Les 1 week 15 H4 Spelling afbreekteken en weglatingsstreepje

- Nakijken Spelling H4: 1 - 4
- Hw: Sp. H4: 6 en 7 + dictee
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

- Nakijken Spelling H4: 1 - 4
- Hw: Sp. H4: 6 en 7 + dictee

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Spelling H4: 
- Je kunt het meervoud van zelfstandig naamwoorden spellen.
- Je kunt de apostrof en het weglatingsstreepje gebruiken.
- Je beheerst de werkwoordspelling in verschillende vormen.

Slide 2 - Tekstslide

Nakijken Spelling H4: 1 (blz. 175)

  • a pony's               
  • b zondagen        
  • c beton       
  • d maneges         
  • e trofees            
  • f manen
  • g stallen

Slide 3 - Tekstslide

Nakijken Spelling H4: 1 (blz. 175)

  •  h zadels
  •  i wedstrijden
  • j ruiters
  • k hobby's
  • l  bazen


Slide 4 - Tekstslide

Nakijken Spelling H4: 2 (blz. 176)

  • 1 steden                                       
  • 2 wolven                                        
  • 3 ideeën                                        
  • 4 hobby's
  • 5 tarwe (geen meervoud)
  • 6 opa's
  • 7 sterren

Slide 5 - Tekstslide

Nakijken Spelling H4: 2 (blz. 176)

  • 8 onweer
  • 9 reizen
  • 10 jaren


Slide 6 - Tekstslide

Nakijken Spelling H4: 3 (blz. 177)

  • 1 Bentes (eindigt op een korte klinker)
  • 2 '51
  • 3 Bas
  • 4 baby
  • 5 Laurens'
  • 6 cd
  • 7 buggy's
  • 8 WK
  • 9 's middags
  • 10 Otto
  • 11 Lindes (eindigt op een korte klinker)
  • 12 dvd's

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het meervoud van rijst?
A
rijst
B
rijsten
C
rijzen
D
reizen

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het meervoud van werkman?
A
werkmannen
B
werklui
C
werklieden
D
werkluien

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het meervoud van datum?
A
data
B
datums
C
data's
D
Heeft geen meervoud

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het meervoud van WK?
A
WKs
B
Wk's
C
WK's
D
Heeft geen meervoud

Slide 11 - Quizvraag

Is de volgende zin goed gespeld?
Max agenda staat vol onzin.
A
Juist
B
Niet juist

Slide 12 - Quizvraag

Is de volgende zin goed gespeld?
Tijdens de wedstrijd gooide Tim een 3'tje.
A
Juist
B
Niet juist

Slide 13 - Quizvraag

Is de volgende zin goed gespeld?
We zijn vrij met Eerste- en Tweede Paasdag.
A
Juist
B
Niet juist

Slide 14 - Quizvraag

Spelling H4: weglatingsstreepje

Slide 15 - Tekstslide

Uitleg weglatingsstreepje
Een weglatingsstreepje gebruik je om een deel van een woord weg te laten. Dit mag wanneer het woord (met dezelfde betekenis) eerder is gebruikt of gebruikt gaat worden in de zin.

Voor- en nadelen   (voordeel en nadelen)                    
In- en uitgang         (Ingang en uitgang)                    


Slide 16 - Tekstslide

Let op!!
Je mag een deel van het woord alleen welaten, als dit twee keer hetzelfde betekent. 

Niet: Ver- en koeienvoer, want voer betekent hier twee verschillende dingen!

Slide 17 - Tekstslide

Let op!!
Als je een heel woord weglaat, gebruikt je geen weglatingsstreepje!

Voorbeeld:
Mooie trui en jurk (niet: mooie trui en -schoenen, want mooie is een heel woord dat losstaat.

Slide 18 - Tekstslide

Deel van een woord
weglaten?

= met een streepje

Kerstballen en -bomen 
Heel woord weglaten?


= geen streepje

Oude en nieuwe kleren

Slide 19 - Tekstslide

Afbreekteken (uitleg)
Een afbreekteken gebruik je als een woord niet op de regel past. Dan hak je het woord in 2 delen. 
Het woord breek je af tussen twee lettergrepen

Voorbeeld:
huisdier, wordt huis - dier
overweg, wordt over-weg en géén o-verweg

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk

- Spelling Hoofdstuk 4: 

Blz. 178


Opdracht 4 + 5

 


Slide 21 - Tekstslide