H5-verdienenenuitgeven

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

1. Bereken de toegevoegde waarde van de meubelzaak?
2. Hoeveel procent van de TW is een beloning voor productiefactor arbeid?
3. Hoeveel procent van de TW is een beloning voor de overige productiefactoren?

Slide 2 - Tekstslide

Je antwoorden op 1,2,3

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

De categoriale inkomensverdeling gaat over de verdeling van het binnenlands inkomen. De loonquote bereken je door:
A
winst/binnenlands inkomen x 100%
B
loon/binnenlands inkomen x 100%
C
loon/arbeidsinkomen x100%
D
arbeidsinkomen/binnenlandsinkomen x 100%

Slide 6 - Quizvraag

Wat is geen maatstaaf voor inkomensverdeling?
A
categoriale inkomensverdeling
B
groen BBP
C
gini coëfficiënt
D
lorenzcurve

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Op welke AIQ/OIQ ben je uitgekomen?

Slide 10 - Open vraag

Welke winstquote?

Slide 11 - Open vraag

Stijging van de AIQ brengt de werkgelegenheid in gevaar omdat...
A
Meer mensen gaan werken
B
Bedrijven hebben al genoeg mensen in dienst
C
WQ daalt, minder geld om te investeren/ aan te nemen
D
WQ daalt, zullen meer mensen aangenomen worden

Slide 12 - Quizvraag

AIQ stijgt leidt tot toename van werkgelegenheid, doordat consumptie toeneemt
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

In de economische kringloop staat deze letter voor inkomen van gezinnen:
A
Y
B
I
C
E
D
M

Slide 23 - Quizvraag

In de economische kringloop staat het symbool I voor de:
A
Import
B
Indirecte belastingen
C
Vervangings- investeringen
D
Uitbreidings- investeringen

Slide 24 - Quizvraag

In de economische kringloop geven gezinnen geld uit aan:
A
Consumptie, belasting en sparen
B
Consumptie en belasting
C
Consumptie, sparen en investeren
D
Consumptie, export en import

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide