Hoofdstuk 9

Samenvatting
Hoofdstuk 9 - Lineaire vergelijkingen





1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Samenvatting
Hoofdstuk 9 - Lineaire vergelijkingen





Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel 1: 
  • Je leert wat de balansmethode is.

Slide 2 - Tekstslide

De balansmethode:
5x + 4
3x + 10
=
Let op!
- Zorg dat de balans in evenwicht blijft.
- Schrijf links de variabelen (letter)
- Schrijf rechts de getallen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video


Hoe ging dit leerdoel voor je gevoel? 

Meer oefening nodig? Maak opdracht  S1 en S2
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 5 - Poll

Leerdoel 2: 
  • Je leert vergelijkingen oplossen met de balansmethode.

Slide 6 - Tekstslide

Vergelijkingen oplossen dmv balansmethode:
9p + 5 = 2p - 16 

7p + 5 = -16

7p = -21

p = -3
3(2a-1) + a = 11
6a -3 + a = 11
7a -3 = 11

7a = 14

a = 2
-5
:7
Probeer de vergelijkingen eerst zelf op te lossen. 
De uitwerking staat op de volgende slide!

Slide 7 - Tekstslide

Vergelijkingen oplossen dmv balansmethode:
9p + 5 = 2p - 16 

7p + 5 = -16

7p = -21

p = -3
3(2a-1) + a = 11
6a -3 + a = 11
7a -3 = 11

7a = 14

a = 2
-2p
-5
:7
haakjes wegwerken

korter schrijven

+3


:7

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video


Hoe ging dit leerdoel voor je gevoel? 

Meer oefening nodig? Maak opdracht S4.
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 10 - Poll

Leerdoel 3
  • Je leert hoe je het snijpunt van twee grafieken berekent.

Slide 11 - Tekstslide

Snijpunt berekenen dmv balansmethode:
-x + 18 = 2x + 3

-3x + 18 = 3          

-3x = -15 

x = 5

Vul de x-waarde in één van de formules  in.
        y = -5 + 18 = 13 of  y = 2 * 5 +3 = 13
        
 


-2p
-18
:-3
Het snijpunt is dus:
S(5,13)
want x=5 en y=13

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video


Hoe ging dit leerdoel voor je gevoel? 

Meer oefening nodig? Maak opdracht S5.
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 14 - Poll

Leerdoel 4
  • Je leert hoe je een lijn in een grafiek schetst bij een assenstelsel.

Slide 15 - Tekstslide

Grafieken schetsen:
y = -6x + 18 
Hellingsgetal = -6
Startgetal = 18
Hoe schets je een grafiek?
  1. Teken een assenstelsel. Benoem de x-as en y-as.
  2. Bepaal van beide grafieken het hellingsgetal. Is de grafiek stijgend of dalend? Hij hoger het hellingsgetal hoe stijler de grafiek.
  3. Bepaal van beide grafieken het startgetal.    Is deze positief of negatief?
  4. Teken de grafiek. 

Let op! Een schets hoeft niet perfect te zijn.
Teken wel met potlood en geodriehoek.
y = 3,5x - 20
Hellingsgetal = 3,5
Startgetal = -20

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video


Hoe ging dit leerdoel voor je gevoel? 

Meer oefening nodig? Maak opdracht S6.
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 18 - Poll

Leerdoel 5: 
  • Je leert wat ongelijkheden zijn en hoe je ze moet oplossen met grafieken

Slide 19 - Tekstslide

Wat zijn ongelijkheden?
Als je wilt weten voor welke waarde van u geldt dat

200 - 2,5u < 150 

dan los je een ongelijkheid op.

Slide 20 - Tekstslide

Ongelijkheden oplossen
Los de ongelijkheid op:                  -2x + 25 > 13
  1. Maak van de ongelijkheid een vergelijking. Vervang de < of> door een =.
  2. Los de vergelijking op en bereken de coΓΆrdinaten van het snijpunt.
  3. Schets in één assenstelsel beide grafieken.
  4. Lees uit de grafiek af wanneer de ongelijkheid klopt.

Let op! Het antwoord is altijd meerdere waarden van x.
In dit voorbeeld dus x < 6

Slide 21 - Tekstslide

Notatie ongelijkheden oplossen:

Wat tussen haakjes staat hoef je niet op te schrijven.

Je noteert:
- De ongelijkheid
- De vergelijking
- De schets
- Het antwoord

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video


Hoe ging dit leerdoel voor je gevoel? 

Meer oefening nodig? Maak opdracht S3 en S7
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 25 - Poll


Ben je voldoende voorbereid voor de toets? 
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 26 - Poll


Verwacht je een goed cijfer te halen?
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 27 - Poll

Veel succes!
Je kan het!

Slide 28 - Tekstslide