,

3TB : Koppelteken en trema HIN

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Welkom
Ga rustig zitten volgens de plattegrond.  

Pak  je boek voor op blz 202, schrift en pen. 
En log alvast in op deze LessonUP. 





timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

Dagopening

Slide 3 - Tekstslide

Mededelingen
Formulier vakkenkeuze invullen. 

Slide 4 - Tekstslide

Vandaag
  • Herhaling tussenletters in samenstelling 
  • Mededelingen
  • Startopdracht
  • Uitleg koppelteken en trema  
  • Oefenen + stukje herhaling
  • Zelfstandig werken 
  • Afsluiting + lesdoel checken

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

KOPPELTEKEN EN TREMA
BLZ 202 

Slide 7 - Tekstslide


Koppelteken

Liggend streepje

Slide 8 - Tekstslide

Functies koppelteken
Hoofdfunctie
Het voorkomen van klinkerbotsing bij het lezen.

Wij kennen in het Nederlands veel klanken: oe, au, oa, ei, ij, ie, eu, ee, aa, enz.
Als deze letters wel naast elkaar staan, maar niet als één klank mogen worden uitgesproken, gebruik je het koppelteken.
--> radiouitzending
--> radio-uitzending

Slide 9 - Tekstslide

Kies de juiste spelling
A
minimuminkomen
B
minimum-inkomen

Slide 10 - Quizvraag

Kies de juiste spelling
A
BMIwaarden
B
BMI-waarden

Slide 11 - Quizvraag

Kies de juiste spelling
A
politieauto
B
politie-auto
C
politie auto

Slide 12 - Quizvraag

Kies de juiste spelling
A
stageuren
B
stage-uren

Slide 13 - Quizvraag

Kies de juiste spelling
A
autoonderdelen
B
auto-onderdelen

Slide 14 - Quizvraag

Kies de juiste spelling
A
radiouitzending
B
radio-uitzending
C
radio uitzending

Slide 15 - Quizvraag

Kies de juiste spelling
A
galaavond
B
gala-avond
C
gala avond

Slide 16 - Quizvraag

Kies de juiste spelling
A
garageeigenaar
B
garage-eigenaar
C
garage eigenaar

Slide 17 - Quizvraag

Het trema

Slide 18 - Tekstslide

Het trema
Het trema gebruik je in meerdere gevallen:

  1. meervouden op -ee of -ie
  2. klinkerbotsing

Slide 19 - Tekstslide

Het trema
Het trema gebruik je bij meervouden van woorden op -ee of -ie

  • Als het enkelvoud eindigt op -ee, maak je het meervoud met -ën:
     idee --> ideeën / fee --> feeën / trofee --> trofeeën
  • Als het enkelvoud eindigt op -ie, maak je het meervoud met -ën of met -n. Dit is afhankelijk van de klemtoon:
    - als de klemtoon op -ie valt, dan voeg je -ën toe: theorie --> theorieën
    - als de klemtoon op een andere lettergreep valt, dan krijgt de laatste -e een trema en voeg je       alleen -n  toe: olie --> oliën

Slide 20 - Tekstslide

Het trema
2. Het trema gebruik je bij een klinkerbotsing. 
Hierbij kun je denken aan de klanken au, ou, oe, ei, ie, ui, eu,en ij.

Bijvoorbeeld: 
- reunie --> reünie
- concierge --> conciërge

Zonder trema kun je het woord anders uitspreken.

Slide 21 - Tekstslide

Trema?
financieel
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quizvraag

Trema?
industriele
A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quizvraag

Trema?
tatoeage
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quizvraag

Trema?
financien
A
ja
B
nee

Slide 25 - Quizvraag

Trema?
Welke vorm is onjuist?
A
gevarieerd
B
geïllustreerd
C
gekopieerd
D
gefinanciërd

Slide 26 - Quizvraag

Trema?
fotoalbum
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quizvraag

Trema?
smeuig
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quizvraag

ZELFSTANDIG WERKEN
Wat:
Opdracht 1 t/m 4
Bladzijde 202-203
Hoe:
In je boek en schrift. 

Hulp:
Theorie op blz. 202
Kom je er niet uit? Steek dan je hand op.
Tijd:
Tot het einde van deze les.
Klaar:
Oefen in de online methode met de trainer.
timer
12:00

Slide 29 - Tekstslide

Hoe scoor je jouw inzet deze les?
0100

Slide 30 - Poll

Heb je het lesdoel van vandaag behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

Tot morgen!
Tot morgen!

Slide 32 - Tekstslide