Weer&klimaat 2122

Weer & Klimaat
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Weer & Klimaat

Slide 1 - Tekstslide

Temperatuurfactoren: breedteligging(B47 t/mB50)

Slide 2 - Tekstslide

Je kan uitleggen waarom er verschillende seizoenen zijn.

Je hebt verschillende seizoenen, maar waarom zijn er verschillende seizoenen?
Zon en aarde (B44 seizoenen)
Seizoenen uitleg

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer is het zomer op het zuiderlijk halfrond? 
Op welke kleur lijn staat de zon in december? 
Seizoenen

Slide 4 - Tekstslide

De temperatuurfactoren
Waar is het warmer, op hoge breedte of op lage breedte?
Het is warmer op lage breedte, hier schijnt de zon op een kleiner oppervalk én leggen een kortere weg op door de dampkring. 

Slide 5 - Tekstslide

Je kan uitleggen hoe de breedteligging invloed heeft op de temperatuur 


Je  hebt verschillende breedtegraden, maar kun je op hoge breedte of lage breedte een hogere temperatuur verwachten? 
Temperatuurfactoren: breedteligging(B47 t/mB50)
Temperatuurfactoren 
Breedteligging en temperatuur
Luchtstreken 
Isothermen 

Slide 6 - Tekstslide

Je kan vertellen welke twee manieren om luchtstreken te begrenzen zijn er? 


Welke begrenzing zie je hiernaast? 


......... begrenzing
Jawel hoor, thermische begrenzing. 

Lijnen die plaatsen met een gelijke temperatuur met elkaar verbinden, heten isothermen. 

Iso = gelijk
Thermos = warmte 
B50 Isothermen

Slide 7 - Tekstslide

A
B
Zet bij de letter de juiste begrenzing

Slide 8 - Tekstslide

Je kunt uitleggen hoe isothermen werken. 


Welke boom vormt de kenmerkende boom voor de tropen? 
De grens van de tropen

Slide 9 - Tekstslide

Temperatuurfactoren: hoogteligging(B51 en B52)

Slide 10 - Tekstslide

Je kunt de verschillende hoogtegordels benoemen.


Hoe worden de hoogtegordels onderscheiden? 

Slide 11 - Tekstslide

Je kunt benoemen welke wetmatigheid er is bij hoogteligging. 
 

Welke vijf gordels zijn er? 
Wetmatigheid
Het betekent regel. 

De regel is: hoe hoger je komt, hoe kouder het wordt. 
B 51 Hoogtegordels

Slide 12 - Tekstslide

B 52 Hoogteligging en temperatuur 

Hoe kan het dat het op de bergtop niet warmer is dan aan de voet van de berg? 
B52 Hoogteligging en temperatuur

Slide 13 - Tekstslide

Temperatuurfactoren: land en zee( B53 t/m B56)
Gesteldheid aardoppervlak/ land-zeeverdeling:
Gesteldheid aardoppervlak/ land-zeeverdeling: water koelt minder snel af en warmt minder snel op.

Slide 14 - Tekstslide

Aanlandige wind
Aflandige wind
Aanlandige wind
Bij een aanlandige wind wordt het in de zomer minder warm(verkoeling) en in de winter minder koud. 
Aflandige wind
Bij een aflandige wind wordt het in de zomer warmer en in de winter kouder. 

Slide 15 - Tekstslide

B55 Zeestromen 
Welke zeestroom heeft invloed op de temperatuur in Hammersfest? (Noord Noorwegen)
Hammersfest
De oorzaak van deze 'hoge' temperatuur is de warme zeestroom voor de Noorse kust. 
Golfstroom
De Golfstroom brengt relatief warm zeewater uit de Golf van Mexico. 

relatief= in verhouding met de rest. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Slide 18 - Tekstslide

Stuwingsregens
Frontale regens 
Frontale regens
Front betekent bosting

Frontale regens is een otsign van twee luchtsoorten. 
Warme en koude lucht. 

Wetmatigheid(regel) koude lucht is sterker dan warme lucht én dus moet warme lucht omhoog. Een gevolg is dat deze warme lucht opstijgt, afkoelt én condenseert. Gevolg= neerslag

Slide 19 - Tekstslide

Regen in de tropen

Slide 20 - Tekstslide

De Tropen

Slide 21 - Tekstslide

Savanne

Slide 22 - Tekstslide

De Savanne, een overgangsgebied

Slide 23 - Tekstslide

Tropisch regenwoud   -   Savanne                -             Steppe          -                Woestijn
Landschap rond de evenaar:

Slide 24 - Tekstslide

Tropisch regenwoud
Savanne 
Savanne 
Steppe
Steppe
Woestijn
Woestijn

Slide 25 - Tekstslide