In zintuigen liggen zintuigcellen aangesloten met de hersenen.
Prikkels worden impulsen. Impulsen gaan door de zenuwen naar de hersenen.
Slide 6 - Tekstslide
Zintuigenstelsel
Gezichtszintuig -ogen
Gehoorzintuig -oren
Evenwichtszintuig -oren
Reukzintuig - neus
Smaakzintuig - tong
Warmtezintuig -huid
Koudezintuig - huid
Drukzintuig - huid
Tastzintuig - huid
Slide 7 - Tekstslide
Huid
Warmte (als iets warmer is dan je huid)
Kou (als iets kouder is dan je huid)
Druk (als er op je huid wordt gedrukt)
Tast (lichte aanraking)
Pijn (niet alleen in huid, ook dieper gelegen organen)
Slide 8 - Tekstslide
De belangrijkste zintuigen liggen
in je ogen, in je oren, in je neus,
in je tong en in je huid.
Slide 9 - Tekstslide
Hoe ontstaat een impuls?
Een zintuigcel zal een prikkel alleen in een impuls omzetten als de prikkel genoeg is.
De zwakste prikkel die een impuls veroorzaakt noem je de drempelwaarde.
Op welk punt hoor jij niets meer?
Slide 10 - Tekstslide
Het onstaan van impulsen
Een type zintuigcel is heel gevoelig voor één bepaalde prikkel:
Dit heet de adequate prikkel.
(oor vangt geen licht op, oog hoort niet).
Zintuigcellen kunnen ook andere prikkels waarnemen, bv. 'sterretjes' zien als er iets hard tegen je ogen aan komt. De prikkel 'druk' wordt omgezet in een impuls 'licht".
Slide 11 - Tekstslide
Waarneming
1. Gewenning: als er na verloop van tijd minder impulsen ontstaan in de zintuigcellen.
2. Door motivatie: als je aandachtig luistert hoor je zachtere geluiden wel.
Tikkende klok
Geur in kamer
Pikant eten
Heet bad
Donkere kamer
Kleren
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Aan het werk! Biologie
Wat? 9.1 Het zintuigenstelsel - opdrachten 1 t/m 8
Hoe? Als het bord op rood staat werk je alleen en in stilte.
Als het bord op groen staat mag je fluisterend overleggen met je buurman.
Heb je vragen? Steek je hand op en ik kom bij je.
Klaar? Test Jezelf!
timer
1:00
Slide 14 - Tekstslide
Even oefenen
Slide 15 - Tekstslide
Combineer het zintuig met de juiste plek in het lichaam.
In de ogen
In de huid (2x)
In de neus
In de oren (2x)
In de tong
Gezichtszintuig
Evenwichtszintuig
Reukzintuig
Smaakzintuigen
Warmte- en
Koudezintuigen
Druk- en
tastzintuigen
Gehoorzintuigen
Slide 16 - Sleepvraag
Combineer de juiste adequate prikkel met het zintuig.
Licht
Zwaartekracht
Geur
Smaak
Warmte
Geluid
Gezichtszintuig
Evenwichtszintuig.
Reukzintuig
Smaakzintuig
Gehoorzintuig
Warmtezintuig
Slide 17 - Sleepvraag
Na verloop van tijd hoort iemand de klok niet meer tikken. Wat is er met de drempelwaarde gebeurt? Wat is de term voor dit verschijnsel?
A
De drempelwaarde is lager komen te liggen. Dit heet een adequate prikkel.
B
De drempelwaarde is hoger komen te liggen. Dit heet een adequate prikkel.
C
De drempelwaarde is lager komen te liggen. Dit heet gewenning.
D
De drempelwaarde is hoger komen te liggen. Dit heet gewenning.
Slide 18 - Quizvraag
Uitleg antwoord
Als de drempelwaarde hoger wordt, moet de sterkte van de prikkel groter zijn om een impuls te veroorzaken.
Als de klok ineens harder gaat tikken of gaat slaan (bv. bij een koekoeksklok), zul je het wel weer gaan horen. Dan is de prikkel weer sterk genoeg om impulsen te laten ontstaan.
Slide 19 - Tekstslide
Wat gebeurt er met de drempelwaarde van je gehoor als je je concentreert om goed te luisteren?
A
De drempelwaarde wordt hoger.
B
De drempelwaarde wordt lager.
Slide 20 - Quizvraag
Uitleg antwoord
Voordat je je ging concentreren was de sterkte van de prikkel niet groot genoeg om een impuls te laten ontstaan. Als je je wel gaat concentreren, verlaag je bewust de drempelwaarde en ontstaan er al bij een zacht geluid impulsen.