In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 6
Welvaart wereldwijd
6.1 Waaraan herken je een ontwikkelingsland?
6.2 Arm zijn is arm blijven
6.3 Hoe kunnen landen zich ontwikkelen?
6.4 Hoe dragen wij ons steentje bij.
Slide 1 - Tekstslide
H 6 Welvaart wereldwijd
Samenvattingen op Its learning
bij Bronnen Module D
Oefentoets volgt
Slide 2 - Tekstslide
Kenmerken ontwikkelingslanden
slechte gezondheidzorg
hoog percentage analfabeten
hoog percentage agrariërs
veel kinderen per gezin
ondervoeding
gebrekkige hygiëne
Slide 3 - Tekstslide
Monocultuur (eenzijdig)
Voordeel:
Specialicatie
Nadeel:
Bevolking verbouwd en verkoopt hetzelfde product, moeilijk de prijs op te drijven voor export.
Slide 4 - Tekstslide
Ontwikkelingsland
Hoog percentage landbouw
Laag percentage industie
Laag percentage diensten
Slide 5 - Tekstslide
Ruilvoet
De samenhang tussen import en export.
Hoe hoger de export (meer verdienen), hoe beter de ruilvoet --> landen kunnen sneller importeren.
Slide 6 - Tekstslide
Ruilvoet
Is de verhouding tussen de prijs van een exportproduct en de prijs van een importproduct
voor een ontwikkelingsland is de ruilvoet vaak slecht.
Wat wij exporteren is vaak goedkoop en wat zij importeren is duur
Slide 7 - Tekstslide
Ruilvoet voorbeeld
Ruilvoetverslechtering
Slide 8 - Tekstslide
Buffervoorraden aanleggen om prijsschommelingen tegen te gaan
Buffervoorraden
Export: koffiebonen
Prijs bepaald door wereldmarkt (vraag en aanbod)
Slide 9 - Tekstslide
Grondstoffenovereenkomst
Grondstoffenovereenkomsten worden gesloten om de prijs van de grondstoffen stabiel te houden.
Slide 10 - Tekstslide
Berekening
India is een economie in opkomst. Dat is te zien aan de stijging van de inkomens. In 2013 was het inkomen per hoofd van de bevolking nog 4.000 dollar.
Drie jaar later had India een nationaal inkomen van 8.721 miljard dollar. India had toen 1.267 miljoen inwoners.
Met hoeveel procent steeg het inkomen per hoofd van de bevolking van India tussen 2013 en 2016?
Slide 11 - Tekstslide
Uitleg
1. 2013 --> 4.000 dollar per hoofd van de bevolking
2. 2016 --> 8.721 miljard nationaal inkomen = 8.721.000 miljoen
3. 2016 --> 8.721.000 / 1.267.000 = 6.833,19 dollar
4. nieuw - oud / oud x 100 -->
(6.833,19 - 4.000) / 4.000 x 100 = 70,8 %
Slide 12 - Tekstslide
Welvaart
Welvaart = hoe kun je als persoon in je behoeften voorzien.
Welvaart tussen landen vergelijken kan door:
Inkomen per hoofd van de bevolking
Is er een gelijke of ongelijke inkomensverdeling
Hoogte van de prijzen (koopkracht)
Omvang van de informele productie (zoals zelfvoorziening)
Aanwezigheid en kwaliteit collectieve voorziening (onderwijs en of gezondheidszorg)
Slide 13 - Tekstslide
Inkomensverdeling
Slide 14 - Tekstslide
Procent van het geheel
Japan produceert in 2014 precies 2.340 kg aan staal
Het totaal aantal staal wat geproduceerd wordt is 12.500 kg. De prijs van koper in 2014 is 1.577,83
Hoeveel procent produceerd Japan?
Deel / geheel x 100
Slide 15 - Tekstslide
Berekening
Inkopers gaan op zoek naar goedkopere grondstoffen bij de concurrent --> gevolg is dat verkoper inkomen mis loopt.
Als er vrijhandel is dan kunnen bedrijven over de grens kijken of het in een ander land goedkoper geproduceerd kan worden.
Slide 16 - Tekstslide
Kredietkosten berekenen
Een vrouw in Somalie heeft een microkrediet afgesloten. Zij leent € 52 om een naaimachine en stof te kunnen kopen. Per week betaalt zij € 0,90 aan aflossing en € 0,10 aan rente. Zij betaalt alles netjes volgens afspraak terug. Hoeveel waren haar kredietkosten in procenten van het geleende bedrag?
Slide 17 - Tekstslide
Ze betaalt de lening terug in € 52 ÷ € 0,90 = 57,7 = 58 weken.
De kredietkosten zijn 58 × € 0,10 = € 5,80
Dat is € 5,80 ÷ € 52 × 100 = 11,15 % van het geleende bedrag.
Slide 18 - Tekstslide
Oorzaken van onderontwikkeling
gebrek aan goed onderwijs
een slechte infrastructuur
de protectiemaatregelen
de grote schulden (leningen) die arme landen hebben
de conflicten tussen bevolkingsgroepen in
ontwikkelingslanden en regeringen die soms corrupt zijn
Slide 19 - Tekstslide
Economische ontwikkeling
1 lage inkomens
2 weinig sparen
3 weinig investeringen
4 lage productie
5 weinig werkgelegenheid
Vicieuze cirkel --> gevolg slechte economie
Slide 20 - Tekstslide
Gevolgen van de economische achterstand
Groot deel van de bevolking leeft in armoede
Er is veel werkloosheid
Levensverwachting is laag
Slechte gezondheidszorg
Grote schulden
Veel ontwikkelingslanden zitten in een vicieuze cirkel
Hoe kan de cirkel doorbroken worden?
Slide 21 - Tekstslide
Hulp
Structurele hulp --> hulp voor de langere termijn
Noodhulp --> hulp voor landen in nood --> zsm
Gebonden hulp --> hulp land met afspraken import
Slide 22 - Tekstslide
Soorten hulp
Structurele hulp - Deze hulp is erop gericht de oorzaken van armoede aan te pakken, zodat de arme landen economisch zelfstandig worden.
Noodhulp - Bij een natuurramp, extreme voedseltekorten of oorlog geven rijke landen dit vaak. Noodhulp is altijd hulp op korte termijn.
Bilaterale hulp - het ene land helpt rechtstreeks het andere land.
gebonden (financiële hulp met een vast doel) ongebonden hulp (land mag zelf doel bepalen)
Slide 23 - Tekstslide
Onderwijs
Kan landen helpen om als land te verbeteren. Hoger opgeleiden zorgt voor een hogere productiewaarde, wat weer zorgt voor een betere economie.
Slide 24 - Tekstslide
Microkrediet
Kleine lening om bedrijf op te kunnen zetten. Worden verstrekt omdat banken geen lening verstrekken.
Banken verstrekken geen lening omdat men geen vast inkomen heeft. Groot risico dat geleend geld niet terug betaald kan worden.
Slide 25 - Tekstslide
Hoe kunnen protectiemaatregelen van de rijke westerse landen onderontwikkeling van andere landen tot gevolg hebben? Leg het uit met een voorbeeld.
Slide 26 - Open vraag
Leg uit waarom een slechte infrastructuur onderontwikkeling tot gevolg heeft.
Slide 27 - Open vraag
Wereldbank
Een van de oorzaken van onderontwikkeling die is genoemd, is hoge schulden. Ontwikkelingslanden lenen vaak veel geld, bij westerse landen, maar als dat niet lukt, kunnen ze terecht bij de wereldbank.
De wereldbank is een onderdeel van de Verenigde Naties en heeft als belangrijkste taak ontwikkelingslanden te helpen met leningen. Dit moeten de landen wel terugbetalen, met rente. Dan houden ze weer minder geld over voor ontwikkeling.
Slide 28 - Tekstslide
Nederlandse ontwikkelingssamenwerking
De Nederlandse overheid:
wil duurzame economische groei in ontwikkelingslanden bevorderen
ontwikkelingssamenwerking gericht op economische zelfstandigheid
Slide 29 - Tekstslide
Nederlandse ontwikkelingssamenwerking
Wat doet Nederland?
jaarlijks vast bedrag voor ontwikkelingssamenwerking
reservering voor noodhulp
subsidie voor bedrijven die investeren in fabrieken of andere bedrijven in ontwikkelingslanden
werkgelegenheid voor deze landen
welvaart neemt toe.
Slide 30 - Tekstslide
Fairtrade
Fair-trade:
helpt boeren in ontwikkelingslanden door ze een eerlijke prijs voor hun producten te bieden.
Voorwaarde: kleine boeren moeten zich organiseren in coöperaties.
Coöperaties : een groep boeren die samen beslist waarin ze investeren.
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Video
02:18
Licht je vorige antwoord toe.
Slide 33 - Open vraag
02:18
Hoe kun je een vicieuze cirkel van armoede in een ontwikkelingsland het beste doorbreken?