Kapitel 5 Klas 2 grammatica en Lernbox

Meine Mutter …. (müssen) morgen zum Flughafen.
A
muss
B
müssen
C
musst
D
müsst
1 / 20
volgende
Slide 1: Quizvraag
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Meine Mutter …. (müssen) morgen zum Flughafen.
A
muss
B
müssen
C
musst
D
müsst

Slide 1 - Quizvraag

Du … (wissen) sehr viel über Deutsch.
A
wisst
B
weiß
C
weißt
D
weißen

Slide 2 - Quizvraag

Ihr .. (wollen) einen Film sehen.
A
will
B
wollen
C
willt
D
wollt

Slide 3 - Quizvraag

Wat is "wij weten" in het Duits?

Slide 4 - Open vraag

Wat is "jij wilt" in het Duits?

Slide 5 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van "reden"

Slide 6 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van "machen"

Slide 7 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van
" arbeiten"?

Slide 8 - Open vraag

Vertaal de volgende voorzetsels:
door, voor, tegen, zonder, om

Slide 9 - Open vraag

Meine Schwester trinkt eine Cola.
Wat is het onderwerp van deze zin?
A
eine Cola
B
Meine Schwester

Slide 10 - Quizvraag

Ich lese ein Buch.
Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
A
Ich
B
ein Buch

Slide 11 - Quizvraag

Im Salat fehlen noch Tomaten.
Vertaal "fehlen"

Slide 12 - Open vraag

Zum Frühstück esse ich Brot.
Vertaal "Frühstück"

Slide 13 - Open vraag

Vertaal "de banaan"

Slide 14 - Open vraag

Vertaal "de melk"

Slide 15 - Open vraag

Vertaal "het appelsap"

Slide 16 - Open vraag

Vertaal "Wat wilt u drinken?"

Slide 17 - Open vraag

Kan ik afrekenen, alstublieft?
A
Kann ich bitte zahlen?
B
Kann ich bitte Zahlen?

Slide 18 - Quizvraag

Wat wenst u als toetje?
A
Was wünschen Sie als Nachtisch?
B
Was wünschen Sie als Vorspeise?

Slide 19 - Quizvraag

Als Hauptgericht nehme ich Hähnchen mit Pommes frites.
A
Als hoofdgerecht neem ik kalkoen met patat.
B
Als hoofdgerecht neem ik kip met patat.

Slide 20 - Quizvraag