In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Een greep uit het leven van...
Slide 1 - Tekstslide
Doel:
Doel:
Je leert de betekenis van uitdrukkingen en gezegdes
Je kan zoeken naar oorzaak en gevolg
Wat ga je lezen?
Je gaat enkele gebeurtenissen lezen die Pepijn heeft meegemaakt. Deze heeft hij opgeschreven in zijn dagboek dat hij van zijn oma heeft gekregen voor zijn twaalfde verjaardag.
Slide 2 - Tekstslide
Wat zie je al? Bekijk de afbeelding. Waaraan kan je zien dat het een dagboek is?
Slide 3 - Open vraag
Zin hoort bij een dagboek.
Zin hoort niet bij een dagboek.
De gebeurtenissen staan in de ik-vorm beschreven.
De gebeurtenissen gaan voornamelijk over het leven van iemand anders.
De gebeurtenissen gaan voornamelijk over de schrijver zelf.
De gebeurtenissen zijn altijd verzonnen.
De gebeurtenissen staan meestal in chronologische volgorde beschreven.
De gebeurtenissen staan niet in chronologische volgorde beschreven.
Slide 4 - Sleepvraag
Ken je deze woorden al? Deze woorden kom je tegen in de tekst. Welke beweringen zijn waar?
A
Tijdens Valentijnsdag is er veel aandacht voor de liefde.
B
Mopperend ergens tegen protesteren, noem je ook wel tegensputteren.
C
Als je inspiratie hebt, kun je niet op goede ideeën komen.
D
Als je ergens met hoop op wacht, dan noem je dit ook wel verwachtingsvol.
Slide 5 - Quizvraag
We gaan de vragen maken.
Klaar ?
Stillezen
Slide 6 - Tekstslide
Pepijn heeft Noah doorgekrast op een foto. Waarom is Pepijn boos op Noah?
Slide 7 - Open vraag
Pepijn wilde zijn gedicht niet voorlezen, maar deed het toch. Waarom?
Slide 8 - Open vraag
Pepijn heeft zijn gedicht voorgelezen in de klas. Wat was daar geen gevolg van?
A
Dat Noah riep: 'Pepijn wil hem wel voorlezen!'
B
Iedereen in de klas begon te lachen.
C
Pepijn rende huilend de klas uit.
D
Rosemarijn keek weg van Pepijn.
Slide 9 - Quizvraag
Rosemarijn kijkt weg als Pepijn zijn gedicht heeft voorgelezen. Waarom zou Rosemarijn hebben weggekeken?
Slide 10 - Open vraag
Op zaterdag voelt Pepijn zich een beetje verdrietig. Wat is daar de oorzaak van?
Slide 11 - Open vraag
Op 13 februari schrijft Pepijn: 'Ik heb aan mama verteld wat er gisteren gebeurde en zij zei hetzelfde als juf. Wat kan zijn moeder hebben gezegd?
A
Je hebt een hele mooi mail aan Rosemarijn geschreven.
B
Rosemarijn is vast heel blij met jouw cadeau.
C
Rosemarijn vindt het gedicht vast heel mooi en lief.
D
Noah is vast jaloers op jou en Rosemarijn.
Slide 12 - Quizvraag
Pepijn zou wel door de grond willen zakken
Pepijn durft Rosemarijn niet onder ogen te komen.
Pepijn springt een gat in de lucht.
Pepijn is in de zevende hemel.
Pepijn schaamt zich heel erg.
Pepijn durft zich niet te laten zien aan Rosemarijn.
Pepijn is erg enthousiast.
Pepijn is heel gelukkig.
Slide 13 - Sleepvraag
Pepijn schrijft op 12 februari dat hij het liefst door de grond wil zakken. Hij gebruikt daarnaast nog een uitdrukking, waaruit je kunt opmaken dat hij zich erg schaamt. Welke uitdrukking is dat?
Slide 14 - Open vraag
Rosemarijn schrijft in haar kaartje een voorstel over wat ze samen kunnen gaan doen. Maak de volgende zin af: Het voorstel komt gedeeltelijk uit, want...
A
ze kijken een film in de bios
B
ze kijken wel een film, maar niet in de bios
C
ze gaan samen popcorn eten
Slide 15 - Quizvraag
Ze onderstaande gebeurtenissen in chronologische volgorde. 1. Rosemarijn en Pepijn kijken samen film. 2. Pepijn rent verdrietig de klas uit. 3. Rosemarijn stuurt Pepijn een kaart met Valentijnsdag. 4. Pepijn leest blozend zijn gedicht voor aan de klas. 5. De juf geeft instructie over het schrijven van een gedicht.