KT1: Kapitel A: herhaling Kapitel 2

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 1

Kapitel A

Herhaling Kapitel 2

Doelen

Je kent de persoonlijke voornaamwoorden

Je kent het werkwoord "haben" en weet ook welke vorm je in de zin moet invullen

Je kent het werkwoord "sein" en weet ook welke vorm je in de zin moet invullen

persoonlijk voornaamwoord

Welke pers vnw ken je?

jullie

1. er
2. es
3. ihr
4. wir

hij

1. er
2. sie
3. es
4. ihr

u

1. sie
2. Sie
3. ihr
4. Ihr

jij

1. wir
2. es
3. du
4. ich

haben en sein

jij bent

wij hebben

jullie zijn

hij is

jij hebt

en nu in een zin

Wann ....... du hier gekommen?

1. bin
2. bist
3. ist
4. sind

Ja, sie ... Geschwister

1. sind
2. seid
3. ist
4. bist

Ich ... eine Tüte Chips

1. habe
2. hast
3. hat
4. haben

Sie ... eine Tasche gekauft?

1. sind
2. haben
3. hat
4. ist

evaluatie

Ik ken de persoonlijke voornaamwoorden in het Duits

1. ja
2. bijna
3. nee

Ik kan het werkwoord "haben" vervoegen

1. ja
2. ik vind dat moeilijk
3. nee

Ik kan het werkwoord "sein" vervoegen

1. ja
2. ik vind dat moeilijk
3. nee