H3 Rekenvolgorde en breuken

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom

- telefoon op stil en in de telefoontas

- kauwgom in de prullenbak

- boek, schrijfgerei, rekenmachine en laptop op tafel

Les 3.1   Rekenvolgorde

en

 Les 3.2  Breuken

Leerdoelen

Op het einde van deze les:

- kan je sommen uitrekenen waarbij je rekening houdt met de rekenvolgorde.

- Kan je uitleggen wat er hoort bij som, verschil, vermenigvuldiging en quotiënt.

- kan je bij een breuk uitleggen wat de teller en de noemer betekenen.

Schrijf in je schrift

Les 3.1 

Som = optellen (+)

Verschil = aftrekken (-)

Vermenigvuldiging = keer (x)

Quotiënt = delen (:)

Wat is de som van 6 en 3?

1. 9
2. 3
3. 2
4. 18

Wat is het verschil van 6 en 3?

1. 9
2. 18
3. 3
4. 2

Wat is de vermenigvuldiging van
6 en 3?

1. 9
2. 18
3. 2
4. 3

Wat is het quotiënt van 6 en 3?

1. 9
2. 18
3. 2
4. 3

Opdrachten

- Maak de opdrachten 2 en 3 in je schrift.

- Schrijf de opdracht over en schrijf het antwoord erachter.

- Je hebt hiervoor 4 minuten; daarna gezamenlijk nakijken.

- Klaar: lees het blauwe vak met de voorbeelden van blz. 93

- Hulp nodig: hand in de lucht

Rekenvolgorde 

1. Reken uit wat tussen haakjes staat
2. Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts
3. Optellen en aftrekken van links naar rechts

Schrijf in je schrift

Volgorde van berekenen:

1. (  )

2. x en : van links naar rechts

3. + en - van links naar rechts

(15-6) : 3 =

18 + 9 : 3 =

45 - 15 : 5 x 3 =

Opdrachten maken

- Maak de opdrachten 5-6-7 in je schrift zoals wij nu met de  

          voorbeelden gedaan hebben.

- Je krijgt hiervoor 10 minuten.

- Klaar: Maak 9-10 in je boek.

- Niet klaar: huiswerk

- Hulp nodig: Hand in de lucht

3.2  Breuken

Wat is de teller bij ?

​5​​2​​

Wat is de teller bij ?

​4​​3​​

Wat is de noemer bij ?

​5​​4​​

Wat is de noemer bij ?

​10​​8​​

Wat is de teller bij ?

​3​​2​​

Wat is een breuk?

Opdrachten

- Maak de opdrachten: 9-10-11-12 in je boek

- Klaar: controleer of je alle opdrachten gemaakt hebt: 5 t/m 12  

                (8 hoeft niet)
- Klaar: Maak de opdrachten van blz. 95

Wat heb je deze les geleerd?

Deel van een geheel

Hoeveel is            van 15?

​3​​1​​

Deel van een geheel

Hoeveel is            van 20?

​4​​1​​

Deel van een geheel

Hoeveel is              van 20?

​4​​3​​

Hoeveel is van 9?

​3​​1​​

1. 1
2. 3
3. 6
4. 9

Wat is van 30?

​5​​1​​

1. 5
2. 3
3. 10
4. 6

Wat is van 30?

​6​​4​​

1. 6
2. 12
3. 20
4. 24

Wat is van 80?

​8​​1​​

1. 8
2. 10
3. 9
4. 18

Wat is van 80?

​8​​2​​

1. 8
2. 10
3. 20
4. 40

Aan het werk

Maak de opdrachten 13 t/m 20