1. De zwarte auto in de straat is van het merk Audi A3.
2. Meneer H. riep boos dat hij het eten niet lekker vond.
3. Vandaag had meneer M. weinig behoefte om te praten. Ik had het idee dat hij somber was.
4. Restaurant de Roos serveert het lekkerste eten.