arn 3.1 leven op plateland

arn 3.1 leven op plateland
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

arn 3.1 leven op plateland

Slide 1 - Tekstslide

Een van de oplossingen voor de problemen in het Romeinse Rijk was de splitsing in een West-Romeins rijk en een Oost-Romeins rijk.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quizvraag

wat was geen probleem van het Romeinse Rijk?
A
Romeinen vochten telkens met elkaar om de macht
B
de grenzen werden niet goed bewaakt
C
er kwam minder belastinggeld binnen
D
de Carthagers hadden een deel van het Romeinse Rijk veroverd

Slide 3 - Quizvraag

Welk probleem leidde niet tot de val van het Romeinse rijk?
A
Het leger was te klein om de grenzen te verdedigen
B
De bevolking moest teveel belasting betalen, wat ze vaak niet onden opbrengen
C
De soldaten bleven trouw aan de keizer
D
Er was vaak een machtsstrijd om het keizerschap

Slide 4 - Quizvraag

Waardoor kwam het Romeinse Rijk in de problemen?
A
Barbaren vielen in het oosten het Romeinse Rijk aan.
B
Inwoners weigerden belasting te betalen.
C
Meerdere mensen wilde leider zijn van het Romeinse Rijk.
D
Ze konden geen opvolger vinden, dus er was geen leider.

Slide 5 - Quizvraag

Welk probleem had het Romeinse leger?
A
Het was veel te klein om de grenzen te verdedigen
B
Het Romeinse leger was corrupt en bevatte veel Barbaarse spionnen
C
De soldaten hadden geen zin meer om voor Rome te vechten
D
Hun wapens waren té ouderwets geworden

Slide 6 - Quizvraag

Waarom waren er grote volksverhuizingen?
A
Het ene volk verjoeg het andere volk
B
Het Romeinse rijk beschermde niet meer
C
Mensen zochten een veilige woonplaats
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent Volksverhuizing?
A
Nederlands volk verhuist naar Rome
B
Germaanse stammen plunderen/veroveren Romeinse steden
C
De Romeinen veroveren Gallië(Frankrijk)
D
Romeinse troepen plunderen Germaanse steden

Slide 8 - Quizvraag

Wat zijn de oorzaken van
de volksverhuizing?
A
Verhuizing voor werk
B
Oorlog door opdringende stammen uit het oosten
C
Honger
D
Natuurverschijnselen

Slide 9 - Quizvraag

De Middeleeuwen waren van
A
1000-1500 na Chr.
B
500 v Chr- 500 na Chr.
C
900-1980
D
500-1500

Slide 10 - Quizvraag

Waar komen de Hunnen vandaan?
A
Duitsland
B
Afrika
C
Azie
D
Australië

Slide 11 - Quizvraag

Waar of niet waar?
De Hunnen werden verslagen door de Romeinse legers.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een domein?
A
Kasteel van de leenheer
B
Land waar de leenmannen wonen, vlakbij het grote huis van de leenheer.
C
Al het gebied van Karel de Grote
D
Landgoed dat wordt bewerkt volgens het hofstelsel.

Slide 13 - Quizvraag

Van wie is een domein?
A
Horigen
B
Edelman
C
Klooster
D
Boeren

Slide 14 - Quizvraag

De boeren woonden/werkten op een domein, wat is een domein
A
Gebied van een edelman of klooster
B
Stuk grond van de leenheer
C
Hun eigen grondgebied waar ze dingen op verbouwden
D
Stuk grond van de gemeente

Slide 15 - Quizvraag

Hiernaast zie je een domein.
Wie was de baas van een domein?
A
Een horige
B
Een vrije boer
C
Een landheer
D
Een bisschop

Slide 16 - Quizvraag

Hiernaast zie je een domein. Wie was de baas van een domein?
A
Een horige
B
Een vrije boer
C
Een landheer
D
de burgemeester

Slide 17 - Quizvraag

De horige waren geen eigen baas.
Als kind van een horige werd je:
A
Een vrije boer
B
Knettergek
C
Ridder
D
Ook een horige boer

Slide 18 - Quizvraag

Wat is een horige? Wat moest een horige doen voor de heer?
A
een arme boer
B
vergaderen met de heer
C
een vrije boer
D
Oogst geven aan de heer

Slide 19 - Quizvraag

Is het een wel of niet een plicht van de horige?

Horigen waren ... verplicht om andere horigen in hun huis te laten schuilen als er gevaar dreigde.
A
wel
B
niet

Slide 20 - Quizvraag

Wat waren horigen?
Horigen...
A
waren vazallen van de koning.
B
waren leenmannen van een edelman.
C
waren slaven die het land bewerkten.
D
leverden vrijheid in, in ruil voor bescherming.

Slide 21 - Quizvraag

Horigen
A
Boeren met een eigen stukje land
B
Boeren die wonen en werken op land heer

Slide 22 - Quizvraag

Wat is het hofstelsel?
A
Het economische systeem met horige op domeinen .
B
De manier waarop edelen leefde aan het hof van de koning.
C
Dit bestond niet en is verzonnen.
D
Dit is een politiek systeem met horige op domeinen.

Slide 23 - Quizvraag

In het hofstelsel:
A
geeft de heer bescherming aan de horige
B
moesten horigen herendiensten verrichten
C
geeft de horige een deel van de opbrengst van het land aan de heer
D
helpt de heer de horige op het land tijdens de oogsttijd

Slide 24 - Quizvraag