Voorbereiding toets hoofdstuk 6

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Kenmerken ontwikkelingslanden
slechte gezondheidzorg
hoog percentage analfabeten
hoog percentage agrariërs
veel kinderen per gezin
ondervoeding
gebrekkige hygiëne

Slide 2 - Tekstslide

Monocultuur (eenzijdig)
Voordeel:
Specialicatie

Nadeel:
Bevolking verbouwd en verkoopt hetzelfde product, moeilijk de prijs op te drijven voor export. 

Slide 3 - Tekstslide

Ontwikkelingsland
Hoog percentage landbouw
Laag percentage industie
Laag percentage diensten

Slide 4 - Tekstslide

Ruilvoet
De samenhang tussen import en export.

Hoe hoger de export (meer verdienen), hoe beter de ruilvoet --> landen kunnen sneller importeren.

Slide 5 - Tekstslide

Berekening
India is een economie in opkomst. Dat is te zien aan de stijging van de inkomens. In 2013 was het inkomen per hoofd van de bevolking nog 4.000 dollar.  
 Drie jaar later had India een nationaal inkomen van 8.721 miljard dollar. India had toen 1.267 miljoen inwoners. 
Met hoeveel procent steeg het inkomen per hoofd van de bevolking van India tussen 2013 en 2016?

Slide 6 - Tekstslide

Uitleg
1. 2013 --> 4.000 dollar per hoofd van de bevolking
2. 2016 --> 8.721 miljard nationaal inkomen = 8.721.000 miljoen
3. 2016 --> 8.721.000 / 1.267.000 = 6.833,19 dollar
4. nieuw - oud / oud x 100 --> 

(6.833,19 - 4.000) / 4.000 x 100 = 70,8 %

Slide 7 - Tekstslide

Verschil in welvaart
Redenen voor verschil in welvaart:

Hoogte van de prijzen
Verschil in zelfvoorziening
Aanwezigheid en kwaliteit van collectieve voorzieningen

Slide 8 - Tekstslide

Inkomensverdeling

Slide 9 - Tekstslide

Grondstoffenovereenkomst
Grondstoffenovereenkomsten worden gesloten om de prijs van de grondstoffen stabiel te houden.

Slide 10 - Tekstslide

Procent van het geheel
Japan produceert in 2014 precies 2.340 kg aan staal
Het totaal aantal staal wat geproduceerd wordt is 12.500 kg. De prijs van koper in 2014 is 1.577,83

Hoeveel procent produceerd Japan?

Deel / geheel x 100

Slide 11 - Tekstslide

Berekening
In 2016 produceerde Japan 2% minder goud dan in het jaar ervoor. De prijs van koper steeg met 1,8%. 
 Wat was voor Japan de verkoopopbrengst van goud in 2016? Ga ervan uit dat de totale productie ook verkocht werd.  

2340 / 100 x 98 = 2293,2
1.577,83 / 100 x 101,8 = 1.606,23
2293,2 x 1606,23 = 3.683.406,64

Slide 12 - Tekstslide

Nadelen hoge verkoopprijs
Inkopers gaan op zoek naar goedkopere grondstoffen bij de concurrent --> gevolg is dat verkoper inkomen mis loopt.

Slide 13 - Tekstslide

Microkrediet
Kleine lening om bedrijf op te kunnen zetten. Worden verstrekt omdat banken geen lening verstrekken.

Banken verstrekken geen lening omdat men geen vast inkomen heeft. Groot risico dat geleend geld niet terug betaald kan worden.

Slide 14 - Tekstslide

Eigen bedrijf
Voordelen
Niet afhankelijk van anderen
Kans op hoger inkomen

Nadelen
Er moet geld geleend worden
Niet zeker of je genoeg verkoopt

Slide 15 - Tekstslide

Kredietkosten berekenen
Een vrouw in Somalie heeft een microkrediet afgesloten. Zij leent € 52 om een naaimachine en stof te kunnen kopen. Per week betaalt zij € 0,90 aan aflossing en € 0,10 aan rente. Zij betaalt alles netjes volgens afspraak terug. Hoeveel waren haar kredietkosten in procenten van het geleende bedrag?

Slide 16 - Tekstslide

Ze betaalt de lening terug in € 52 ÷ € 0,90 = 57,7 = 58 weken. 
   De kredietkosten zijn 58 × € 0,10 = € 5,80 
   Dat is € 5,80 ÷ € 52 × 100 = 11,15 % van het geleende bedrag. 

Slide 17 - Tekstslide

Hulp
Structurele hulp --> hulp voor de langere termijn
Noodhulp --> hulp voor landen in nood --> zsm
Gebonden hulp --> hulp land met afspraken import

Slide 18 - Tekstslide

Onderwijs
Kan landen helpen om als land te verbeteren. Hoger opgeleiden zorgt voor een hogere productiewaarde, wat weer zorgt voor een betere economie.

Slide 19 - Tekstslide

Economische ontwikkeling
1 lage inkomens
2 weinig sparen
3 weinig investeringen
4 lage productie
5 weinig werkgelegenheid

Vicieuze cirkel --> gevolg slechte economie

Slide 20 - Tekstslide