51 - 1HVD - Lezen 4.3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

:)

Planning van dit uur:

• Lesbezoek meneer Van 't Hof en meneer Wijchers
• Schrijven 

Planning van volgende uur: 

• Boekpresentaties van 
• Schrijven 

Aan het einde van deze les: 

• kan je een alinea opbouwen;
• kan je een informatieve tekst schrijven. 

WELKOM 1D :)

Boekpresentatie

•  Wees respectvol voor jouw klasgenoot
• Vul het feedbackformulier in

Klassikaal nabespreken

- Stilte in de klas

- Ik geef het goede antwoord en leg uit waar je op moet letten bij deze vraag

- Heb je een vraag? Steek je vinger op

                   Samenwerken

Wat	Interview elkaar met de volgende vragen: - Wat vond je de moeilijkste vraag? - Waarom vond je dat de moeilijkste vraag? - Wat begrijp je niet goed? Help elkaar zo mogelijk door het aan elkaar uit te leggen.
Hoe	In viertallen / vijftallen
Hulp	Kom je er niet uit? Steek je vinger op, dan kom ik langs.
Tijd	Tot het einde van de les.
Uitkomst	Nu kun je je vragen stellen voor de repetitie straks.
Klaar	Leer voor de repetitie

Repetitie

• Ga zitten aan een tafel met een toetsblad erop 
• Laat het blad omgedraaid liggen
• Stilte tijdens de repetitie
  
• Pen op tafel 
  

SUCCES!

Klaar?  Schrijf op het memo-blaadje iets op wat je moeilijk vindt in het leven, iets wat je zorgen geeft of wat niet leuk is. 

Lever de repetitie en het memoblaadje bij mij in en verlaat in stilte het lokaal. 

Samenvatting van de les

Jij

• kunt het naamwoordelijk gezegde benoemen
• kunt hulpwerkwoorden, koppelwerkwoorden en zelfstandige werkwoorden benoemen

Huiswerk 

• Omdat we tijdens de les van woensdag extra lestijd hebben besteed aan het nakijken van de SO, wil ik dat jullie je voor de volgende les alvast voorbereiden:
• Lees leertekst 'Tekstverband' op bladzijde 25 en maak vraag 8 

Uitleggend tekstverband

Het ene gedeelte van de tekst geeft een uitleg van het ander gedeelte. 

           tekstgedeelte 1                           signaalwoord                  tekstgedeelte 2 (uitleg)

Tekstverbanden

tekstverband	signaalwoorden
opsommend	ten eerste, om te beginnen, ook, tevens, bovendien, daarnaast, niet alleen.... maar ook, verder, zowel... als, ten slotte
tijdsvolgorde	eerst, intussen, terwijl, toen vervolgens, daarna, nadat, zodra, ten slotte
tegenstelling	maar, echter, evenwel, toch, daarentegen, integendeel, enerzijds .... anderzijds, daar staat tegenover
uitleggend	bijvoorbeeld, dat wil zeggen, met andere woorden, zoals