Chp 6 Le Réalisme et le Naturalisme

1. Wat is het realisme en naturalisme?
2. Het onstaan van het realisme en naturalisme
3. De historische context
4. Realistische en naturalistische kenmerken in de literatuur

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

1. Wat is het realisme en naturalisme?
2. Het onstaan van het realisme en naturalisme
3. De historische context
4. Realistische en naturalistische kenmerken in de literatuur

Slide 1 - Tekstslide

1.Wat zijn realisme en naturalisme?
Kunststroming (schilderkunst &literatuur) die zich bezighoudt met het gedetailleerd weergeven van de alledaagse werkelijkheid. Men moet, i.t.t. wat men tijdens de Romantiek deed, de werkelijkheid niet ontvluchten (verleden, toekomst of exotisme), maar haar proberen te beheersen door haar te beschrijven op een neutrale manier.

Slide 2 - Tekstslide

Le cadre historique 
  • Les tensions politique 
  • Les questions sociales 
  • Les progrès technologiques et scientifiques
  • La littérature de masse 

Slide 3 - Tekstslide

Les tensions politique 
  • Frans-Duitse oorlog in 1870 maakt eind aan bewind Napoléon III. 
  • 1871: Commune de Paris --> opstand die door het regeringsleger wordt neergeslagen. Veel mensen verliezen hierbij het leven. 

Slide 4 - Tekstslide

La chute du Second Empire
De Frans-Duitse oorlog maakt een einde aan het autoritaire bewind van keizer Napoleon III.
Daarmee begint de derde Republiek die stand zal houden tot 1940.

Dat betekent echter niet dat de rust is wedergekeerd. In 1871 breekt een opstand uit in Parijs : de Commune de Paris. De opstand duurt maar kort. De opstandelingen bedreigen het heersend regime met hun revolutionaire ideeen en de opstand wordt dan ook op bloedige wijze neergeslagen.  

Slide 5 - Tekstslide

Les questions sociales 
  • Bourgeoisie = middenklasse floreert t.o.v. adel. 
  • De burgerij groeit door onderwijs en industriële revolutie. De keerzijde hiervan is dat er een grote onderklasse ontstaat die in verschrikkelijke omstandigheden moet leven. Denk aan slechte huizen, grote gezinnen in een huis, weinig hygiëne, lange werkdagen.
  • Fabrieksarbeiders worden uitgebuit. Ook moeten veel kinderen vanaf jonge leeftijd helpen in de fabrieken. 
  • Er ontstaat een nieuwe beweging die een eind wil maken aan de klassenmaatschappij. 

Slide 6 - Tekstslide

De standenmaatschappij
De Bourgeoisie ( de gegoede burgerij of sociale middenklasse ) krijgt in de loop van de 19e eeuw steeds meer maatschappelijke, economische en politieke macht, ten koste van de adel.
De burgerij ontwikkelt en emancipeert zich dankzij het onderwijs en de industriële revolutie.
Het leven en het straatbeeld veranderen ingrijpend met de komst van de eerste auto’s en treinen, grote warenhuizen en bioscopen.
Tegelijkertijd bestaat er ook nog steeds een grote onderklasse die leeft in erbarmelijke omstandigheden. Fabrieksarbeiders worden uitgebuit en kinderarbeid is de gewoonste zaak van de wereld.

De opkomst van Het Socialisme laat zich gemakkelijk verklaren.
De socialisten blazen de idealen van de Franse Revolutie nieuw leven in. Deze radicaal politieke beweging wil dat er een einde komt aan de klassenmaatschappij waarin alle macht en rijkdom in handen is van een kleine elitaire groep.
 
Veel realistische en naturalistische schrijvers sympathiseren met deze ideeën. Ze geven in hun werk een stem aan de armen en laten lezers inzien hoe onrechtvaardig de maatschappij in elkaar zit.  

Slide 7 - Tekstslide

De ontwikkeling van de wetenschap
Ontwikkelingen volgen elkaar in rap tempo op. 

Nieuwe takken van wetenschap richten zich op het bestuderen van de menselijke geest. 
Charles Darwin legt met  zijn On The Origin of Species in 1859  een bom onder het Bijbelse Scheppingsverhaal.  
Nieuwe takken van wetenschap richten zich op het bestuderen van de menselijke geest (ontstaan van de moderne psychologie) en op de relaties tussen mensen (ontstaan van de sociologie.
Sigmund Freud, geboren in 1856 in Oostenrijk, wordt beschouwd als de grondlegger van de psychoanalyse. Veel ideeën uit deze nieuwe vakgebieden zijn terug te vinden in de literatuur.

Slide 8 - Tekstslide

2. Ontstaan van het realisme en naturalisme
- reactie op overdreven stijl van de Romantiek (+/- 1800-1848)
                toegespitst op weergeven werkelijkheid, niet mooier maken dan het is
                alledaagse werkelijkheid als thema
                misère van arbeidersklassers wordt beschreven, geen taboe


 

Slide 9 - Tekstslide

Le Réalisme 
- Schrijvers gaan zich toeleggen op het gedetailleerd beschrijven van de alledaagse realiteit. 
- Schrijvers richten zich op de middenklasse, dit is een contrast met het Romantisme. Daar waren hoofdpersonages vaak van hoge afkomst. 
- Er is een auctoriële vertellen  --> spreekt lezer direct aan, geeft commentaar op gebeurtenissen. 
- Verteller is alwetend (Madame Bovary) --> hij kan in de hoofden van de personages kijken en weet hoe het verhaal afloopt. 
- De lezer moet zelf een standpunt tegenover de gebeurtenissen bepalen. 
- Personaal perspectief : 'onzichtbare' verteller die ik hij/zij vorm spreekt. Is niet alwetend. Je beleeft de gebeurtenissen via dat personage. 
- Realisten gebruiken dit personage om een meer genuanceerde blik op de werkelijkheid te kunnen geven.

Slide 10 - Tekstslide

Romantisme (+/-1800-1848)
1. beschrijven hogere sociale klasse (adel)
2.geïdealiseerde werkelijkheid
3. gevoel staat centraal (le mal du siècle, melancholisch gevoel)
4.innerlijke beleving belangrijk


5.werkelijkheid ontvluchten in: verleden/toekomst/ exotisme/wanordelijke natuur
6. auctoriele verteller (alwetende verteller met moraliserend commentaar)
Réalisme: (1830-1870)
1. beschrijven arbeiders en hun misère
2.werkelijkheid zoals ze is 
3.objectiviteit staat centraal

4.roman d'apprentissage (ontwikkeling v/h personnage als persoon staat centraal) antiheld
5. werkelijkheid niet ontvluchten maar beheersen 

6. personaal vertelperspectief/ik vertel-perspectief

Slide 11 - Tekstslide

3. De historische context
- woelige eeuw
-1804 Ie Premier Empire: Napoléon Bonaparte
- Napoléon steeds meer autoritair, expansiedrift, in 1812 verslagen door Russen, 1814 verbannen naar Elba
- 1815 slag bij Waterloo, Napoléon definitef verslagen
- 1815-1830 (La Restauration: Louis XVIII, Charles X)
-1830-1848 La Monarchie de Juillet ( Louis-Philippe)
- 1848-1852 Deuxième République (Louis Napoléon prince-président)
- 1852-1870 Le Second Empire (Louis Napoléon)
-1870-1940 Troisième République

Slide 12 - Tekstslide

sociale en economische veranderingen
sociaal ecnomisch
- middenklasse krijgt meer macht
- burgerij emancipeert dankzij onderwijs en industriele revolutie (goedkopere boekdrukkunst)
- ontstaan onderklasse 
- realisten en naturalisten maatschappelijk geengageerd: tegen misstanden maatschappij, voor gelijkheid (geïnspireerd door Franse Revolutie)

Slide 13 - Tekstslide

technische veranderingen
technisch en wetenschappelijk:
- industriele revolutie
- wereldexposities (Eiffeltoren)
- vooruitgangsoptimisme
-ontstaan nieuwe wetenschap (psychologie & sociologie) 
- literatuur bereikt groter publiek
- doel literatuur (ontspanning en herkenning)
- feuilletons

Slide 14 - Tekstslide

4. Realistische en naturalistiche (1865-1890)kenmerken in de literatuur
- weergave werkelijkheid zoals ze is
- streven objectiviteit d.m.v. wetenschappelijk onderzoek + zeer gedetaillerde  beschrijvingen
- vertelperspectief: 3e persoon e.v. en vrije indirecte rede (geen alwetende verteller meer maar personnageperspectief of ik-verteller) vraisemblance 
- bijv. fait divers als inspiratiebron
- bestuderen van maatschappelijke klassen
- personnages psychologisch bestuderen
- misstanden van de bourgeoise aan de kaak stellen (kritiek)
Naturalisme is réalisme + déterminsime (erfelijke eigenschappen en sociale afkomst bepalen het lot van de mens: Wie als dubbeltje geboren is zal geen kwartje worden)

Slide 15 - Tekstslide

vertelperspectief
1. alwetend, auctoriele verteller (helicopterview, > personnages)
2. ik-perspectief (verteller = personnage)
3. personnaal-perspectief 

Slide 16 - Tekstslide

3 types discours 
  1. directe rede: zoals het uit de mond komt van het personnage 'Ik ga met de trein naar Den Haag', zei hij.
2. indirecte rede: herneemt de woorden zoals ze zijn uitgesproken door het pesonnage niet letterlijk, maar in een bijzin Hij zei dat hij met de trein naar Den Haag ging.
3. vrije indirecte rede: en tussenvorm van een beschrijving in de 'objectieve' derde persoon enkelvoud en de 'subjectieve' eerste persoon enkelvoud van de monoloog
 Hij ging met de trein naar Den Haag, zei hij.

Slide 17 - Tekstslide

Guy de Maupassant (1850-1893)
- naturalistisch schrijver
- onbezorgde jeugd
- meer dan 300 novelles geschreven
- overleden aan sifilis

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Stendhal - Le Rouge et le Noir
    Belangrijkste thema in het werk van Stendhal is de liefde en de individuele zoektocht naar geluk.
     
    Stendhal heeft het concept van ‘ kristallisatie ‘ uitgedacht : wanneer iemand verliefd wordt dicht hij of zij in zijn of haar verbeelding allerlei ideale eigenschappen toe aan het onderwerp van zijn of haar verliefdheid. 
    Qua thematiek past het werk van Stendhal beter in de Romantiek dan in het Realisme. Echter, de methodes die hij hanteert bij het schrijven zijn een voorbode van het realisme. Hij ziet een roman als een spiegel van de werkelijkheid en een instrument om herkenbare personages psychologisch te kunnen analyseren. 

    Maak opdracht 1 op p. 72/73 uit je literatuurboek.

    Slide 20 - Tekstslide

    Honoré de Balzac - La Comédie Humaine
    Er staat een prachtig beeld van Honoré de Balzac op het plein voor het Van Abbemuseum in Eindhoven. Door velen beschouwd als een absoluut meesterwerk van tijdgenoot en beeldhouwer Auguste Rodin. Er zijn veel beelden van Honoré de Balzac van zijn hand. Klein uitstapje naar de kunstgeschiedenis : er was aanvankelijk veel kritiek van kunstcritici uit die tijd op de natuurgetrouwe beelden van Rodin. Hij had een ongekend realistische en daarmee vernieuwende stijl die als uitermate lelijk werd bestempeld en geweigerd werd op de toonaangevende salons uit die tijd.

    De Comédie Humaine is een verzameld werk van bijna 100 romans die samen een compleet beeld geven van de Franse maatschappij in de eerste helft van de 19e eeuw. Één van de bekendste werken is het verhaal van Le Père Goriot, een aan lager wal geraakte zakenman die gedwongen is zijn intrek te nemen in een armoedig pension. Hier maakt de lezer kennis met mensen van alle rangen en standen. Balzac beschrijft hun uiterlijk, kleding en gedrag heel precies om op die manier iets duidelijk te maken over hun sociaal-maatschappelijke positie in die tijd. 

    Maak opdracht 2 op p. 74 uit je literatuurboek.

    Slide 21 - Tekstslide

    Gustave Flaubert - Madame Bovary
    Flaubert wordt vanwege dit werk voor de rechter gedaagd vanwege de overspelige hoofdpersoon uit zijn roman : Madame Bovary. Madame Bovary zoekt haar geluk in buitenechtelijke relaties, raakt financieel aan de grond en pleegt uiteindelijk zelfmoord.
     
    Het schokkende aan dit werk is dat een verteller ontbreekt die de daden van Madame Bovary afkeurt. De lezer wordt meegenomen in die belevingswereld van Madame Bovary zelf. 

    Flaubert doet dit door middel van het principe van de vrije indirecte rede :
    Een vertelvorm waarbij de verteller de woorden en gedachten van een personage weergeeft in de derde persoon (hij/zij).

     Lezers raken hiervan in de war. Het zou net zo goed kunnen dat in dit werk de visie van de schrijver wordt verwoord. 
    Dit maakt van Madame Bovary een interessant en modern werk.

    Maak  opdracht 4 op p. 76/77 van je literatuurboek

    Slide 22 - Tekstslide

    Le Naturalisme (1870-1900)
    Het Naturalisme is eigenlijk een verhevigde vorm van realisme.
    Deze literaire stroming beschrijft de problemen van de laagste sociale klasse.
    De uitgangspunten worden door Émile Zola verwoord in  
    Le Roman expérimental :
    Een romanschrijver moet zich gedragen als een wetenschapper die een experiment uitvoert. Hij moet personages met een bepaalde sociale en erfelijke achtergrond in een omgeving plaatsen en de omstandigheden laten bepalen wat er vervolgens gebeurt. We noemen dit determinisme : de opvatting dat gedrag van mensen wordt bepaald door hun genen én door hun omgeving. 
    Naturalisten vragen zich af in hoeverre mensen verantwoordelijk zijn voor hun daden. Ze bestuderen de ellende van de allerarmsten en maken hun problemen en daden begrijpelijk (misdaad, prostitutie, alcoholisme ...)
    Maar hun doel is niet alleen om te bestuderen, ze willen de werkelijkheid ook graag veranderen.
    Het Naturalisme is een geëngageerde stroming binnen de literatuur die sterk beïnvloed is door de idealen van het socialisme.

    Slide 23 - Tekstslide

    Émile Zola - La Bête Humaine
    Émile Zola is de belangrijkste woordvoeder van het Naturalisme.
    In de 20-delige romancyclus Les Rougon-Maquart zet Zola personages uit eenzelfde familie in verschillende contexten neer zodat hij kan laten zien hoe hun gedrag wordt beïnvloed door erfelijkheid én door omgevingsfactoren.
    Ook kan hij op die manier een breed beeld schetsen van de Franse maatschappij van zijn tijd.

    Maak opdachten 6 en 7 op p. 80/81 van je literatuurboek. 
    Opdracht 7 is een verwerkingsopdracht.

    Slide 24 - Tekstslide

    belangrijke begrippen:
    - determinisme
    - vraisemblance
    - vertelperspectief
    - vrije indirecte rede
    - auctoriele verteller
    - ik-verteller
    -feuilleton



    Slide 25 - Tekstslide

    nog een weetje ...
    Op de achtergrond van deze slide zie je de Notre Dame de Paris nog zonder de flèche (spitse toren) die je op veel van de foto’s en filmpjes van de brand in 2019 zag afknappen. Velen herinneren zich dat moment.
    De Notre Dame de Paris dateert uit de late middeleeuwen. Uiteraard heeft de bouw vele jaren in beslag genomen.

    Tijdens de Franse Revolutie werd de kathedraal omgedoopt tot 
    Tempel van de Rede. In deze periode werden talloze kunstwerken gestolen of vernield. De 28 beelden van de koningen van Juda op de westgevel werden onthoofd omdat men dacht dat het beelden waren van koningen van Frankrijk en het koningshuis ( de absolute monarchie die drie eeuwen lang over Frankrijk had geheerst) was juist afgeschaft.   

    Slide 26 - Tekstslide

    in de periode van het Réalisme/Naturalisme vindt de restauratie plaats
    De Notre Dame onderging vanaf 1845 een 23 jaar durende restauratie door de Franse architect Eugène-Viollet-le-Duc om de beschadigingen van de Franse Revolutie te herstellen. Viollet-le-Duc verving de koningsbeelden op de westgevel door zelfontworpen beelden en plaatste een vieringtoren of Flèche op het dak (zie foto).

    Op 15 april 2019 brak er een brand uit die zich vanuit het middenschip snel verspreidde. Het dak en de centrale Flèche stortten in. De rest van het gebouw kon worden gered.

    Slide 27 - Tekstslide

    Slide 28 - Video

    Les transformations de Paris sous le Second Empire, ou travaux haussmanniens, constituent une modernisation d'ensemble de la capitale française menée à bien de 1853 à 1870 par Napoléon III et le préfet de la Seine, le baron Haussmann.

    Slide 29 - Tekstslide

    Slide 30 - Video