In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Een greep uit het leven van...
Slide 1 - Tekstslide
Doel:
Doel:
Je leert de betekenis van uitdrukkingen en gezegdes
Je kan zoeken naar oorzaak en gevolg
Wat ga je lezen?
Je gaat enkele gebeurtenissen lezen die Pepijn heeft meegemaakt. Deze heeft hij opgeschreven in zijn dagboek dat hij van zijn oma heeft gekregen voor zijn twaalfde verjaardag.
Slide 2 - Tekstslide
Wat zie je al? Bekijk de afbeelding. Waaraan kan je zien dat het een dagboek is?
Slide 3 - Open vraag
Zin hoort bij een dagboek.
Zin hoort niet bij een dagboek.
De gebeurtenissen staan in de ik-vorm beschreven.
De gebeurtenissen gaan voornamelijk over het leven van iemand anders.
De gebeurtenissen gaan voornamelijk over de schrijver zelf.
De gebeurtenissen zijn altijd verzonnen.
De gebeurtenissen staan meestal in chronologische volgorde beschreven.
De gebeurtenissen staan niet in chronologische volgorde beschreven.
Slide 4 - Sleepvraag
Ken je deze woorden al? Deze woorden kom je tegen in de tekst. Welke bewering is waar?
A
Tijdens Valentijnsdag is er geen aandacht voor de liefde.
B
Mopperend ergens tegen protesteren, noem je ook wel tegensputteren.
C
Als je inspiratie hebt, kun je niet op goede ideeën komen.
D
Als je ergens met hoop op wacht, dan noem je dit ook wel respectloos.
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Lees de tekst. Gebruik kleurtjes
Slide 7 - Tekstslide
Pepijn heeft Noah doorgekrast op een foto. Waarom is Pepijn boos op Noah?
Slide 8 - Open vraag
Pepijn wilde zijn gedicht niet voorlezen, maar deed het toch. Waarom?
Slide 9 - Open vraag
Pepijn heeft zijn gedicht voorgelezen in de klas. Was was daar geen gevolg van?
A
Dat Noah riep: "Pepijn wil hem wel voorlezen!
B
Iedereen in de klas begon te lachen.
C
Pepijn rende huilend de klas uit.
D
Rosemarijn keek weg van Pepijn.
Slide 10 - Quizvraag
Rosemarijn kijkt weg als Pepijn zijn gedicht voorleest. Pepijn vat dit verkeerd op. Waarom zou Rosemarijn hebben weggekeken, denk jij? tip: lees goed de brief van Rosemarijn
A
Ze is boos.
B
Ze is bang
C
Ze is zenuwachtig
D
Ze is teleurgesteld
Slide 11 - Quizvraag
Op zaterdag is Pepijn een beetje verdrietig. Wat is daar de oorzaak van?
Slide 12 - Open vraag
Op 13 februari schrijft Pepijn: Ik heb mama verteld wat er gisteren gebeurde en zij zei hetzelfde als de juf. Wat kan zijn moeder hebben gezegd?
A
Je hebt een mooie e-mail aan Rosemarijn geschreven
B
Rosemarijn vindt het gedicht vast heel mooi en lief.
C
Rosemarijn is vast heel blij met je cadeau.
D
Noah is vast jalours op jou en Rosemarijn.
Slide 13 - Quizvraag
Pepijn is heel gelukkig.
Pepijn schaamt zich heel erg.
Pepijn is erg enthousiast.
Pepijn durft zich niet te laten zien aan Rosemarijn.
Pepijn is in de zevende hemel.
TekstPepijn zou wel door de grond willen zakken.
Pepijn durft Rosemarijn niet onder ogen te komen.
Pepijn springt een gat in de lucht.
Slide 14 - Sleepvraag
Op 12 februari schrijft Pepijn dat hij het liefst door de grond wil zakken. Hij gebruikt daarnaast nog een uitdrukking, waaruit je kan opmaken dat hij zicht schaamt. Welke uitdrukking is dat?
Slide 15 - Open vraag
Rosemarijn schrijft in haar kaartje een voorstel over wat ze samen kunnen gaan doen. Maak de volgende zin af: Het voorstel komt gedeeltelijk uit, want.......
A
Ze kijken een film in de bioscoop.
B
ze kijken wel een film, maar niet in de bioscoop.
C
ze gaan samen popcorn eten.
Slide 16 - Quizvraag
Rosemarijn en Pepijn kijken samen een film
Pepijn rent verdrietig de klas uit.
Rosemarijn stuurt Pepijn een kaart met Valentijnsdag.
Pepijn leest blozend zijn gedicht voor aan de klas.
De juf geeft instructie over het schrijven van een gedicht voor Valentijnsdag.