1.1: Herhaling van globalisering

Welkom in vwo 4
Guido Wiemer
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom in vwo 4
Guido Wiemer

Slide 1 - Tekstslide

GWR
Van 1987
Zelf VWO op Het Streek gedaan (1987-2005)
Sociale Geografie gestudeerd
Religiewetenschappen gestudeerd
10e jaar docent


Getrouwd met MJW

Slide 2 - Tekstslide

Wat is globalisering?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Wat veroorzaakt globalisering?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

Welke rol spelen bedrijven in het ontstaan van globalisering?

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Tekstslide

Globalisering

Slide 9 - Tekstslide

Dit hoofdstuk:
- Huiswerk in de LessonUp "Globalisering H1 V4"
- Alleen groene dia's verplicht: blauw en rood extra stof, geel is herhaling. 
- Klassencode: cdvkn

Slide 10 - Tekstslide

Waar denk je aan bij globalisering?

Slide 11 - Open vraag

Globalisering
Herhaling:
- Sneller en goedkoper transport & open grenzen --> tijd-ruimtecompressie
--> Meer handel (ieder gebied maakt wat hij/zij het beste kan)

WTO (Wereld Handels Organisatie); stimuleert open grenzen --> Vrijhandel

Bedrijven verplaatsen onderdelen van de productieketen (dus alleen het hoofdkantoor, productie, grondstofwinning, ontwerpafdeling, R&D)

Bedrijven met onderdelen in verschillende landen: Multinationals

Ik ga er van uit dat dit allemaal nog helder is. Vragen?

Slide 12 - Tekstslide

2.1: Internationale arbeidsverdeling

Slide 13 - Tekstslide

Geef aan wat het verschil is tussen centrumlanden, semi-perifere landen en centrumlanden

Slide 14 - Open vraag

2.1: Internationale arbeidsverdeling
Vorige keer:

- Makkelijker reizen (kosten + tijd daalden) --> Tijd-Ruimte compressie
- Beleid van open grenzen
--> Meer handel
--> Bedrijven verplaatsen delen van het bedrijf: Multinationals
--> Triade blijft het belangrijkst

Vandaag:
- Internationale arbeidsverdeling


Slide 15 - Tekstslide

Bedrijven verplaatsen makkelijk
Betere infrastructuur, bereikbaarheid, ICT e.d.

--> Bedrijven verplaatsen onderdelen (let op; niet hele bedrijven verplaatsen!)

--> Bedrijven worden "Footloose


Slide 16 - Tekstslide

Welk vestigingsvoordeel hoort bij welke locatie?
Centrumlanden
Perifere landen
Semi-perifere landen
Lage lonen
Hoog opleidingsniveau
Goedkope vestiging
Hoge arbeidsproductiviteit
Weinig handelsbarieres t.o.v. andere landen
Minder controle op arbeidsvoorwaarden
Minder controle op milieu
Beste van beide kanten

Slide 17 - Sleepvraag

Bedrijven verplaatsen makkelijk
Dat heeft gevolgen voor landen!

Welke gevolgen?

--> Ieder land doet waar hij goed in is:
Tussen landen wordt het werk verdeeld
= Internationale arbeidsverdeling: Centrum; diensten / periferie; grondstoffen (standaardvraag CE)

Gevolgen niet voor elk land hetzelfde!


Slide 18 - Tekstslide

Welke eigenschap hoort bij welke gebied?
Centrumlanden
Perifere landen
Semi-perifere landen
Afhankelijk
Werk wat meer geld oplevert
Interessante plek voor "moeilijkere" industrie
Hier worden beslissingen gemaakt
Hier gaat de winst van de onderneming heen
Vooral handel met 1 of enkele landen
Produceert veel grondstoffen
Opkomende economieën
Economische groei: hoge pieken, diepe dalen
Nemen soms bedrijven over uit de rijke delen van de wereld
Industrie trekt weg

Slide 19 - Sleepvraag

Geef een voor- en nadeel van de verplaatsing van bedrijven voor:
- Perifere gebieden
- Centrumgebieden

Slide 20 - Open vraag

Gevolgen voor regio's: Als bedrijven komen
Standaard vraag in CE: Waarom worden bedrijven uit het centrum gevraagd om te werken in de periferie?

+ Kennis / afzetnetwerk / machines / kunnen milieuvriendelijker produceren / legale werkgelegenheid / nieuwe werknemers geven de lokale economie een boost. 


- Winst gaat naar centrumgebied (buitenlands bedrijf)
- Minder werkgelegenheid voor lokale werknemers (buitenlandse bedrijven nemen eigen werknemers mee)
- Lokale bevolking kan deel van de grond kwijtraken (omdat buitenlandse bedrijven zich precies daar willen vestigen. 
- Productie gaat grootschaliger; negatieve gevolgen voor leefomgeving


Slide 21 - Tekstslide

Gevolgen voor regio's
Kortom:
- Winst en macht in het centrum (hoofdkantoor; ontwerpafdeling e.d.)
- Periferie: erg afhankelijk van keuzes centrum. Geen/weinig winst. (hoofdkantoor kan beslissen om bedrijfsonderdeel te verplaatsen)


Let op: 
Haal de belangen van een bedrijf en van een overheid niet door elkaar! Een Nederlands bedrijf en de Nederlandse overheid hebben niet dezelfde belangen!


Slide 22 - Tekstslide

Nadeel voor periferie: Verslechterende ruilvoet
Ruilvoet: de verhouding tussen het exportprijspeil en het importprijspeil

Waarde grondstoffen daalt
Waarde eindproducten stijgt (met nieuwe technologie)

Kortom: steeds meer bananen exporteren om dezelfde hoeveelheid computers te betalen.

Ruilvoet verbetert voor centrumlanden.

Slide 23 - Tekstslide

Gevolgen voor regio's: Als bedrijven weg gaan
In centrum: industrie trekt weg

Daardoor; werkloosheid onder laagopgeleiden 
(deze groep heeft minder kansen om nieuw werk te vinden)

Regio's waar het gemiddeld inkomen sterk is gedaald


Gevolgen voor beleid?

Slide 24 - Tekstslide


Europese landen zijn lange tijd de grootste investeerders in Afrika geweest. De laatste jaren investeert China steeds meer in Afrika. Geef twee redenen waarom China in Afrika investeert.

Slide 25 - Open vraag

Gebruik de bron.
De meeste landen met een grote muziekmarkt hebben vergelijkbare kenmerken.
Geef van deze landen
- een gemeenschappelijk demografisch kenmerk;
- een gemeenschappelijk economisch kenmerk.

Slide 26 - Open vraag

Gebruik de bron.
Leg uit dat de muziekindustrie de laatste twintig jaar
door tijd-ruimtecompressie sterk veranderd is.
Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

Slide 27 - Open vraag

Gebruik de bronnen.
In de mondiaal georiënteerde muziekindustrie bestaat een centrum-periferiepatroon.
Geef
- vanuit de sociaal-culturele dimensie aan dat in de mondiaal
georiënteerde muziekindustrie een centrum-periferiepatroon bestaat;
- vanuit de politieke dimensie aan dat regeringen invloed kunnen
hebben op dit patroon.

Slide 28 - Open vraag

Gebruik de bron. Streamingsdiensten kunnen bijdragen
aan globalisering, maar ze kunnen ook leiden tot
herwaardering van regionale en nationale identiteiten.
Geef aan op welke manier streamingsdiensten kunnen bijdragen aan:
- culturele globalisering;
- herwaardering van regionale en nationale identiteiten.

Slide 29 - Open vraag

Stel: ik ben een bedrijf. Ik ben op zoek naar een land met:
lage loonkosten
laag % aan te betalen belasting en
een hoog % van de giftige stoffen die ik illegaal mag dumpen.
Doe een aanbod om mijn bedrijf naar jouw land te halen.

Slide 30 - Woordweb

Landen willen bedrijven aantrekken
Volgens antiglobalisten / andersglobalisten:


Slide 31 - Tekstslide

Huiswerk:
Zie magister

Om over na te denken: 
- Welk wereldbeeld zou degene hebben die het wereldsysteem (C/SP/P) heeft bedacht? 
- Wat zijn voor- en nadelen om de wereld in te delen in C/SP/S?


Slide 32 - Tekstslide

Vaak wordt er van uit gegaan dat globalisering steeds voortgaat; er komt steeds meer verbinding. Kun je een reden geven waarom de mate van globalisering zal afnemen?

Slide 33 - Open vraag

Redenen waarom globalisering zal afnemen:

- Olie kan duurder worden (en daardoor transport)
- Door automatisering verplaatst productie weer terug naar centrumlanden (garnalenpeller)
- Door stijging lonen verplaatst productie weer terug naar centrumlanden
- Snelle levering belangrijker dan lagere prijs, dus productie dichter bij centrumlanden: Zara laat veel produceren rond Mid. Zeegebied, daardoor minder vertraging tussen mode en tijd dat het product in de winkel ligt, wordt er minder kleding weggegooid/in de uitverkoop gedaan en dat compenseert hogere loonkosten)
- China produceert veel. Andere landen, met lagere loonkosten, kunnen hier nauwelijks mee concurreren. 

Let op: waarheidsgehalte gebruikte argumenten verschilt; soms meer anekdotes

Slide 34 - Tekstslide

Er zijn ook mensen die tegenstander zijn van globalisering. Zogenaamde "andersglobalisten". Kun je negatieve effecten geven van globalisering?

Slide 35 - Open vraag

Negatieve effecten globalisering:
Uitbuiting aarde (grondstoffen, klimaatverandering, ontbossing e.d.)
Uitbuiting mensen (slechte arbeidsomstandigheden)
Uitbuiting landen (hoofdkantoor op plek waar men weinig belasting betaalt)
Grotere ongelijkheid (zie achtergrond)

Slide 36 - Tekstslide

Voor volgende les:
T/m dia 26 uit de LessonUp maken

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide