2H 1.6B

Leerdoel voor deze les
De wetenschappelijke notatie bij kleine getallen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leerdoel voor deze les
De wetenschappelijke notatie bij kleine getallen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Bij kleine getallen geldt dat het aantal nullen overeenkomt met het exponent met een - ervoor.

Slide 11 - Tekstslide

Bij kleine getallen geldt dat het aantal nullen overeenkomt met het exponent met een - ervoor.
Je telt hier  5 nullen en dus wordt het exponent -5 

Slide 12 - Tekstslide

Bij kleine getallen geldt dat het aantal nullen overeenkomt met het exponent met een - ervoor. 
Je telt hier 2 nullen en dus wordt het exponent -2 

Slide 13 - Tekstslide

Wat is de wetenschappelijke notatie van?
A
7,3106
B
73107
C
0,73105
D
7,3106

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de wetenschappelijke notatie van?

0,02569 
A
2,569102
B
2,569102
C
25,69102
D
2,569103

Slide 15 - Quizvraag

schrijf voluit:

Slide 16 - Open vraag

Hoe schrijf je 0,00054 in de wetenschappelijke notatie?
A
0,54103
B
5,4104
C
5,4104
D
54103

Slide 17 - Quizvraag

Noteer 0,000 000 007456 in de wetenschappelijke notatie
A
7,46109
B
74561012
C
7,46109
D
74561012

Slide 18 - Quizvraag

schrijf voluit:

7,42104

Slide 19 - Open vraag