Weer en klimaat deel 2 temperatuurfactoren
1 / 21
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Op welk deel is het warmer
A
Nummer 1
B
Nummer 2
Slide 2 - Quizvraag
Op welk deel valt de zon loodrecht naar beneden?
A
Nummer 1
B
Nummer 2
Slide 3 - Quizvraag
In dit geval heeft het verschil in temperatuur te maken met:
A
De hoogteligging
B
Met het seizoen te maken
C
Met de stand van de zon
D
De breedteligging
Slide 4 - Quizvraag
Hoge breedte
Lage breedte
korte afstand tot de zon
Lage zonnestand
Kleine schaduw
Groot oppervlak verwarmen
Slide 5 - Sleepvraag
Hoe lager de breedteligging van een plaats, hoe kouder het is
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Hoe op de berg, hoe
Kleiner
Kouder
Hoger
Warmer
Slide 7 - Sleepvraag
Wat is de algemene regel die hoort bij de hoogteligging?
hoe..... hoe... (+ hoeveel graden celsius?)
A
hoger, kouder. 0,6 graden per kilometer
B
hoger, kouder. 6 graden per kilometer
C
hoger, warmer. 0,6 graden per kilometer
D
hoger, warmer, 6 graden per kilometer
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Wat warmt sneller op land of zee/water? Verklaar je keuze
Slide 10 - Open vraag
In welk seizoen is de temperatuur in de Noordzee prettiger om in te zwemmen?
A
Lente
B
Herfst
Slide 11 - Quizvraag
In welk seizoen is het waarschijnlijk de temperatuur op het strand het meest prettig om te zonnen ?
A
Lente
B
Herfst
Slide 12 - Quizvraag
Verklaar (leg uit) het verschil in winter temperatuur tussen
de steden Amsterdam en Saratov
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Tekstslide
Welk type wind hoort bij de afbeelding?
A
Aanlandige wind
B
Aflandige wind
Slide 15 - Quizvraag
Welk kenmerk van aanlandige wind In Nederland is juist?
A
In de zomer is aanlandige wind warm.
B
Aanlandige wind waait van land naar zee.
C
In de winter is aanlandige wind koud.
D
In de winter is aanlandige wind zacht.
Slide 16 - Quizvraag
Als de wind uit het Oosten komt is dat een ...
A
aanlandige wind
B
aflandige wind
Slide 17 - Quizvraag
Nederland
Oost-Europa
-In de winter ligt de temperatuur hier vaak onder het vriespunt
- Door het zeewater zijn de temperaturen hier minder extreem
De zee heeft hier nauwelijks invloed op de temperatuur
In de winter zorgt de aanlandige wind hier voor zachter weer
Slide 18 - Sleepvraag
Slide 19 - Tekstslide
Twee plaatsen, dezelfde breedteligging... temperatuurverschil: hoe kan dat?
