Woche 49

H2e Duits, Woche 49
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

H2e Duits, Woche 49

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Beginopdracht

Maak Aufgabe 30 op blz. 132.
Katrin heeft in haar dagboek geschreven; 
ze beschrijft hoe haar week was. 
Zet op elke lege plek een passend woord 
uit woordenlijst G (S. 141).

Slide 3 - Tekstslide

Diese Woche:
Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht
Lesen: Aufgabe 16 (1/2)
Training Kapitel 4
Hausaufgaben
Freitag (80 Min.)

Beginopdracht
Lesen: Aufgabe 16 (2/2)
Challenge Kapitel 3 + 4
Dienstag (40 Min.)

Beginopdracht
Lesen: Aufgabe 28 + 29
Training Kapitel 3
Hausaufgaben

Slide 4 - Tekstslide

Lesen
- Aufgabe 28 (S. 130):
A: Lees de blog op blz. 130-131 en kruis aan of de beweringen goed of fout zijn.


- Aufgabe 29 (S. 131): 
Sebastian reageert op één van de blog-antwoorden. Op wie? 

Klaar? Door met je huiswerk, Aufgabe 1 + 2 + 3 op blz. 170.

Slide 5 - Tekstslide

Herhaling grammatica Kap. 3
Grammatik C (S. 110): 
- Leer "ettenten" bij de werkwoorden met een stam op s-klank.

Grammatik E (S. 110): 
- Leer wat ein/eine en kein/keine betekent en wanneer er wel/geen -e- achter komt te staan.

Getallen vanaf 100 (S. 109): Leer hoe je getallen vanaf honderd opbouwt (honderd = hundert, duizend = tausend).  

Slide 6 - Tekstslide

Training Kapitel 3
- Aufgabe 1 (S. 170): 
Omcirkel de juiste vorm voor de zin. Is het znw m/v/o/mv?

- Aufgabe 2 (S. 170): 
Zet de bedragen om in woorden (in het Duits!)

- Aufgabe 3 (S. 170):
Zet de werkwoorden uit de kantlijn in de juiste vorm. 

Slide 7 - Tekstslide

Hausaufgaben für Donnerstag
- Afmaken: Training Kapitel 3 (Aufgabe 1 + 2 + 3, S. 170)

- Leren: Wörterliste G, helemaal (S. 141)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Beginopdracht
Vertaal. Klaar? Pak je HW erbij (S. 170)
Versie A
Versie B
de avond
de namiddag
de betekenis
de nacht
buiten
binnen
ondertussen
helaas
laf
gek

Slide 10 - Tekstslide

Diese Woche:
Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht
Lesen: Aufgabe 16 (1/2)
Training Kapitel 4
Hausaufgaben
Freitag (80 Min.)

Beginopdracht
Lesen: Aufgabe 16 (2/2)
Challenge Kapitel 3 + 4
Dienstag (40 Min.)

Beginopdracht
Lesen: Aufgabe 28 + 29
Training Kapitel 3
Hausaufgaben

Slide 11 - Tekstslide

Lesen
Aufgabe 16 (links!)
S. 122
Lees de tekst en kruis aan of de beweringen goed of fout zijn. 
De foute beweringen corrigeer je onder het woord "Korrektur"

Klaar? Ga door met Aufgabe 1 + 2 op blz. 172.

Slide 12 - Tekstslide

Herhaling grammatica Kap. 4
Grammatik C (S. 144): 
- Leer de Duitse vertalingen van de bezittelijke voornaamwoorden uit je hoofd. 
- Leer wanneer je er wel/geen -e- achter zet.

Grammatik E (S. 144): 
- Leer "estenten". Wanneer komt er een tussen-e bij?

Slide 13 - Tekstslide

Training Kapitel 4
- Aufgabe 1 (S. 172):
Zet de werkwoorden tussen haakjes in de juiste vorm.
- Aufgabe 2 (S. 172):
Onderstreep per zin de juiste vorm van (g)een of het bezittelijk voornaamwoord.
- Lesen: Aufgabe 16 (links!): S. 122

Slide 14 - Tekstslide

Hausaufgaben für Freitag
- Afmaken: Training Kapitel 4 (S. 172)

- Leren: alle woordjes van Kapitel 4 (S. 140-141)


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Beginopdracht


Lees de tekst bij Aufgabe 16 rechts (S. 123).
Je hebt 5 minuten, kijk hoever je komt. 
Als je snel gaat, kun je al beginnen aan de vragen.

Slide 17 - Tekstslide

Diese Woche:
Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht
Lesen: Aufgabe 16 (1/2)
Training Kapitel 4
Hausaufgaben
Freitag (80 Min.)

Beginopdracht
HW bespreken
Lesen: Aufgabe 16 (2/2)
Challenge Kapitel 3 + 4
Dienstag (40 Min.)

Beginopdracht
Lesen: Aufgabe 28 + 29
Training Kapitel 3
Hausaufgaben

Slide 18 - Tekstslide

Lesen
Aufgabe 16 (rechts!)
S. 123

Lees de tekst en kruis aan of de beweringen goed of fout zijn. 
De foute beweringen corrigeer je onder het woord "Korrektur".

Slide 19 - Tekstslide

Challenge Kapitel 3 (S. 171)

Aufgabe 1: Vervang het bepaald lidwoord (der/die/das) door een onbepaald lidwoord (ein/eine of kein/keine).

Aufgabe 2: Zet de werkwoorden in de juiste zin in de juiste vorm.

Aufgabe 3: Schrijf de getallen als Duitse woorden op.
Challenge Kapitel 4 (S. 173)

Aufgabe 1: Vul de bezittelijke voornaamwoorden in de zinnen in. Kijk goed naar het voorbeeld.

Aufgabe 2: Vertaal de zinnen van A naar het Duits, en de zinnen van B naar het Nederlands.

Slide 20 - Tekstslide