maken paragraaf 1.1 werkboek voor de volgende les.
Huiswerk staat in magister.
Slide 2 - Tekstslide
ZELFSTANDIG
WAT:
Maken studiewijzer paragraaf 1.1
HOE:
De klok geeft aan wat wel en niet mag.
TIJD:
de timer laat het je zien!
KLAAR?
- Beginnen met je huiswerk.
- Maken lessenUp paragraaf 1.1
Dit staat in je studiewijzer!
timer
12:00
zelfstandig zonder te praten
zelfstandig zonder te praten,met
oortje
samenwerken met andere
tekstboek: blz. 6. studiewijzer: blz. 2
Slide 3 - Tekstslide
Samenvatting vorige les
Bij maatschappijleer leer je allerlei feiten over de Nederlandse
Een is iets wat je kan controleren. Ook leer je je te geven, namelijk hoe je ergens over denkt. Als je je mening geeft zonder dat je de feiten kent noem je dat een . Voor een goede mening moet je leren iets
van kanten te bekijken. Ook moet je uitleggen waarom je iets vindt. Je noemt dit een
feit
samenleving
mening
vooroordeel
verschillende
argument
probleem
maatschappijleer
Slide 4 - Sleepvraag
Leerdoel
je kan uitleggen wat een maatschappelijk probleem is.
Je kan voorbeelden noemen van maatschappelijke problemen.
je kan uitleggen hoe je een maatschappelijk probleem kan onderzoeken.
Slide 5 - Tekstslide
GEZAMELIJK:
lezen paragraaf 2 blz. 10
ZELFSTANDIG:
maken studiewijzer begrippen en opdrachten in je boek.
GEZAMELIJK:
nakijken stdiewijzer
hebben we ons doel gehaald?
TO DO
Slide 6 - Tekstslide
ZELFSTANDIG
WAT:
Maken studiewijzer blz. 3
Hoe:
Zelfstandig zonder te praten
Tijd: 12 min
Klaar: beginnen huiswerk. opdrachten blz. 11 in je werkboek.
opdr. 1 t/m8 +samenvatting
timer
12:00
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Slide 9 - Video
Maatschappelijk
probleem
Persoonlijk
probleem
130 rijden op snelweg
Coma zuipen
Jij rookt
De verslaving van een vriend
Hondenpoep op straat
Spijbelen
Pesten
Ruzie met je buurman
Roken op school
Slide 10 - Sleepvraag
Wat is een maatschappelijk probleem?
1. Veel mensen hebben er mee te maken
2. Er zijn verschillende meningen over.
3. De overheid bemoeit zich met een probleem
Slide 11 - Tekstslide
criminaliteit
woningnood
omgaan met elkaar
social media
economie
verschillende culturen
Voorbeelden
Slide 12 - Tekstslide
6 stappen om een maatschappelijk probleem te onderzoeken
1. Wat is het probleem?
2. wie zijn er bij het probleem betrokken
3. wat willen ze precies en waarom willen ze dat?
4. wat zijn de oorzaken van het probleem
5. Op welke manieren kan het probleem worden opgelost.
6. Wat is jouw oplossing? geef duidelijk argumenten
Slide 13 - Tekstslide
Een maatschappelijk probleem
geen maatschappelijk probleem
Er is maar één oplossing
Het probleem krijgt veel aandacht in de media
De politiek bemoeit zich met het probleem
Veel mensen hebben ermee te maken
Mensen hebben verschillende meningen over de oorzaak en de oplossing.
weinig mensen hebben ermee te maken
Het probleem krijgt weinig aandacht in de media
Slide 14 - Sleepvraag
Welk maatschappelijk probleem zie je op de afbeelding
A
iedereen is op vakantie
B
te veel auto's hierdoor komt er file
C
te veel witte auto's
D
dit is geen maatschappelijk probleem
Slide 15 - Quizvraag
Je mening vormen:
FEITEN
GEEN VOOROORDELEN
ARGUMENTEN
VERSCHILLENDE KANTEN BEKIJKEN
Slide 16 - Tekstslide
Wat is een mening?
Als je iemand laat weten hoe je over iets denkt.
Slide 17 - Tekstslide
Wat is een feit?
Een feit is wat echt gebeurd is.
Je kunt het bewijzen!
Slide 18 - Tekstslide
Wat is een vooroordeel?
Als je iets zegt over iemand zonder dat je de feiten kent
Slide 19 - Tekstslide
Wat is een argument?
Een argument is iets wat je vertelt om uit te leggen waarom je iets vindt.
Slide 20 - Tekstslide
van verschillende kanten bekijken
Iedereen heeft een eigen kant van een verhaal.
luister naar beide
Slide 21 - Tekstslide
Je mag zeggen wat je denkt.
Maar denk ook na over wat je zegt
kwets geen andere mensen
gebruik geen scheldwoorden
andere mogen ook een mening hebben
timer
12:00
Slide 22 - Tekstslide
F
M
Veel jongeren hebben een mobieltje
Van veel snoep word je misselijk
Spa is gezonder dan een sinas
Alle docenten geven goed les
Bier geeft gezelligheid
Coca-Cola is lekkerder dan Pepsi
Slide 23 - Sleepvraag
zelfreflectie: wat heb ik geleerd?
Beschrijf in 4 zinnen wat je hebt geleerd in de les.