Eetstoornissen

Eetsstoornissen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Eetsstoornissen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan bij eetstoornissen???

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1. Welk van onderstaande eetstoornissen zorgt ervoor dat iemand bewust het doorgeslikte voedsel weer ophaalt?
A
Boulimia Nervosa
B
Ruminatiestoornis
C
Pica
D
Anorexia Nervosa

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2. Wat is het verschil tussen BED en obesitas?
A
Beiden hebben het kenmerk dat iemand overgewicht heeft.
B
Mensen met BED lijnen wel en met obesitas niet.
C
c. BED is een eetstoornis obesitas niet.

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3. Een lichamelijk kenmerk van BED kan zijn?
A
Diabetes type 2
B
Bloedarmoede
C
Irritatie van de slokdarm
D
Alle 3

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4. Bij welke eetstoornis(sen) komt compenseren voor?
A
Boulimia Nervosa
B
BED
C
Zowel a als b
D
geen enkele

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

5. Een mogelijke mede oorzaak van een eetstoornis is een hogere mate van introversie. Bij welk onderdeel hoort deze beschrijving?
A
Aanleg verschillende factoren
B
Opvoedingsfactoren
C
Omgevingsfactoren

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

6. Concentratieproblemen bij mensen met eetstoornissen zijn een gevolg omdat?
A
Zij geen aandacht hebben voor andere dingen behalve de eetstoornis.
B
Zij een vitaminetekort hebben.
C
Zowel a als b
D
geen enkele

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

7. Waar wordt pica als eetstoornis mee in verband gebracht?
A
Ontwikkelingsstoornis
B
ADHD
C
Oorlogservaringen
D
Bordeline

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

8. Orthorexia nervosa is?
A
Een eetstoornis waarbij iemand alleen bezig is met veel sporten en eten.
B
Een eetstoornis waarbij iemand een obsessie heeft met gezond leven.
C
c. Een eetstoornis waarbij iemand alleen gezonde producten eet.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

9. Wat is het verschil tussen anorexia nervosa en orthorexia nervosa?
A
Iemand met anorexia eet niet en met orthorexia alleen gezonde producten.
B
Bij anorexia streeft iemand een zo laag mogelijk gewicht na en bij orthorexia een zo gezond mogelijke levensstijl.
C
Iemand met anorexia sport of beweegt nauwelijks en iemand met orthorexia sport veelvuldig.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

10. Wat is de juiste volgorde van eetstoornissen, van meest voorkomend naar minst voorkomend.

Anorexia nervosa, boulimia nervosa en BED.
A
BED, Boulimia, Anorexia
B
Boulimia, Anorexia, BED
C
Anorexia, Bed, Boulimia
D
Anorexia, Boulimia, BED

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Anorexia Nervosa

Ken je iemand met anorexia nervosa???

Waaraan kun je herkennen dat iemand anorexia nervosa heeft?


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kunnen oorzaken zijn van Anorexia???
timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken van Anorexia
Combinatie van factoren

Aanleg
Opvoeding en ontwikkeling van de persoonlijkheid
Ingrijpende gebeurtenissen of omgevingsfactoren
Puberteit en adolescentie
Lichamelijke aanleg
Sociale en culturele aspecten
Erfelijkheid, aanleg en genen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

https://www.youtube.com/watch?v=CcndQ_O9cas

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

https://www.youtube.com/watch?v=is0i2mDlu9w
Boulimia nervosa kenmerkt zich door:

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek opdracht:
Wat zijn kenmerken van Boulimia

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Boulimia Nervosa
oorzaken en gevolgen

Dezelfde oorzaken en bijna dezelfde gevolgen als bij anorexia nervosa.

Lichamelijke aftakeling.
Sociaal isolement.


SPECIFIEK GEVOLG BOULIMIA NERVOSA

Afhankelijkheid van geneesmiddelen, laxeermiddelen.
Irritatie en blijvende schade aan de keel, slokdarm en maag door overgeven;
Sterke aantasting van het glazuur van de tanden;
Vochtophoping (oedeem) met name in het gezicht (gevolg van regelmatig overgeven)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling en begeleiding

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat neem je mee uit de les?

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies