Rekenen hoofdstuk 4 - bedrijfseconomie

Rekenen
Bedrijfseconomie hoofdstuk 4
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Rekenen
Bedrijfseconomie hoofdstuk 4

Slide 1 - Tekstslide

Account gereed maken
1. Ga naar lessonUp en log in met je microsoft 365 account. Dus niet met een e-mail en wachtwoord.


2. Vul de klascode in
DG3A =  jqrdv
DG3B = ysjkj
DG3C = umjod

Slide 2 - Tekstslide

Gebruik de investeringsbegroting om te rekenen
Formule marktaandeel

Slide 3 - Tekstslide

Van een bedrijf is de volgende investeringsbegroting bekend:
Vaste activa
Inventaris € 6.000
Bedrijfsauto € 30.000
Computers € 16.000
Software € 3.000



Vlottende activa
Voorraden € 4.000
Liquide activa
Kas € 6.500
Bank € 9.000
Aanloopkosten € 4.300

Slide 4 - Tekstslide

Het bedrijf heeft € 40.000 eigen vermogen. De rest van geld voor de benodigde investeringen moet het bedrijf lenen. Hoeveel moet het bedrijf lenen?

Slide 5 - Open vraag

Bereken hoeveel procent van de investeringen wordt gedaan met
eigen vermogen?

Slide 6 - Open vraag

De omzet van Albert Heijn bedraagt in 2017 € 31,2 miljard. Hoeveel bedroeg de omzet van Jumbo in 2017? Geef je
berekening.

Slide 7 - Open vraag

In 2016 zijn er in Nederland 385.259 auto’s verkocht. Hiervan waren er 21.354 van het merk Audi. Bereken het marktaandeel van het merk Audi.

Slide 8 - Open vraag

Herhaling hoofdstuk 4
Wat weet je nog per paragraaf van hoofdstuk 4?

Slide 9 - Tekstslide

Wat weet je nog?
4.1 een eigen bedrijf

Slide 10 - Woordweb

Leerdoelen paragraaf 4.1
  • Je kunt motieven noemen om een eigen bedrijf te starten.
  • Je kunt verschillende ondernemingsvormen uitleggen.
  • Je kunt uitleggen dat aansprakelijkheid per rechtsvorm verschilt.
  • Je kunt het verschil tussen werknemer en werkgever aangeven.
  • Je kunt voorbeelden noemen van (niet-)commerciële organisaties.




Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen van paragraaf 4.1 zijn voor mij duidelijk
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll

Ik moet voor paragraaf 4.1 nog veel leren
010

Slide 13 - Poll

Wat weet je nog?
4.2 een goed idee?

Slide 14 - Woordweb

Leerdoelen paragraaf 4.2
  • Je kunt uitleggen wat een ondernemingsplan is.
  • Je kunt de onderdelen uit het ondernemingsplan beschrijven.
  • Je kunt uitleggen wat marktonderzoek is.
  • Je kunt uitleggen dat een ondernemingsplan haalbaar moet zijn.



Slide 15 - Tekstslide

Leerdoelen van paragraaf 4.2 zijn voor mij duidelijk
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Ik moet voor paragraaf 4.2 nog veel leren
010

Slide 17 - Poll

Wat weet je nog?
4.3 hoe verkoop ik mijn bedrijf?

Slide 18 - Woordweb

Leerdoelen paragraaf 4.3
  • Je kunt uitleggen wat marketing is.
  • Je kunt het marktaandeel uitrekenen.
  • Je weet hoe je marketinginstrumenten gebruikt.
  • Je kunt voorbeelden noemen van hoe consumenten worden beïnvloed.
  • Je kunt uitleggen hoe je met behulp van prijzen de verkoop kan bevorderen.






Slide 19 - Tekstslide

Leerdoelen van paragraaf 4.3 zijn voor mij duidelijk
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Ik moet voor paragraaf 4.3 nog veel leren
010

Slide 21 - Poll

Wat weet je nog?
4.4 wie doet wat?

Slide 22 - Woordweb

Leerdoelen paragraaf 4.4
  • Je kunt uitleggen waarom binnen een bedrijf de taken verdeeld zijn.
  • Je kunt met behulp van een organogram de structuur van een bedrijf uitleggen.
  • Je kunt voorbeelden geven van staf- en lijnfuncties.
  • Je kunt uitleggen op wat voor manier de functies bij een bedrijf zijn ingedeeld.








Slide 23 - Tekstslide

Leerdoelen van paragraaf 4.4 zijn voor mij duidelijk
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Ik moet voor paragraaf 4.4 nog veel leren
010

Slide 25 - Poll