Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
§4.3 Mengsels
H4 Mengen en scheiden
§4.1 De fasen van een stof
§4.2 Onderverdeling van stoffen
§4.3 Mengsels
§4.4 Scheiden van mengsels
§4.5 Samenstelling van mengsels
1 / 20
volgende
Slide 1:
Tekstslide
nask2
Middelbare school
Voortgezet speciaal onderwijs
vmbo g, t
Leerroute VG
Leerroute VT
Leerjaar 4
In deze les zitten
20 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
H4 Mengen en scheiden
§4.1 De fasen van een stof
§4.2 Onderverdeling van stoffen
§4.3 Mengsels
§4.4 Scheiden van mengsels
§4.5 Samenstelling van mengsels
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je (her)kent een paar oplosmiddelen.
Je (her)kent de mengsels suspensie, oplossing, emulsie, rook, nevel en schuim.
Je weet waar deze mengsels uit zijn opgebouwd.
Je kunt de reactievergelijking opschrijven van het oplossen van een moleculaire stof en een ionaire stof.
Slide 2 - Tekstslide
Maken
Probeer op zijn minst de volgende opdrachten goed te maken: 40, 43, 46, 47, 51,55
Vind je het onderwerp lastig, maak dan meer opdrachten.
Kijk deze opdrachten na.
Bepaal welke opdrachten je besproken wilt hebben?
Slide 3 - Tekstslide
Oplossing
= een in vloeistof opgelost gas, vloeistof of vaste stof
Suspensie
= een vaste (niet-opgeloste stof) in een vloeistof
Emulsie
= een (niet-opgeloste vloeistof) in een vloeistof
Vloeibare mengsels
Slide 4 - Tekstslide
Oplossing
Een oplossing = een
mengsel
Oplosmiddel
= de vloeistof waarin een stof opgelost wordt.
De stof is uiteengevallen in
losse
moleculen
, die omgeven worden door de watermoleculen.
De deeltjes zijn niet zichtbaar voor het oog.
Bekende oplosmiddelen
:
water, alcohol (=
tinctuur
), wasbenzine & aceton
Slide 5 - Tekstslide
Verschillende oplossingen:
Moleculaire stoffen
= de stof valt uiteen in losse moleculen in de oplossing zitten moleculen van de stof énhet oplosmiddel.
Ionaire stoffen
= de stof valt uiteen in losse, geladen deeltjes (ionen).
Voorbeelden
CO
2 (g)
CO
2 (aq)
NaCl
(s)
Na
+
(aq)
+ Cl
-
(aq)
Slide 6 - Tekstslide
Voorbeeld
:
chocolademelk
Suspensie
Stoffen lossen minder goed op > troebele vloeistof.
Moleculen vallen niet allemaal los uiteen, maar blijven soms aan elkaar 'kleven'.
De niet-opgeloste stof zakt na enige tijd naar de bodem
Slide 7 - Tekstslide
Emulsie
Emulsie
= vloeistof met daarin een niet-opgeloste, fijn verdeelde vloeistof > je ziet belletjes zweven.
Na een tijdje drijft de olie in een laagje boven op het water >
geen
emulsie meer!
Emulgator
= een stof die de twee vloeistoffen gemengd blijven, bijv. carrageen (E-nummers: 400-499).
Voorbeeld
:
olie & water; melk, mayonaise & gezichtscrème
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Rook, nevel & schuim
Rook
= 1 of meer vaste stoffen zweven fijn verdeeld in een gas.
Nevel
= vloeistof fijn verdeeld in een gas.
Schuim
= een fijne verdeling van gas in een vaste stof of vloeistof.
Voorbeeld
:
badschuim,
schuimmatras
Slide 10 - Tekstslide
Is de stof hiernaast een mengsel?
A
Nee, piepschuim is een vaste stof.
B
Ja, je ziet openingen en daar zit lucht in gemengd.
C
Nee, een mengsel bevat altijd een vloeistof.
D
Ja, in piepschuim zitten luchtbelletjes gemengd in de vaste stof.
Slide 11 - Quizvraag
Sleep de term en uitleg naar de juiste afbeelding.
schuim
Nevel
Oplossing
Emulsie
Gasbellen omhult met een vaste stof.
Vaste stof in een vloeistof.
Twee vloeistoffen die moeilijk gemengd blijven.
Vloeistof is fijn verdeeld in een gas.
suspensie
Moeilijk oplosbare vaste stof in vloeistof.
Slide 12 - Sleepvraag
Waarom wordt een emulgator toegevoegd?
Slide 13 - Open vraag
Waaruit bestaat rook?
Slide 14 - Open vraag
Is nevel een mengsel?
A
Ja
B
Nee
Slide 15 - Quizvraag
Vallen moleculen uiteen wanneer ze oplossen?
A
Ja
B
Nee
Slide 16 - Quizvraag
Welke deeltjes ontstaan bij het oplossen van zouten?
Slide 17 - Open vraag
Noteer de oplossing van alcohol in water.
Slide 18 - Open vraag
Welke vergelijking geeft het oplossen van calciumnitraat weer?
A
Ca(NO3)2 (s) > Ca(NO3)2 (aq)
B
Ca(NO3)2 (s) > Ca (aq) + (NO3)2 (aq)
C
Ca(NO3)2 (s) > Ca (aq) + 2NO3 (aq)
D
Ca(NO3)2 (s) > Ca2+(aq) + 2 NO3- (aq)
Slide 19 - Quizvraag
Geef het oplossen van natriumfluoride met een vergelijking weer.
Slide 20 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
hst 4 paragraaf 3 en 4 "mengsels en scheiden van mengsels"
September 2022
- Les met
32 slides
Scheikunde
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
NOVA NASK II H4
December 2018
- Les met
50 slides
nask2
Middelbare school
Voortgezet speciaal onderwijs
vmbo g, t
Leerroute VG
Leerroute VT
Leerjaar 4
Mengen en scheiden
November 2021
- Les met
36 slides
Scheikunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
4.3 & 4.4 Mengsels & Scheiden
November 2017
- Les met
20 slides
Scheikunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
H 2.1 soorten mengels
November 2023
- Les met
27 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
les 2 Mengsels en scheidingsmethoden
Maart 2023
- Les met
22 slides
Scheikunde
MBO
Studiejaar 2
§1.4 - Soorten mengels en pH
September 2022
- Les met
22 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
V3 H1.4 - Soorten mengels
Juli 2024
- Les met
28 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3