DISK: technlogie (les 3)

• NT2
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Technologie

Nieuwe woorden

het onderscheid = розрізняти

• dat waarin iemand of iets niet hetzelfde is als iets of iemand anders;
• Synoniem: het verschil;
• Tegenstelling: de overeenkomst
• zin: Het onderscheid tussen jou en mij is dat ik niet veel aan sport doe en jij wel.

onderweg = в дорозі

• Tijdens de reis;
• Als je van de ene plaats naar de andere plaats gaat;
• Zin: Wij zijn met de auto onderweg naar Frankrijk.
• Zin: Ik ben al onderweg naar het centrum. Ik kom eraan!

het onderwijs =

освіти

• alle scholen
• zin: Zij werkt in het onderwijs. Ze geeft Nederlandse les aan jongeren. 

de ontdekking =

відкриття

de ontdekking

onthouden = пам'ятати

• niet vergeten
• iets wat belangrijk kan zijn
• Zin: Ik moet vandaag onthouden dat ik naar de winkel moet voor kaas.

de ontwikkeling = 

розвитку

• de manier waarop iets loopt en verandert;
• de groei die je doormaakt;
• Zin: Jullie ontwikkeling op de Schakel sinds de start is heel groot!

opladen = щоб завантажити

zorgen dat er weer elektriciteit bij komt

Ik moet mijn telefoon elke dag opladen.

Elektrische auto's  moet je opladen.

de planeet = планета

• een bol in de ruimte die om de zon heen draait
  
• de aarde is een planeet
  
• er zijn 8 planeten (tot nu ontdekt)
  
• alle planeten hebben een naam
• de zon is geen planeet, maar een ster
  
• een maan is geen planeet
• zin: Sommige planeten kun je met een telescoop zien.
• zin: Mensen onderzoeken of je kunt leven op een andere planeet.

de robot = робот

• een machine die het werk van mensen doet 
• robotisering= veel verschillende dingen die door robotten                   worden gedaan.
• meervoud: de robotten
• zin: Mijn grasmaaier is een robot, nu hoef ik het zelf niet te doen.   
• zin: In de auto industrie is er veel robotisering.

dom

slim = 

розумни
 

розумний

Vertaal de woorden in je eigen taal.

Maak een zin met:

DISK boek thema 7 'techologie'

blz. 68: opdr. 4 en 5

Daarna bespreken.

DISK

Samen maken opdr. 5 

Zelf maken opdr. 7, 8

Zelfstandig werken

Disk 

thema technologie

Klaar? Werk aan grammatica.

Kijk naar de video en beantwoord de vragen.

de robot-hond

Op de volgende bladzijde kijk je een filmpje. Het is een wedstrijd tussen:

                              een echte hond                                              een robothond            

Wat is de naam van de echte hond?

1. Ibo
2. Bas
3. Rakker
4. Botje

Wat is goed?

1. De echte hond gaat eten.
2. De robothond gaat eten.
3. De echte hond kan praten
4. De robothond kan praten

De echte hond heeft zachte haren.
De mevrouw zegt: ik kan de hond lekker...

1. haaien
2. aaien
3. paaien
4. snaaien

Rendictee

Maak teams (tweetallen).

Wie doet wat?

Één leerling gaat rennen en onthouden.

Één leerling gaat met het woord een zin

schrijven.

De docent bespreekt na afloop de betekenis van de woorden.