vormen van dementie

Stadia van dementie
1.Beginnende dementie (bedreigde ik)
2. Matig-ernstige dementie (de verdwaalde ik)
3. Ernstige dementie (de verborgen ik)
4. Zeer ernstige dementie (de verzonken ik)

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Stadia van dementie
1.Beginnende dementie (bedreigde ik)
2. Matig-ernstige dementie (de verdwaalde ik)
3. Ernstige dementie (de verborgen ik)
4. Zeer ernstige dementie (de verzonken ik)

Slide 1 - Tekstslide

beginnende dementie
Er ontstaan kleine veranderingen in de hersenen, die vaak alleen door de naaste omgeving worden opgemerkt.

We noemen dit ook wel het niet pluis gevoel

Slide 2 - Tekstslide

Matig-ernstige dementie
Steeds vergeetachtiger, moeite met het uitvoeren van ingewikkelde taken of met taken op hun werk.
Men probeert dit vaak nog te verhullen, maar de omgeving heeft in dit stadium al wel door dat er iets is veranderd.
Cliënten worden hierdoor onzeker en emotioneel, ze beseffen dat zij achteruitgaan. Het is in dit stadium soms moeilijk om het heden en verleden van elkaar te scheiden.

Slide 3 - Tekstslide

Ernstige dementie
Het oriënterend vermogen is verminderd leven meer in het verleden dan het heden.
Moeite zich te uiten met woorden en raken steeds meer afhankelijk van anderen.
Raken gedesoriënteerd in tijd, plaats en persoon
Door desoriëntatie in persoon vermindert het vermogen om mensen in de omgeving te herkennen. Hierbij zullen belangrijke mensen voor de cliënt nog het langst worden herkend. Iemand kan zich vaak beter identificeren met foto’s van het uiterlijk uit het verleden dan met het huidige uiterlijk.

Slide 4 - Tekstslide

Zeer ernstige dementie
In deze fase ontstaan ook taalproblemen, zoals het niet meer kunnen benoemen van een object. Ook de mobiliteit neemt af, maar zal doorgaans als laatste afnemen. Cliënten met dementie stadium 4 zijn volledig afhankelijk van hun omgeving. Zij spreken bijna niet meer en liggen in foetushouding.
Het enige dat overblijft is het waarnemen door middel van de zintuigen.


Slide 5 - Tekstslide

Veel voorkomende uitingen van gedrag bij dementie:
  • Persevereren: steeds hetzelfde zeggen en vragen
  • Confabuleren: delen van herinneringen of verhalen vergeten en gaten invullen, delen van een verhaal kloppen, maar andere delen niet. men denkt dat het verhaal zo klopt.
  • Verzamellust: verzamelen en bewaren van voorwerpen op een plek die hijzelf veilig vindt.
  • Achterdocht: er ontstaat wantrouwen en een gevoel van onveiligheid tegen de omgeving.
  • Decorumverlies: vergeten wat fatsoenlijk is 

Slide 6 - Tekstslide

Lichamelijke verschijnselen die kunnen voorkomen
Incontinentie
Vermagering
Gevoeligheid voor infecties
Problemen met lopen
Problemen met kauwen en slikken
Onregelmatig slapen

Slide 7 - Tekstslide

diagnostiek
Een huisarts mag dementie vaststellen, maar in de praktijk wordt dit vaker door een specialist gedaan. Meestal wordt onderzoek gedaan op een geheugenpolikliniek. Eventuele mogelijkheden voor onderzoek zijn:
Anamnese en lichamelijk onderzoek:
Mini Mental State Exam (MMSE) (score lager dan 24 wordt als afwijkend beschouwd)
Neuropsychologisch onderzoek
Bloedonderzoek
Beeldvormend onderzoek
Ruggenprik (men onderzoekt 2 soorten eiwit in het hersenvocht)
Hersenfilmpje


Slide 8 - Tekstslide

Ziekte van Alzheimer
  • Vernoemd naar Aloïs Alzheimer (arts die het omschreef in 1906) Meest voorkomende vorm
  • Oorzaak is onbekend. Soms familiair maar dan vooral als het op jonge leeftijd voorkomt
  • Gaat heel geleidelijk, maakt het is ook lastig om het op te merken. Alzheimer is niet te genezen
  • Bij de ziekte van Alzheimer ontstaan er eiwitophopingen in de verbindingen tussen de hersencellen en in de hersencellen zelf. Door deze eiwitophopingen worden de verbindingen tussen de hersencellen verbroken. Hierdoor kan informatie niet goed meer worden doorgegeven. Als neuronen kapot zijn en geen informatie meer doorgeven zullen deze krimpen, totdat ze uiteindelijk afsterven. (atrofie genoemd, dit is uiteindelijk zichtbaar op MRI of CT scan)

Slide 9 - Tekstslide

eerst merkbare symptomen
  • stoornissen in het kortetermijngeheugen.
  • Moeite met plannen en overzicht houden
  • Taalstoornissen in het begin woordvind problemen, later ook benoemingsstoornissen. Afname van begrip van taal. In de laatste fase beperkt communicatie zich vaak tot non-verbale communicatie
  • HetMaar ook apraxie, agnosie, moeite met besluitvorming en gedrags- en karakterveranderingen treden bij Alzheimer op. De helft van de zorgvragers ervaart daarbij ook hallucinaties en wanen.
Het is belangrijk om te begrijpen dat mensen met de ziekte van Alzheimer het moeilijk vinden dat zij de regie en controle over hun eigen leven verliezen. Veel patiënten met Alzheimer krijgen te maken met depressieve gevoelens en 33% krijgt zelfs een depressie..

Slide 10 - Tekstslide

Vasculaire dementie
15 tot 20 % als oorzaak Hersenbeschadigingen worden veroorzaakt door stoornissen in de bloedvoorziening van de hersenen.
Verschijnselen zijn dus afhankelijk van de plaats waar de beschadiging is.
Een bloedstolsel komt los (embolie in de ader ergens in het lichaam), stolsel komt terecht in de hersenvaten, het erachter liggende weefsel krijgt geen vers bloed meer aangevoerd en sterft af. (dit is een herseninfarct) (grote prop is groot infarct, kleine prop TIA)
als deze infarctjes meer gaan optreden en vaker voorkomen kan Vasculaire dementie ontstaan
Begin is acuut, plotseling wegvallen van functies
Stapsgewijze verslechtering (telkens als er een klein infarctje optreedt) dit kan afgewisseld worden met stabiele periodes. In die periodes kan er wat verbetering optreden

Slide 11 - Tekstslide

Vervolg vasculaire dementie
Langer besef van hun dementie, verdrietig voor de mensen
Vaker bij jongere mensen (50-65 jaar) (preseniele dementie= voor de ouderdom)
Risico:
Hoge bloeddruk, diabetes, hart en vaataandoeningen, CVA/TIA’s
Met bloedverdunners kan het ziekteproces van vasculaire dementie enigszins worden geremd, de doorbloeding van de hersenen verbetert.
Met een MRI-scan zijn de beschadigingen van de verbindingen tussen de hersencellen zichtbaar. Er is geen behandeling voor de hersenbeschadigingen.

Slide 12 - Tekstslide

Symptomen vasculaire dementi
Functies worden aangetast afhankelijk van de plaats van de beschadiging
Wat je vooral ziet:
Geheugen; geen brede achteruitgang maar eerder gaten in het geheugen
Coördinatie, evenwichts- en gezichtsstoornissen en neurologische uitvalsverschijnselen
Afasie
Niet aangetaste delen blijven intact en dus ook de vaardigheden. Bewustwording van dit proces kan leiden tot neerslachtigheid of angst of boosheid

Slide 13 - Tekstslide

Symptomen vasculaire dementie
Hoe meer van onderstaande kenmerken optreden, hoe meer kans op vasculaire dementie 
Abrupt begin, Sprongsgewijze achteruitgang
Wisselende ernst van symptomen
Nachtelijke onrust
Relatief goed bewaarde persoonlijkheid
Depressieve stemmingen
Emotionele labiliteit
Verhoogde bloeddruk
Reeds doorgemaakt CVA
Neurologische verschijnselen (verlamming, gezichtsstoornissen)
Tekenen van aderverkalking

Slide 14 - Tekstslide

Fronto temporale dementie
Arnold Pick Duitse neuroloog en psychiater(1851-1934)
Is een aandoening van het voorste deel van de hersenen;
Frontaalkwab of voorhoofdskwab
Temporaalkwab of slaapkwab
Deze gebieden zijn belangrijk bij het reguleren van ons gedrag.
Gedrags- en persoonlijkheidsveranderingen staan dan ook op de voorgrond  Geheugenproblemen treden pas veel later op. Deze aandoening wordt vaak verward met een psychiatrische stoornis.
Begin is tussen 40 en 50 e levensjaar

Slide 15 - Tekstslide

Fronto-temporale dementie 
  • komt voor tussen 40 en 70, kan erfelijk zijn
  • bieden van structuur in de omgang is belangrijk
  • apathie, initiatief verlies,
  • verminderde emoties/sociaal contact
  • ontremd gedrag, bep. impulsen (eten b.v.) kan men niet meer beheersen
  • soms dwangmatig in omgang (vasthouden aan dagindeling, 9 uur wassen)
  • geheugenproblemen

  •  problemen met spreken en taal 
  • stoornissen in het nemen van beslissingen en plannen 
  • conflicten in de omgeving door veranderde gedrag 
  • Het taalbegrip blijft lang intact, maar men heeft steeds minder zin om deel te nemen aan gesprekken. 
  • woordvindstoornissen. uiteindelijk  alleen nog maar standaard woorden.
  • echolalie kan optreden, nazeggen wat de ander zegt

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Verschijnselen korsakov
Geheugenverlies en dan vooral een inprentingsstoornis, vooral dingen die kort geleden gebeurd zijn. Door de inprenting raakt de cliënt gedesoriënteerd in tijd, plaats en persoon. (weet uiteindelijk niet meer welke dag van de week het is of welk deel van de dag, leeft in chaos) personen herkennen blijft het langst intact
Cliënt kan dingen niet langer dan 20 tot 30 seconden onthouden
Herinneringen die langer geleden hebben plaatsgevonden blijven vaak beter bewaard. Hoewel ze deze gebeurtenissen nog kunnen herinneren lukt het niet om deze in chronologische volgorde te plaatsen.
Vullen de gaten in het geheugen op met fantasieverhalen (confabuleren) De verhalen klinken zo geloofwaardig dat de buitenstaander het idee krijgt dat er met het geheugen niets mis is.


Slide 18 - Tekstslide

Door geheugenverlies komen ze in probleemsituaties, dit maakt hen onzeker en faalangstig. De ene wordt apathisch de ander juist agressief.
Verschil met Alzheimer is dat herinneringen uit het verre verleden in tact blijven, zo ook de intellectuele vaardigheden (begrip blijft intact)
Wanneer men stopt met drinken blijven de stoornissen stabiel soms zelfs een lichte verbetering. Als cliënt niet stopt met drinken kan Korsakov overgaan in alcoholdementie en dan verdwijnen ook de herinneringen uit het verre verleden.
Vaak eenzaam bestaan omdat door de alcohol veel relaties zijn verstoord

Slide 19 - Tekstslide

omgang
Steekwoorden:
Concreet
Kort
Consequent
Continu
Ze hebben baat bij structuur (dagindeling) Gebruik van agenda 
Klok ophangen, ruimtes merken
Niet wijzen op gaten in het geheugen, zoek dingen die de cliënt goed kan

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

lewy body dementie
Friedrich H Lewy 1961, tot voor kort beschouwd als zeldzaam. Sinds de laatste jaren besef dat het meer voorkomt dan aangenomen. 
Lewy body dementie komt voor bij 10% van de mensen met dementie. Bij deze vorm van dementie ontstaan symptomen doordat er in de hersenen abnormale eiwitstructuren, Lewy bodies, worden gevormd. Deze Lewy bodies zijn ook aanwezig bij mensen met de ziekte van Parkinson. Een belangrijk kenmerk van Lewy body dementie zijn de sterke schommelingen in de ernst van de klachten.
Daarnaast komen er ook bewegingsstoornissen voor die kunnen lijken op de verschijnselen bij de ziekte van Parkinson.



Slide 22 - Tekstslide

vervolg
De bewegingsstoornissen die kunnen optreden zijn:
tremor (ritmische, bevende, onwillekeurige beweging);
stijfheid;
traagheid;
verstarde houding.
In het begin van de ziekte kunnen visuele hallucinaties en wanen voorkomen. Daarnaast is er meestal al vroeg in het beloop sprake van aandachtstoornissen. Geheugenproblemen treden meestal pas later op. Andere verschijnselen die kunnen optreden zijn slaapstoornissen.

Slide 23 - Tekstslide

Ziekte van Creutzfeldt Jakob
Hersenen zien eruit als sponsen
ook bekend als gekke koeienziekte
Zeldzame vorm van dementie, komt wel bij jonge mensen voor tussen 50 en 60 jaar
Kenmerken:
Vage psychische klachten die lijken op overspannenheid, binnen enkele weken geheugenstoornissen en problemen in verwerking van informatie.
Er ontstaat een soort dronkenmansloop
Spraak wordt trager of onduidelijker
In latere fase spierschokken, stijve armen en benen, incontinentie en kan de cliënt niet meer spreken en bewegen

Slide 24 - Tekstslide