje staat
  5. Wachtwoord: G met je geboortedatum (dag, maand, jaar)
  6. Voorbeeld: G07121996 (7 december 1996)
  7. Tot slot vul je de instellingscode in : GSC

Slide 3 - Tekstslide

Finished? 

Raise your hand and I will show you your result




Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Slide 6 - Link

Slide 7 - Link

Slide 8 - Link

Wanneer?
Als iets in het verleden is gebeurd en al afgelopen is

We walked to school yesterday.
She played tennis last week.












Slide 9 - Tekstslide

Signaal woorden 
Yesterday
In ... (year)
Ago
Once
Earlier
That day
Last ... (day, month, season)

Slide 10 - Tekstslide

Hoe?
Regelmatige werkwoorden - hele ww +ed
My parents talked to him last month

Onregelmatige werkwoorden
Eigen vorm (uit je hoofd leren) He bought an Iphone yesterday

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

timer
1:00
Past simple (verleden)

Present simple (heden)
Walked
Knock
Cry
Worked
Die
Danced

Slide 13 - Sleepvraag

Vraagzinnen
Bij alle werkwoorden:
Did + onderwerp + hele werkwoord
Je vervoegt dus helemaal niks!!!
Examples:
Did you go?
Did she see?
Did they find?

Slide 14 - Tekstslide

Vraagzinnen
Stel je een WH-vraag (who, what, which, when, where, how) dan komt dit aan het begin.

Where was Jenn last Thursday?
How could they leave without their passports?

Slide 15 - Tekstslide

Maak een vraagzin:
John made lunch.

Slide 16 - Open vraag

Maak een vraagzin:
They were in Amsterdam last week.

Slide 17 - Open vraag

Maak een vraagzin:
The girl had breakfast.

Slide 18 - Open vraag

Opdracht
Maak met je buurman/buurvrouw de 2 opdrachten.

Één zoekt de (onregelmatige) werkwoorden op in de lijst, de ander schrijft. Let op: schrijf alleen het woord op.

Jullie hebben 10 minuten de tijd.


Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

Slide 21 - Link

Antwoorden
Wat zijn jullie antwoorden op de 20 vragen?

Ieder tweetal noemt om de beurt een antwoord op

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Link