spelling groep 8 VD en BN1
1 / 15
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wat is de juiste stam (ik vorm) van het werkwoord "blazen".
Slide 4 - Woordweb
Welke zin staat in de verleden tijd?
A
Ik wist niet dat jij dit kon.
B
Ik koop een nieuwe winterjas.
C
Juffrouw Anne zong een mooi liedje.
D
Blijf staan!
Slide 5 - Quizvraag
Welke zin is foutloos geschreven?
Let op de werkwoorden.
Let op de werkwoorden.
A
Beantwoordde jullie de vraag?
B
Het vliegtuig lande op de landingsbaan.
C
De ballon zwoofde door de lucht.
D
De groep sportte in de gymzaal.
Slide 6 - Quizvraag
In welke zin is het voltooid deelwoord foutloos geschreven?
A
Ik heb gisteren de hond uitgelaten.
B
Marietje heeft in de slagerij geholpen.
C
Sofie heeft het spel goed begeleidt.
D
Groep 8 heeft goed geoefend.
Slide 7 - Quizvraag
vliegen (VD)
Het vliegtuig is op de landingsbaan .........................
Het vliegtuig is op de landingsbaan .........................
Slide 8 - Open vraag
leven (VD)
De groenteman heeft lekkere appels...................
De groenteman heeft lekkere appels...................
Slide 9 - Open vraag
bakken
Teun heeft gisteren een taart........
Teun heeft gisteren een taart........
Slide 10 - Open vraag
zagen (BN)
Het...............hout ligt in de schuur.
Het...............hout ligt in de schuur.
Slide 11 - Open vraag
bewaren
De ..............snoepjes zitten in die trommel.
De ..............snoepjes zitten in die trommel.
Slide 12 - Open vraag
verdoven
De .................kies doet nu geen pijn meer.
De .................kies doet nu geen pijn meer.
Slide 13 - Open vraag
verdwalen
De.................kleuter huilde hard.
De.................kleuter huilde hard.
