Woe 20-11-24 K2 L3

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

TH2D
Mittwoch, 20. November 2024

Slide 2 - Tekstslide

die Planung
  • Weektaakcontrole
  • Herhalen grammatica voor de toets
  • Aufgaben
  • Kiki presentatie

Slide 3 - Tekstslide

Weektaakcontrole
Kapitel 2 Lektion 4: Aufgabe 1, 4, 9, 12, 13
Ab Seite 

Slide 4 - Tekstslide

Grammatik A+B
Herhalen: regels lidwoorden 


4 Fragen


Slide 5 - Tekstslide

Vul het juiste lidwoord in:

____ Montag dauert lange.
A
Der
B
Das
C
Die

Slide 6 - Quizvraag

Vul het juiste lidwoord in:

____ Kind ist drei Jahre alt.
A
Der
B
Das
C
Die

Slide 7 - Quizvraag

Vul het juiste lidwoord in:

____ zwei Brüder laufen schnell.
A
Der
B
Das
C
Die

Slide 8 - Quizvraag

Vul het juiste lidwoord in:

Wir haben ____ Übung gemacht.
A
Der
B
Das
C
Die

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Grammatik D
Getallen t/m 100


4 Fragen


Slide 11 - Tekstslide

Grammatik D
Getallen t/m 1000

Slide 12 - Tekstslide

Welk getal zeg ik?

Slide 13 - Open vraag

Welk getal zeg ik?

Slide 14 - Open vraag

Welk getal zeg ik?

Slide 15 - Open vraag

Welk getal zeg ik?

Slide 16 - Open vraag

Getallen
0
null
1
eins
2
zwei
3
drei
4
vier
5
fünf
6
sechs
7
sieben
8
acht
9
neun
10
zehn
11
elf
12
zwölf
13
dreizehn
14
vierzehn
15
fünfzehn
16
sechzehn
17
siebzehn
18
achtzehn
19
neunzehn
20
zwanzig
30
dreißig
40
vierzig
50
fünfzig
60
sechzig
70
siebzig
80
achtzig
90
neunzig
100
hundert
1000
tausend
getal+zehn
getal+zig
21= einundzwanzig
36= sechsunddreißig
44= vierundvierzig
58= achtundfünfzig
62= zweiundsechzig
79= neunundsiebzig
87= siebenundachtzig
95= fünfundneunzig
101= hunderteins
1234= tausendzwei-hundertvierunddreißig



voorbeelden
Getallen moet je vertalen zoals je het in het Nederlands zegt

Slide 17 - Tekstslide

 Aufgaben machen
opdrachten maken
  • Was (wat)? 
Kapitel 2 Lektion 3: Aufgabe 1, 2, 3, 5, 7
Ab Seite 60

  • Wie (hoe)? Online of boek
  • Hilfe (hulp)? Buren, docent
  • Zeit (tijd)? 14:00





An die Arbeit!
Vrijdag SO K2!

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide