3.3 Lezen les 5 1BK

3.3 Lezen
timer
1:00
  • Lesboek en etui op de hoek van je tafel.
  • Ga rustig zitten terwijl ik voorlees.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 35 min

Onderdelen in deze les

3.3 Lezen
timer
1:00
  • Lesboek en etui op de hoek van je tafel.
  • Ga rustig zitten terwijl ik voorlees.

Slide 1 - Tekstslide

Toetsen Nederlands periode 2
  •         Schrijfvaardigheid (informatieve tekst)
  •         Orientatie op fictie (boekpromotieposter)
  •         Leesvaardigheid en woordenschat (H2 & 3) Toets 24 maart

Slide 2 - Tekstslide

3.3 Lezen
In deze paragraaf leer je:
  • het tekstdoel informeren herkennen.
  • hoe je nauwkeurig leest.

Slide 3 - Tekstslide

Vandaag
In deze paragraaf leer je:
  • Oefenen met woorden uit hoofdstuk 2
  • Huiswerk bespreken
  • Afmaken leestaak en afronden paragraaf Lezen 

Slide 4 - Tekstslide

Woorden hoofdstuk 2 - even oefenen
  • Wat  betekent het onderstreepte woord?
     
    Ik accepteer dat ik morgen na de les moet terugkomen..
  • => iets nemen zoals het is

  • Wat betekent het onderstreepte woord?
     
    In de stille oceaan hebben onderzoekers een uniek zeedier ontdekt.
  • => enig in zijn soort, bijzonder  

Slide 5 - Tekstslide

Woorden hoofdstuk 2 - even oefenen
Wat betekent het onderstreepte woord?
  • Met de kennis die ik nu heb kan ik de toets makkelijk maken.
  • => dat wat je weet

  • Dat is geen vriend van mij, maar eerder een kennis.
  • => iemand die je kent.

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag
  • Huiswerk bespreken opdracht 14. blz. 150
  • Maken opdracht 15 en 16.
  • Klaar?  Oefen de woorden van hoofdstuk 2 met de woordtrainer in Max Talent

Slide 7 - Tekstslide

Wat je moet weten voor de toets.
  • Herkennen inleiding, kern en slot    (H2)
  • Wat verkennend lezen is, en hoe je dat doet. (H2)
  • Welke tekstdoelen er zijn. (H3)
  • Wat het tekstdoel informeren is, en voorbeelden daarvan. (H3)
  • Wat nauwkeurig lezen is, en het verschil met verkennend lezen (H3)
  • De woorden en betekenissen van hoofdstuk 2 en 3.

Slide 8 - Tekstslide

3.3 Lezen Nauwkeurig lezen (blz. 147)
Als je precies wilt weten wat er in een tekst staat, dan ga je de tekst nauwkeurig lezen.
Nauwkeurig lezen doe je zo:

- Lees de tekst aandachtig. Lees zin voor zin.
- Probeer zo goed mogelijk te begrijpen wat er staat.





Slide 9 - Tekstslide

3.3 Woordenbingo
  • Je krijgt een lege 'bingokaart' met 9 vakjes.
  • Je vult in elke vakje een woord in hoofdstuk 2 blz. 99 en 101
  • Op het bord draait het 'Rad met de Betekenissen' 
  • Stopt het Rad bij een betekenissen waar jij het woord van hebt opgeschreven, dan zet je daar een kruis doorheen.
  • Wie heeft het eerst 'WoordBingo'!!!



Slide 10 - Tekstslide

3.3 Lezen Tekstdoel - informeren (blz. 143)
Bij elke tekst die je leest, kun je je afvragen: wat is het doel van de schrijver? Dit noem je het tekstdoel.
Je leert dit jaar 4 tekstdoelen: informeren, activeren, amuseren en overtuigen.

Een tekstdoel dat vaak voorkomt is informeren.





tekstdoel
Wat wil de schrijver?
voorbeelden
informeren
De schrijver wil de lezer informatie geven over een bepaald onderwerp.
nieuwsbericht, tekst uit een schoolboek

Slide 11 - Tekstslide

3.3 lezen - even herhalen
  • Wat is het verschil tussen verkennend- en nauwkeurig lezen?
  • => Bij verkennend lezen lees je niet alles,
           bij nauwkeurig lezen lees je de hele tekst heel goed, zodat je
           de tekst goed begrijpt.

  • Welke 4 tekstdoelen zijn er?
  • => Informeren, activeren, amuseren, overhalen.

  • Wat is een witregel?
  • =>  Een regel waar niks op staat voor en na een alinea.

Slide 12 - Tekstslide