les 5 Duits B1b kleuren & kleding 1

• Duits
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 2

Willkommen im Deutschunterricht 5

Kleding & kleuren

op tafel:

boek 2

etui

snelhechter 

Wat doen wij in deze les:

- stille opdracht

- spreken over kleuren, uitleg over bijvoegelijke vnw

- stille ontspanning - vragen over toets

- uitleg over de volgenden weken + grammatica werkwoorden

- oefenen grammatica

Lesdoel

1. Je weet het thema voor de volgende weken.
   
2. Je weet dat vele namen voor kleuren op het Nederlandse woord lijken?
   
3. Je kent "IDEWIS" en "FEESTTENTEN" als ezelsbruggetje.

STILLE START

Maak de woordjeszoeker kleuren

stil

THEMA: kleren & kleuren

Welke kleur zie jij?

antwoord: Ich sehe die Farbe                             

• rot.

THEMA: kleren & kleuren

Welke kleur zie jij?

antwoord: Ich sehe die Farbe                           

• gelb

THEMA: kleren & kleuren

Welke kleur zie jij?

antwoord: Ich sehe die Farbe   

• grün                

grammatica Nederlands

Het is de bruine jas.

Het is een bruine jas.

MAAR

Het is het bruine hemd.

Het is een bruin hemd (o).

grammatica Duits

• Das ist die braune Jacke (v).
• Das ist eine braune Jacke (v).
• Das ist der braune Pullover (m).
• Das ist ein brauner Pullover (m).
• Das ist das braune Hemd (o).
  
• Das ist ein braunes Hemd (o).

AAN DE SLAG

Neem de woordenlijst (kopie 6) en een

papier/schrift en schrijf 10 zinnen zoals:

Das ist ein rotes T-Shirt. (o)

Das ist ein roter Pullover. (m)

Das ist eine rote Bluse. (v)

stil

Hierna korte ontspanning

HERHALING

• habe
• hast
• hat
• hat
• hat

• haben
  
• habt
  
• haben
• haben

ezelsbruggetje = IDEWIS

persoonlijke voornaamwoorden:

• ich
• du
• er/sie/es
• wir
• ihr
• sie/SIE

ik

jij/u

hij/zij/het

wij

jullie

zij

• I
• D
• E
• W
• I
• S

voor alle werkwoorden in het Duits (behalve sein, werden, hulpwerkwoorden) werkt dit bruggetje 

IDEWIS + Feesttenten - Regel

Ook in het Duits maak je de persoonsvorm door 

STAMM + UITGANG (en deze is helemaal regelmatig!)

Je gebruikt het ezelsbruggetje bij het oefenen.

(uitzondering: haben, sein + andere hulpwerkwoorden)

Slay

"feesttenten - regel" = Ezelsbruggetje om de juiste uitgang te onthouden

AAN DE SLAG 2

Werk met je buurman/buurvrouw samen

Neem werkblad 7

Vul eerst het schema boven in de tabel in.

Maak daarna kopie 8.

stil

Wij vergelijken - wir vergleichen

Terugblik - hebben wij dit bereikt?

Je weet het thema voor de volgende weken.

Je weet dat vele namen voor kleuren op het Nederlandse woord lijken? 

Je kent "IDEWIS" en "FEESTTENTEN" 

Regels in de les

• Je hebt het boek (   ), je opgeladen laptop, een snelhechter en je etui aan het begin van de les op tafel!
  
• Als je iets wilt zeggen of vragen, steek je de vinger op
• Bij een tweede waarschuwing over jouw gedrag in de klas, ga jij met een opdracht voor 5 minuten naar de gang.
• Bij een derde waarschuwing over jouw gedrag in de klas, wordt jij naar het leerlingenloket verwezen.